De buurkatten – het gesprek

juli 23, 2021
Drukwerk

Bonaire.nu – 18 juli 2021

De grijze gooide het vertrouwde argument maar weer eens op tafel.
‘Ja, het is natuurlijk een kleine gemeenschap en dus is er niet veel keuze.’
Waarmee het gebrek aan handelen van de lokale politici verklaard wordt en de gevolgen ervan met de mantel der liefde toegedekt.
Aan de blik van de wittere kat was die het met deze analyse niet eens.

Het is natuurlijk aardig dat de twee buurkatten regelmatig langs komen om de waan van de dag te bespreken.
Geen zee is ze te hoog en ze denken de wijsheid in pacht te hebben.
Of we het nu over de woningnood in Nederland hebben, de persconferenties van de heren Rutte en De Jonge of het beleid van de Centrale Europese Bank, de twee hebben hun verhaal klaar.
Gisteravond vroegen ze wat ik van de houding van het Bestuurscollege op het eiland vind met het oog op de toekomst van het toerisme. De belangrijkste bron van inkomsten voor het eiland.

Uiteraard vertelde ik over de conferentie een paar weken geleden in Miami over het cruiseschiptoerisme en de benoeming van een Strategisch Adviseur Toerisme. Uit de verslaggeving heb ik opgemaakt dat die bijeenkomst in Miami geen keuze heeft opgeleverd, cruiseschepen mogen gewoon blijven komen, al letten we natuurlijk wel op. De meneer die het toerisme strategisch in banen gaat leiden, heeft volgens de berichtgeving Aruba in een eerder stadium aan de toerismegoden overgeleverd. Een benoeming die derhalve voor commotie zorgt op het eiland.
Ook moest ik de katten vertellen dat ik de indruk heb dat al die keuzes wat ingewikkeld zijn voor het bestuur van het eiland.

Waarna de grijze met zijn opmerking kwam dat het nu eenmaal zo gaat in een kleine gemeenschap.
Die opmerking stuitte bij de witte op bezwaren.
‘Hoe zit het dan hier in Nederland?’, vroeg ie, ‘hier wonen ruim achttien miljoen mensen. En wat zie je als je naar de politiek kijkt? Gebrek aan visie, woningnood, armoede, vriendjespolitiek, noem maar op.’
De grijze keek mij aan.
Maar ik wist even niet wat ik hiertegen in kon brengen.

‘Kijk eens naar een debat in Den Haag’, deed de witte er een schep bovenop, ‘dan ben je het geloof in de mensheid na een uurtje wel kwijt. Het gaat dus niet om twintigduizend inwoners of achttien miljoen, dat maakt niet uit.’
De grijze en ik keken elkaar weer aan.
‘Zullen we iets gaan drinken?’, stelde ik voor om verdere discussie te vermijden.
Dat vonden ze een goed idee.

Vier bier later kwam de grijze nog een keer zijn gelijk halen.
‘Neem nu onze premier. Die heeft vermoedelijk Frédéric Dard gelezen. Want die schreef dat een politicus geen carrière kan maken zonder goed geheugen, omdat hij zich alle beloftes moet kunnen herinneren die hij vergeten moet.’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *