Over behoorlijk bestuur VI

mei 27, 2020

Zonsondergang

‘De eenvoudigste manier om een probleem op te lossen, is te ontkennen dat het bestaat’, schreef de Amerikaanse schrijver Isaac Asimov (1920-1992). Een uitspraak die een aantal bewoners van Ikki’s eiland blijkbaar zo geraakt heeft dat zij zich ernaar zijn gedragen. Wat de pen al niet vermag.

In de afgelopen weken heb ik een paar keer geschreven over een conflict dat ontstaan is tussen de tijdelijk bestuurder van de Bonaire Holding Maatschappij enerzijds en de Raad van Commissarissen van die Holding en haar aandeelhouder, het Bestuurscollege anderzijds.
Zie: http://ikkiseiland.com/2020/04/24/over-behoorlijk-bestuur/

Sinds een paar dagen is dat conflict geschiedenis.
Niet omdat men na wat gepiep en gezeur besloot gemeenschappelijk de door de tijdelijk bestuurder gesignaleerde knelpunten te lijf te gaan.
Integendeel.
De tijdelijk bestuurder en zijn team hebben daarom hun ontslag ingediend. Omdat ze geen gehoor vonden voor hun bevindingen.
Waaruit blijkt dat de tijdelijk bestuurder en zijn team niet op de hoogte waren van Asimovs wijze woorden.

Dat wordt bewezen door de ontslagbrief van de tijdelijk bestuurder:
‘’Mijn team en ik hebben de afgelopen zes maanden hard gewerkt aan de verzelfstandiging en professionalisering van de dochtervennootschappen van de Bonaire Holding Maatschappij (“BHM”) als voorbereiding op het uiteindelijk opheffen van BHM.

Helaas heb ik moeten constateren dat ik daarbij als het erop aankomt niet gesteund wordt door de Raad van Commissarissen van BHM (“RvC”) en haar aandeelhouder, het Bestuurscollege (“BC”). Gezien het feit dat ik als tijdelijk bestuurder en als vertegenwoordiger van de aandeelhouder in de dochtermaatschappijen de verantwoordelijkheid draag voor zowel BHM als haar dochterentiteiten en ik aansprakelijk ben voor een goede bedrijfsvoering van BHM, kan ik daarom niet anders dan mijn functie neerleggen per 31 mei 2020.

Ik ben van mening dat er, zoals ik eerder heb aangegeven bij het signaleren van knelpunten, in het belang van de economie van Bonaire en de dochtervennootschappen, eerst aan een basisvoorwaarden moet worden voldaan alvorens BHM kan worden opgeheven. Goed bestuur, nulmetingen, (financiële) orde op zaken en onafhankelijke en politiek ongebonden volgens de Code Corporate Governance goed functionerende raden van commissarissen bij de overheids-N.V.’s vormen daar onder andere een onderdeel van. Zowel de RvC van BHM als de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (“AvA”) zijn schijnbaar een andere mening toegedaan.

Deze mening is inmiddels luid en duidelijk geventileerd op verschillende bijeenkomsten en in de media door zowel de RvC van BHM als de leden van het bestuurscollege.
Daarnaast is het mij de afgelopen weken duidelijk geworden dat er fundamenteel verschil van mening, inzicht en interpretatie is tussen mij en mijn team aan de ene kant en de RvC en het BC aan de andere kant aangaande noodzaak van de implementatie en invulling van behoorlijk bestuur bij de overheidsentiteiten.

Aangezien dat het hier gaat om een aantal basisprincipes in het belang van Bonaire en de ontwikkeling van de overheidsentiteiten kan ik mij niet verenigen met de lijn die de AvA in samenspraak met de RvC van BHM heeft uitgezet, namelijk het liquideren van BHM voor het einde van 2020 en moet ik concluderen dat het mij ontbreekt aan vertrouwen.

Al betreur ik het feit dat ik mij in het belang van Bonaire niet langer in kan zetten voor BHM, kan ik naar eer en geweten stellen dat ik alles in het werk heb gesteld om het schip van de verzelfstandiging en professionalisering van de dochters vlot te trekken en moet ik mij berusten in het feit dat dit vooralsnog niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd.

Het hele dossier inclusief overzichten van al het werk dat we hebben verzet, dragen mijn team en ik over aan de aandeelhouder en de RvC van BHM. Op die manier zal mijn nog te benoemen opvolger zich goed kunnen voorbereiden op de taak die voor hem ligt. Ik wens de RvC van BHM, het BC en de eventuele volgende bestuurder veel succes toe.”

Het is te hopen dat die volgende bestuurder naast het werk van Asimov ook de bloemlezing uit de gedichten van Jan Greshoff in de boekenkast heeft staan.
Hij of zij hoeft alleen maar naar de titel te kijken: Een eerlijk man heeft niets dan zijn gelaat.
Ga daarna maar even voor de spiegel staan.

1 reactie op “Over behoorlijk bestuur VI

  1. Pingback: Over behoorlijk bestuur VII – Auke van der Berg ~ Ikki's eiland. De horzel van het koninkrijk

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *