Over het sociaal minimum – Het ritueel

december 4, 2020

Slaapkamer

Een paar dagen geleden stuurde gedeputeerde Nina den Heyer een hartenkreet naar de leden van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties.
De hartenkreet van Den Heyer begint met de vaststelling dat ‘het 8 jaar [heeft] geduurd voordat het kabinet een sociaal minimum voor Caribisch Nederland heeft vastgesteld.’
Tot zover het goede nieuws.
Want de volgende alinea begint met: ‘Het minimum wat is vastgesteld is fictief. Ik zeg met nadruk fictief, want het gehanteerde ijkpunt ligt nog ruim onder het reëel bestaansminimum (Regioplan, 2018).’

Ondanks deze sombere conclusie laat Den Heyer zich daarna van haar milde kant zien:
‘Dat de kloof niet in één keer kan worden overbrugd, begrijp ik. Zoals ik ook begrip heb voor de keuze voor een twee sporenbeleid: niet alleen het inkomensniveau verhogen, maar tevens de noodzakelijke kosten van levensonderhoud verlagen. Zo groeien we stapsgewijs toe naar een leefbaar bestaansminimum zoals in het Europese deel van ons land.’
Ook die bui duurt niet lang. Want direct daarna meldt Den Heyer: ‘Helaas moet ik constateren dat er sprake is van naar elkaar toe kruipen.’

Al weet de gedeputeerde ongetwijfeld dat er peuters bestaan die al kruipend in Verstappentempo door de kamer kunnen racen, ziet zij de commissieleden daartoe niet in staat, want ze vervolgt met de bittere vaststelling dat ‘het bij de huidige aanpak nog jaren [gaat] duren voordat ik mij als bestuurder/politica in een goed georganiseerd land als het onze niet meer hoef te schamen voor de schrijnende situatie waarin vele van mijn eilandgenoten zich bevinden. Zolang het structureel verlagen van de kosten van levensonderhoud zo traag verloopt als thans het geval is, pleit ik daarom voor een overbruggingsregeling.’

Dat Den Heyer inschat dat de Haagse politici geen racepeuters zijn, is begrijpelijk als je naar de afgelopen tien jaar kijkt.
Aandacht vragen voor de schrijnende armoede op het eiland is zo langzamerhand een ritueel zonder waarde geworden. Na ieder bezoek aan het eiland roept een Haagse politicus dat hij of zij geschrokken is, ieder door Den Haag geïnitieerd onderzoek eindigt met de conclusie dat het zo werkelijk niet langer kan, waarop de verantwoordelijke minister of staatssecretaris iets mompelt over stippen en ijkpunten. Die zij, en zij alleen, altijd aan de horizon zien. Waarna het dossier dichtgeslagen kan worden en bijgezet in een archiefkast.

Dat Den Heyer haar brief besluit met het aanbod om mee te denken over een oplossing voor de problemen is onderdeel van het ritueel.
Je moet toch wat.

De brief van de gedeputeerde: Brief aan leden Vaste Cie Koninkrijksrelatie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *