Magnus (Juni) Piar ~ Er zou in de toekomst geen verschil moeten zijn tussen verzorging thuis of in het ziekenhuis liggen

februari 3, 2017
Piar4

Magnus (Juni) Piar ~ Manager thuiszorg Fundashon Mariadal – Foto’s Ingrid Bouws

‘Nee, ik ben niet op het eiland geboren. Mijn ouders wel. Je ziet mijn lichaam, ik was een grote baby. Toentertijd waren ze nog niet zover dat je hier met een keizersnede ter wereld kon komen. Vandaar dat ik op Curaçao geboren ben. Ik zeg altijd, ik ben daar geboren, maar mijn navel is op Bonaire gevallen.’

‘De MAVO heb ik hier op het eiland gedaan. Op een gegeven moment ging het niet goed meer thuis tussen mijn ouders en dat had ook op mijn schoolresultaten invloed. Mijn cijfers gingen achteruit. Dus mijn moeder besloot om me naar een oom in Curaçao te sturen. Daar heb ik de HAVO afgemaakt.

Mijn moeder was onderwijzeres. Ze was directrice van de basisschool. Later werkte ze bij de overheid. Mijn moeder was redelijk bekend op het eiland. Als je kind bent van zo’n persoon, wordt er altijd met ogen naar je gekeken. Mijn vader was verslaggever.’

‘Door mijn grootmoeder ben ik in de zorg terechtgekomen. Ik was net terug van Curaçao. Ik weet het nog heel goed, het was ‘s avonds. Mijn grootouders hadden een eigen knoek. Op een avond belde mijn grootvader op met de vraag of ik wilde komen. Oma reageert amper en ze ziet een beetje grauw. Dus ik ben die kant op gegaan. Oma was diabeet. Ze was al zover heen dat ik niet meer een suikerklontje in haar mond kon stoppen. Als je belde, moest je eerst de politie bellen. Die ging dan iemand zoeken om met een ambulance te rijden. Het duurde wel een uur voordat de ambulance arriveerde. Volgens mij is ze gewoon overleden in de ambulance. Ze is nog naar het ziekenhuis gebracht. Maar het ziekenhuis, dertig jaar terug, dat is een heel ander verhaal. Maar goed, zo is mijn oma overleden. En vandaar dat ik me in de zorg ben gaan verdiepen.’

‘Op Curaçao ben ik de opleiding verpleegkundige gaan volgen. Niveau 3. Daarna ben ik naar Aruba gegaan. Daar waren ze net begonnen met niveau 4. Ik hoorde bij de eerste groep van niveau 4 op Aruba. Die opleiding heb ik afgerond in 1999, 2000. Ik ben direct op de spoedeisende hulp aan het werk gegaan. Of nee, eerst op de chirurgische afdeling en daarna naar de technische spoedeisende hulp. Daar heb ik veel geleerd.’

‘Op een gegeven moment boden ze me aan om naar Nederland te gaan, naar Amsterdam, om de opleiding anesthesieverpleegkundige te volgen. Ze wilden alles voor me betalen. Alleen moest ik dan wel vijf of zes jaar op Aruba komen werken na de opleiding. Het was een kans voor me. Maar door privéomstandigheden van mijn jongere broer besloot ik er vanaf te zien. Ik zeg altijd familie gaat voor alles. Dus ik ben teruggekomen. Dat was rond 2002. Sindsdien werk ik hier bij Mariadal.’

‘Ik ben als verpleegkundige begonnen. Binnen een jaar ben ik naar de spoedeisende hulp overgeplaatst. Daar heb ik vijf, zes jaar gewerkt. Ik kreeg steeds meer verantwoordelijkheden. Deed zelf de air ambulance en special care. Op een gegeven moment was ik allround. Dat kon toen nog.’

Piar5

Ik heb in mijn achterhoofd allemaal dingen voor de thuiszorg die we nog kunnen aanpakken

‘Rond 2007 kreeg ik een beetje gevoel voor management. En niet alleen voor het gedeelte patiëntgericht zorgmanagement. Ik had geen enkele bagage voor management. Bekwaam was ik wel, maar bevoegd niet. Ik dacht, daar moet ik wat aan doen. Ik heb van 2007 tot 2010 binnen drie jaar tijd projectmanagement gedaan. Ook heb ik via de Universiteit van de Nederlandse Antillen en Curaçao anderhalf jaar een management programma gevolgd. In 2011-12 heb ik strategisch management en timemanagement gedaan.’

‘In 2010 ben ik begonnen als hoofd van de thuiszorg. Eerst zes maanden op proef. Want ik had dan wel die managementopleidingen gedaan, maar je weet niet of je het wel kunt. Of je de juiste eigenschappen om leiding te geven, hebt of niet. Nu heb ik ruim vijf jaar deze baan. En wie weet is het nu tijd voor de volgende stap.’

‘Wat het mooiste is aan management? Laat ik het zo zeggen, je kunt resultaten behalen, je kunt je sterkste kanten naar boven halen. Ik gebruik veel mijn gevoel, ik praat veel met mezelf en visualiseer dingen. Ik heb in mijn achterhoofd allemaal dingen voor de thuiszorg die we nog kunnen aanpakken. De grootste stap is geweest om de patiënt thuis te kunnen ondersteunen. Dan blijf je in je eigen omgeving. Daarnaast zijn er nog heel wat zaken ontwikkeld. De diabetespoli. De thuiszorg is nu 24/7. We werken steeds digitaler. Ja, al die stappen vragen veel van het personeel. Je moet de tijd nemen en daarnaast zorgen voor bijscholing.’

‘Vanaf 10.10.10, die mooie datum, is Mariadal enorm gegroeid. Verhuizing, verbouw, al die specialisten, alles is gegroeid. We kunnen zelf de zorg verdelen over de cure- en de carekant. De eerste vier jaar is er heel veel geld en energie in de cure geïnvesteerd. Nu krijgt de carekant ook de aandacht die nodig is.
De thuiszorg is de afdeling die zowel extern als intern behandelt.
Wij zorgen niet alleen voor de patiënt, maar kijken ook naar zijn omgeving. Naar de emotionele situatie, familiaire omstandigheden, de economische problemen.
Ik heb een woord voor de toekomst en dat is ziekenhuisgeplaatste zorg thuis. Er zou in de toekomst geen verschil moeten zijn tussen verzorging thuis of in het ziekenhuis liggen. Als het buiten georganiseerd is, verminder je de kosten van het ziekenhuis.’

Piar2

Als je onderstand hebt van 300 dollar, moet je soms kiezen tussen brood of medicatie. Dan kies je voor brood.

‘De thuiszorg is enorm gegroeid. Bijvoorbeeld vroeger toen ik hier kwam, waren er drie verpleegkundigen, nu zijn er twaalf beschikbaar voor de thuiszorg.
Natuurlijk heeft het personeel zo nu en dan moeite met al die veranderingen. Het gaat soms ook snel. Ik ben een participerende coach en leidinggevende. Ik ben niet een figuur die alleen maar aan tafel zit en zegt, doe dat en doe dit. Als er personeelstekort is, stap ik in de auto en werk ik mee. Dat is goed voor de onderlinge verhoudingen.
Een paar jaar heb ik bijna geen vrij genomen. Dag en nacht stond ik op scherp. Bij een ziekmelding kwam ik zelf even kijken, dingen oplossen, mensen regelen. Als er een infuus moest worden aangebracht, kwam ik het doen. Ik was zeven dagen per week bezig met de thuiszorg. Daardoor was ik mezelf wat vergeten. Zoals een spreuk zegt, om iets te willen moet je eerst iets verliezen.’

‘Natuurlijk kom je als thuiszorg dingen tegen die om meer aandacht of hulp vragen. De samenwerking met de andere instanties is goed. Maar het kan altijd beter.
Je wordt zo nu en dan geconfronteerd met zoveel knelpunten, dat je je afvraagt wat je moet doen. We zijn ons welbewust dat er armoede is op het eiland.
Als je onderstand hebt van 300 dollar, moet je soms kiezen tussen brood of medicatie. Dan kies je voor brood. De verzekering vergoedt niet alle medicatie meer. Dat betekent dat zo iemand risico’s loopt. En op een dag weer opgenomen moet worden. Zo kom je in een vicieuze cirkel terecht. Want dan wordt hij/zij weer ontslagen, komt de thuiszorg weer. Maar het probleem is niet opgelost.
Je kunt wel eisen dat je ‘s ochtends een vrucht moeten eten en wat yoghurt. Om tien uur een tussendoortje en zo de dag door. Maar dat kost 20, 30 dollar per dag. Dat kun je niet betalen. Je water, je stroom, alles is duur. Dus ga je naar de Chinese toko en koop je goedkoop eten. Hoe kan je dan verwachten dat diabetes, obesitas en dit en dat omlaag gaat op het eiland?’

‘Ik hou het mijn eigen zoon, hij is acht jaar, ook voor. Hij moet goed begrijpen dat hij een vader heeft die twee keer per jaar nieuwe schoenen voor hem kan kopen. Maar hij moet inzien dat hij wellicht een klasgenoot heeft die nog met de schoenen van het vorige jaar moet lopen. Er komen kinderen naar school zonder boterham. Zonder eten, zonder drinken.’

‘Natuurlijk hebben we soms ook te maken met lastige omstandigheden. Agressie en zo. Meestal kun je met aandacht en rust de boel wel kalm krijgen. Een enkele keer moet we de hulp van de politie inroepen. Maar dat gebeurt gelukkig niet veel.
Door de sociale problematiek komen we soms in complexe situaties terecht. Geestelijke, lichamelijke en sociale problemen. Dan is het lastig om de klant goede zorgen te geven. Want je weet dat het niet alleen om de medische zorg gaat. Dat is wel eens frustrerend. Als je uit het ziekenhuis komt en je keert terug naar dezelfde situatie, weet je soms al dat die patiënt over een maand of drie, vier weer terugkomt.’

‘Gelukkig kunnen we ook veel dingen snel en goed regelen. Heel veel ouderen kunnen bijvoorbeeld niet naar de apotheek komen. Er is geen openbaar vervoer hier. En zij hebben geen geld voor een taxi of zoiets. Hebben we geregeld dat de thuiszorg die medicatie brengt.’

‘Ook is het goed dat er nu een verpleeghuis is. Met 75 bedden. Al is de vergrijzing onderweg, het is een begin. Misschien is dat wel de nieuwe vorm van thuiszorg, dat je met dagopvang en thuiszorg zo lang mogelijk thuis kunt blijven.
‘s Ochtends komt de thuiszorg langs, je moeder wordt verzorgd, daarna komt het rolstoeltransport en die brengt je moeder naar de dagopvang. Ze krijgt medicatie, ze eet daar en ze doet mee aan activiteiten. Gezellig door de dag heen. Om vijf uur wordt ze weer opgehaald. Rond acht, negen uur komen mijn mensen weer langs om je moeder klaar te maken voor de nacht. De randvoorwaarden zijn er al. Bijvoorbeeld door de pieper. Daardoor zijn we vierentwintig uur per dag bereikbaar voor de mensen.’

‘We zijn ook begonnen met een soort palliatieve zorg op het eiland. We doen het deels al, er is aandacht voor. Er is nog geen hospice op het eiland. Maar in overleg met anesthesisten, die ervaring hebben als pijnspecialist, wordt er een sociaal plan gemaakt met de huisarts. We hebben ook een oncologieverpleegkundige in huis. Samen met de thuiszorg maken we een soort zorgplan, een schema voor zulke mensen thuis. Door de juiste pijnbestrijding kun je het lijden verzachten.’

Piar3

Uiteindelijk draait ons werk om respect.

‘Er verandert veel op het eiland. En ook bij Mariadal. Soms vraag ik me af of we er wel genoeg bij stilstaan, bij al die veranderingen. Vraag ik me af, wat vindt de bevolking ervan?
Het is ook complex, hoor. We kunnen nu eenmaal niet alles hier op het eiland doen. We zullen heen en weer moeten blijven reizen naar andere ziekenhuizen. We kunnen hier niet alle specialisaties in huis hebben. En dus blijft de dokter komen die geen Papiaments spreekt en hier tijdelijk is. Dat moeten we goed uitleggen aan de bevolking.
Je heb soms conflicten tussen de patiënten en de specialisten. Dat die specialist over drie of vijf maanden terug moet, is niet zijn schuld. Daar kan hij niets aan doen. Maar dat begrijpen sommige patiënten niet. We moeten dat dus uit blijven leggen. Zodat ze het beter kunnen begrijpen.
Die specialisten die komen hier niet om het eiland te leren kennen. Ze komen hier om een steentje bij te dragen. Dat is het enige wat ze willen als ze uit die blauwe vogel komen stappen.’

‘Uiteindelijk draait ons werk om respect. Ik ben in mijn adolescente fase door mijn opa opgevoed en respect was eigenlijk het eerste wat uit zijn mond kwam. Ik heb ervan geleerd. Daarom heb ik ook respect voor Mariadal. Ze hebben mij de kans gegeven om me te ontwikkelen.
Uiteindelijk hoop ik de volgende stap te kunnen maken. Ik ken nu het management. Als het aan mij ligt, kies ik op een dag weer voor de patiënt.
Eigenlijk wil ik verder studeren. Daar heb ik hier ook gesprekken over. In Nederland zijn ze net begonnen met een opleiding verpleegkundig specialist. Na die opleiding zit je tussen arts en verpleegkundige in. Dat is iets voor mij. Dan zou ik de eerste Bonairiaan zijn met die opleiding.’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *