Uitburgeren ~ Ter overweging

december 21, 2016
warns

Foto: Paul Janssen

Tussen januari 2011 en januari 2016 is de bevolking van Ikki’s eiland met iets meer dan twintig procent toegenomen. Deze groei is voornamelijk veroorzaakt door immigratie. In de periode tussen januari 2011 en december 2015 kwamen zevenduizend mensen naar het eiland, vierduizend gingen de wijde wereld in en lieten Ikki achter zich.

Het grootste deel van de binnenkomers kwam uit Europees Nederland, Curaçao en de Verenigde Staten. De immigranten uit Europees Nederland vormen de grootste groep.

Voor meer cijfers en statistieken zie: https://www.cbs.nl/population-growth-on-bonaire
Dat is me nogal wat, twintig procent. Om te illustreren hoe hoog dit percentage is, is een blik op indexmundi.com genoeg: http://www.indexmundi.com/

De foto bij dit verhaal overdrijft een beetje. Hij is gemaakt bij het gedenkteken van de Slag bij Warns. In de buurt van dat dorpje wonnen de Friezen in 1345 een veldslag van de Hollanders. Door die overwinning bleef Friesland nog 150 jaar onafhankelijk. Daarna was het afgelopen met de pret.
Voor een artikel over minderheden in Europa mocht ik bij die steen poseren. Dat artikel is overigens nooit verschenen. Halverwege besloot ik dat ik niet veel te vertellen had.

Niet dat ik een sombere jeugd heb gehad, maar ik heb me een aantal jaren beziggehouden met de positie van minderheden.
Ernstige discussies over taal en strijd mocht ik bijwonen. Dat sommige deelnemers op bijeenkomsten van Europese minderheden me maar een revisionist vonden omdat ik de weg van geweld heilloos vond, nam ik op de koop toe. Ik luisterde, las en dacht. Join the army of the people, zongen de Noord-Ierse kameraden, maar ik geloofde niet in een nieuwe wereld die uit een loop komt. Waardoor de Baskische jongeman alleen nog maar vroeg of ik wel zijn woordenlijst met een honderdtal begrippen van de Friese vertaling wilde voorzien. Hij spaarde kleine talen. Voor het college over stadsguerrilla-oorlogsvoering werd ik niet uitgenodigd.

Ik kwam als watje. Ik wilde weten of er gevolgen verbonden waren aan je lot als je bij een minderheid hoort. Ik las over psychologische gevolgen als minderwaardigheidscomplexen en de daaraan verbonden onzekerheden. Ik luisterde naar de denkers die wel wisten hoe je die kleine taal kunt beschermen. Die wel wisten dat alles altijd met de klassenstrijd verbonden is.

Als een samenleving in hoog tempo grote veranderingen ondergaat, roept dat vaak emoties op bij de al langer aanwezigen. Vooral als veel nieuwelingen zich aan de stadspoorten melden, zie je her en der heftige reacties. In Europees Nederland heb je bijvoorbeeld imagoproblemen als je moslim, vluchteling of Marokkaan bent. De Nederlander die zich beroept op de oudste rechten, ziet zijn land ten ondergaan en laat met veel kabaal en ongezouten horen wat ie daarvan vindt.

De overheid probeert de emoties van de opgewonden bevolking te verzachten en bedenkt van alles om te laten zien dat de nieuwkomer niet zomaar welkom is. Die nieuwkomer krijgt een eisenpakket als het duidelijk is dat ie mag blijven. Hij moet de taal leren, aan de slag zien te komen en weten hoe de reeds aanwezigen over van alles en nog wat denken.
Dat is terecht. Je komt nu eenmaal ergens waar mensen een zekere taal spreken en een groepsgedrag hebben ontwikkeld waarmee ze uit de voeten kunnen. Daar heb je het mee te doen.
Het is uiteindelijk allemaal eenvoudig als je het zo bekijkt.

Op het eiland is een deel van de bevolking ontevreden over de gang van zaken. Om verschillende redenen: de armoede waaronder een groep gebukt gaat, de regelgeving die als een bak beton over het eiland is uitgestort zonder te kijken wie er net voorbij liep, de desinteresse van politiek Den Haag, de onwil om je in de ander te verdiepen en nog veel meer.
Maar ook heerst er een algemeen soort ongenoegen. Over al die Europese Nederlanders die maar neerstrijken op het eiland. Over de boulevard die van kleur veranderd is. Over die twee werelden die naast elkaar leven en waar maar weinig de straat oversteken en eens een praatje maken.
En het zijn niet alleen de Bonairianen die daar verbaasd naar kijken, ook de makamba die er lang woont, is niet altijd even gelukkig met een deel van die nieuwe eilandbewoners.

Een paar dagen geleden las ik op Facebook een aardige gedachtewisseling over de wens om in Den Haag een vaste vertegenwoordiger van het eiland te vestigen. Een soort ambassade van het eiland zou dat moeten zijn.

Nu de samenstelling van de bevolking in hoog tempo verandert, is het misschien tijd om het eens te hebben over een idee van Boi Antoin. Hij was één van de eersten op het eiland die ik mocht interviewen.
‘Ik heb goede Nederlandse vrienden. Die goed ingeburgerd zijn. Ze proberen Papiaments te leren, ze verdiepen zich in hoe het hier gaat,’ zei Boi Antoin indertijd. ‘Nu zijn er mensen gekomen die arrogant zijn. Ik ben hier de baas, is hun houding. Jij hebt hier niets te zeggen, zo denken ze. Daarvoor heb ik een woord bedacht. Die Nederlanders zouden eerst uit moeten burgeren. Daarna kunnen ze misschien inburgeren. Eerst moeten ze die arrogante houding kwijt. Diezelfde houding zie ik bij de Nederlandse politiek.’

Daar komt een nieuwe Europese Nederlander op het eiland aan met de wens zich er permanent te vestigen. Na het inschrijven bij het bevolkingsregister krijgt de nieuwe eilandbewoner een brief met de uitnodiging om de uitburgeringscursus te volgen. Plaats en datum worden genoemd, ook wordt vermeld dat definitieve inschrijving als bewoner plaatsvindt als het getuigschrift is behaald.

De nieuwkomer hoeft zich niet al te veel zorgen te maken. Gemiddeld zal het wel lukken om dat getuigschrift te halen. Op heldere toon wordt men op de hoogte gebracht van het feit dat men op het eiland is komen wonen. Een eiland dat een curieuze status heeft binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
De eerste bijeenkomst begint met een korte inleiding over de geschiedenis van het eiland, een samenvatting van belastingregels en een uitleg over de ziektekostenverzekering. Dit allemaal in het Papiaments. Na de pauze wordt de cursist erop gewezen dat het voorafgaande geluid een taal is. Een taal die door een grote groep mensen wordt gesproken.

En zo kun je binnen een paar maanden de nieuwkomers bijpraten over hun nieuwe woonplaats. Daarmee doen ze in ieder geval wat kennis over het eiland op. Dat heeft hopelijk tot gevolg dat het respect voor de onbekende ander groter wordt. En de houding wat bescheidener.
Over die cursus klagen mag, je mag er ook om lachen, maar ontlopen lukt niet. Wat je van een moslim, een vluchteling en een Marokkaan eist, mag je ook van jezelf vragen als je ergens ver weg gaat wonen.

Het gevoel dat het eigene je wordt afgepakt, wat een deel van de bevolking heeft, neem je met een dergelijke uitburgeringscursus niet weg. Maar wel laat het zien dat je trots kunt zijn op je geschiedenis, op je taal en op je eiland. En dat is een eerste stap naar wat opgewekter denken over de toekomst.

Een onthaalambassade in Kralendijk is belangrijker dan een praatpost in Den Haag.
Op het eiland, voor het eiland.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *