Noah Oleana – Sindsdien weet ik waar ik thuishoor

december 20, 2021
Noah

Noah Oleana

Na de middelbare school wist ik niet goed wat ik wilde. Daarom ben ik in Nederland eerst naar het Luzac gegaan. Om het vwo-diploma te halen. Ik wist niet wat ik wilde studeren. Je krijgt van die blaadjes en dan zeggen ze, kies maar een studie.

Dat jaar heb ik gebruikt om naar verschillende scholen en universiteiten te gaan. Kijken wat er is. Uiteindelijk heb ik voor chemische technologie gekozen. Scheikunde vond ik altijd al leuk en makkelijk. Dus keek ik bij chemie en naar engineering. Achter de schermen kijken hoe iets werkt. Het was een leuke open dag hier in Eindhoven. Je kon in het lab kijken, je kreeg veel uitleg. Ik dacht: you got me.

Omdat ik het Luzac niet haalde, doe ik de studie op hbo-niveau. Ik zit nu in het derde jaar. Dat betekent stage lopen.

Ja, veel studenten van de eilanden hebben een achterstand qua Nederlands. Daarom haalde ik het Luzac ook niet. Het was mijn enige onvoldoende. Maar ja, Nederlands is het enige vak waar je geen onvoldoende voor mocht halen.
Thuis spreken we Nederlands, maar toch had ik er hier moeite mee. Niet met het spreken, maar hier is men strenger wat betreft het schrijven. Er wordt meer gecheckt.

Nederland was niet nieuw voor me. Ik kwam hier al vaak met mijn ouders. En een broer en zus hebben hier gestudeerd. Ook hebben we hier veel familie.
Daarom was de initiële schok minder dan anderen misschien ervaren, maar toch voelde ik wel een shock. Het gaat hier toch anders.
Ze hebben dan wel het ‘Brabants Kwartiertje’, maar als ik tien minuten te laat kom, krijg ik toch op mijn kop. Denk ik, tien minuten, wat doe je moeilijk.
En zomaar, random, bij iemand langsgaan. Dat was ik gewend. Hier krijg je te horen ‘wat doe je hier? We hebben toch niks afgesproken?’ En die agenda’s. Iedereen heeft het altijd druk.
Of je bent bij iemand thuis en ze gaan eten en … ‘Ga je zo naar huis?’
En die tikkies! Ook al is het maar twee euro.
Dat vond ik in het begin echt apart, daar had ik moeite mee.

Maar zoveel jaar later vind ik het prima in Nederland. Ik heb het echt naar mijn zin. Maar ik zie mezelf hier niet iets opbouwen. Ik zie mezelf hier niet blijven. Zo leuk is het hier ook weer niet. Het is goed, maar voor nu.

Eerst wilde ik naar Groningen of Rotterdam. Ik dacht dat Eindhoven een boerenstad was. Maar het is een hele leuke stad. Het is niet zo groot, alles is er en het is niet te druk. Als ik in Rotterdam of Amsterdam ben, vind ik het erg druk. Ik denk dat ik gek zou worden als ik daar zou wonen.

Bij de studiekeuze heb ik niet nagedacht over de vraag welke mogelijkheden er zijn op het eiland. De enige plek die ik kan bedenken, is bij het WEB, de waterzuiveringsinstallatie bijvoorbeeld. Bovendien, als je een studie kiest waarvan je denkt, hier kan ik iets mee op het eiland, beperk je jezelf. Nu heb ik iets gekozen wat ik oprecht leuk vind.

Engineering is best breed. Voorlopig hou ik alle opties open. Uiteindelijk wil ik weer naar Bonaire. Maar eerst misschien nog een jaartje Nederland. Gewoon om ervaring op te doen. En om wat te verdienen. En ja, ook wil ik graag reizen. Om dingen te zien.
Misschien blijf ik een tijdje ergens hangen. Ik hou voorlopig alle opties open.
Dat mijn keuze beperkingen meebrengt is niet iets waar ik over pieker. Want uiteindelijk weet ik dat ik altijd op het eiland terecht kan. Mijn ouders, mijn familie … Ik heb altijd wel opties daar. Dat besef ik. Voor anderen zal dat misschien lastig zijn.

Ik ben zeker een bevoorrecht iemand. Alleen al door de studieschuld zitten heel veel mensen hier vast. Daarom alleen al ben ik bevoorrecht. Mijn ouders ondersteunen me. Waardoor de studieschuld geen molensteen wordt.
Ook weet ik dat ik als ik terugga een thuis heb. Ook weet ik dat er altijd werk zal zijn. Bijvoorbeeld omdat twee ooms altijd iemand kunnen gebruiken.
Daardoor heb ik die stress niet. Ik merk dat mijn medestudenten van de eilanden met veel meer vragen zitten. Dat vind ik jammer.

Als ik nu naar Bonaire ga, zie ik hoe het eiland aan het veranderen is. Dat maakt het teruggaan nog lastiger. Alles is duurder geworden, huizen zijn onbetaalbaar en dan die studieschulden nog.
Het is toch een klein eiland, er komen nu veel mensen en het gaat maar door. Dat vind ik moeilijk om te zien.
En nogmaals, ik zal er het minst last van hebben, maar voor het eiland en voor iedereen daar vind ik het pijnlijk.

Aan het begin van dit jaar was ik drie maanden op het eiland. Ik kwam in december en door de lockdown in Nederland ben ik gebleven.
Daardoor heb ik gezien wat er allemaal aan het veranderen is. De hoeveelheid mensen, en dan het soort mensen, ik weet niet hoe ik het moet noemen, maar in plaats van gewone toeristen, is het nu Ibizatoerisme.
Het zijn er veel. Iedereen geniet van het eiland, maar niemand is geïnteresseerd in wat er speelt. Ze zijn er om te genieten, maar ze hebben niet in de gaten waar ze zijn. Ze zijn er voor zichzelf.
Als je zegt, je bent op Bonaire en niet in Nederland, roepen ze, het is toch gewoon Nederland? Ik hoef toch geen Papiaments te leren?
We zijn wel een deel van Nederland, maar je bent toch ergens anders, een andere cultuur. Ik bedoel, in Brabant doe je anders dan in Rotterdam.

Nee, ik weet niet zo 1, 2, 3 wat er moet veranderen om het teruggaan van studenten makkelijker te maken. Wat kun je doen?
Je kunt misschien een baan vinden, misschien kun je bij je ouders wonen, want een huis vinden is bijna niet mogelijk.
Stel je vindt iets, dan moet je leven, een toekomst opbouwen en je studieschuld terugbetalen. Hoe doe je dat? Ik weet het niet.
Er komen er steeds meer mensen naar het eiland die geld genoeg hebben. Die kopen een huis en gaan het verhuren. Kopen een stuk grond of een bedrijf. Daar kun je nooit tegenop als student.

Hoe je dat kunt tegenhouden of veranderen? Ik weet het niet. Misschien moet je van de studenten die terug willen komen een deel van de schuld kwijtschelden.
Maar dan nog zit je met werk, huisvesting; het blijft moeilijk. Er zal veel moeten veranderen, wil je dat de meeste studenten terugkomen.

Toen ik aan de studie begon, dacht ik niet na over een toekomst op het eiland. Ik had eerder zoiets van ‘Doei Bonaire’, ik kom hier nooit meer terug. Ik was er klaar mee.

Eigenlijk weet ik nog niet wat ik wil. Dus eerst moet ik onderzoeken wat ik wil. Daarna kan ik kijken of dat op Bonaire past of kan. Als ik nu terug zou gaan heb ik minder kansen om te ontdekken wie, wat en hoe. Dat is nu de drempel.
Ik wil eerst reizen, kijken wat er is. Misschien kom ik iets tegen waarvan ik denk, dit is het.

De Nederlandse studenten hebben het enerzijds makkelijker. Voor hen zijn de opties die Nederland biedt makkelijker, maar qua leven missen ze iets. Qua experience.
Hoe ik ben opgegroeid op het eiland, als ik er nu ben, voel ik me goed. De cultuur, de vibe daar is zo relaxed. Iedereen houdt ervan. Dat is tegelijk de reden waarom iedereen ernaartoe gaat.
Stel dat je hier in dit grauwe Nederland opgroeit, dat je wakker wordt en het donker is – ik word gek.
Je bent bevoorrecht als je daar op mag groeien.

Noah2

Je bent bevoorrecht als je daar op mag groeien

Natuurlijk kun je hier in Nederland anoniem zijn, je kunt je verschuilen. Dat is ook een reden waarom het me hier nu wel goed bevalt. Ik ga gewoon op badslippers en in mijn oude hoodie naar de Jumbo. Niemand kijkt op.
Het eiland is klein. Dat is ook een van de redenen waarom ik nog niet terug hoef. Ik ben nog in de fase dat ik anoniem wil blijven.
Toen ik er begin van het jaar drie maanden was, vond ik het leuk dat iedereen een praatje maakt, je groet. Ik wist niet dat ik dat miste.
Ja, ik ontdekte in die maanden wat ik miste: de rust, het kind of spoiled life wat ik daar heb, een sense of vrijheid. En de natuur. En de zee. Het eten.
Mijn oma en de boerderij.

Wat hier in Nederland wel leuk is? De zomermaanden, iedereen is in een goede bui als het mooi weer is.
En je auto pakken en door Europa rijden. Dat kan hier. En de efficiency van Nederland. Iets waar ik toch aan gewend ben geraakt. Dat als je in Italië of Spanje bent en de bus komt vijf minuten te laat, dat je denkt waar blijft die bus. Ja, ik ben besmet. Als ik op Bonaire ben, boeit me dat niet.

Nee, ik kom niet veel dingen tegen die wijzen op mijn kleur. Hoewel, als ik bij de Jumbo ben, wordt mijn tas vaak gecontroleerd. Als ik met een Nederlandse vriend ben, gebeurt dat niet. Maar het is niet iets waar ik me druk over maak.
Mijn medestudenten keken de eerste keer bij KFC wel op. Dat mensen kip kluiven. Zij eten alleen vanuit het midden. Ik eet alles, kraakbeen, zuig het beenmerg er even uit. Er was toevallig een meisje van Aruba bij, wij deden allebei hetzelfde. Iedereen zat naar ons te kijken. Heb nog maanden moeten horen dat ze door Noah geen kip meer konden eten.

Wat me opgevallen is, is dat het niveau van het Engels hier lager is dan op het eiland. Dat merkte ik toen ik hier 6 vwo deed. We kregen opdrachten die we op het eiland in 4 havo deden.
Onderling duikt het Engels steeds meer op op het eiland. Door sociale media en muziek. Ook in de spreektaal.
Dat is ook iets wat me hier op is gevallen. Dat mensen hier niet weten dat wij in het Nederlands les krijgen.
“Hoe kan het dat jij zo goed Nederlands spreekt?’, vragen ze. Moet ik uitleggen dat op school alles in het Nederlands gaat. We hebben dezelfde examens.

Of je de leerlingen beter kunt voorbereiden? Nee, ik denk toch, leer het maar de hard way. Je gaat het pas voelen als je hier bent. That’s the only way.
Dat geldt eigenlijk ook voor de voorlichting. Het is toch allemaal theorie. Wij gingen nog een week naar Nederland toen we in de vierde zaten. Dat concept was goed. Alleen legde elke school waar we kwamen uit hoe het leenstelsel werkte, en werd er bijna niks verteld over hoe de school werkte of hoe er lesgegeven werd.
Er was maar één universiteit die een rondleiding gaf en liet zien hier gebeurt het.
Dat oriëntatiebezoek zou weer terug moeten komen. Het kan helpen. Weet je in ieder geval waar je terechtkomt. Vooral als je hier nog nooit geweest bent.

Wat me opvalt aan de Nederlandse studenten? Ze denken vaak wat kleinschaliger, een beetje onwetend. Weinig desire om het wel te willen weten. Alles is gewoon zoals het is en zo blijft het en dat is goed.
Iedereen heeft dezelfde visie op hoe het zit in het leven. Naar school, studeren, dan kopen we een huis en dan gaan we leuk op vakantie. Allemaal een beetje hetzelfde riedeltje.
Ik denk dat de stap die je moet maken als je van het eiland naar hier komt ervoor zorgt dat je een trigger krijgt, dat je wel moet nadenken over wat je wilt.
In mijn jaar ben ik, met nog een meisje, de enige die op kamers woont. De rest zit allemaal thuis bij papa en mama. Al zijn ze derdejaars.
Alleen dat al geeft je hele andere ideeën. En dan kom je ook nog van heel ergens anders. Als je dan later een jaartje in Spanje wilt wonen, is de stap anders. Je hebt al een keer zo’n move gemaakt.
Ik ken een meisje dat in Tilburg studeert. Toen ze stage moest lopen in Leeuwarden, had ze heimwee. Dan denk ik toch, heimwee, je neemt de trein en je bent thuis. Dat kan ik niet doen.

Noah3

Sindsdien weet ik waar ik thuishoor. Dat is op Bonaire.

In het begin had ik geen heimwee. Ik dacht, dag Bonaire, ik kom nooit meer terug, Dat heb ik lang geroepen. Zes juli kreeg ik mijn diploma, zeven juli zat ik in het vliegtuig. Ik was klaar met het eiland.
Het eerste half jaar heb ik alleen maar gechilled. Ieder weekeinde ergens anders.
Tot februari. Toen werd het echt koud. En donker.
In december dacht ik nog, is dit de winter? Het koudst dat ik meemaakte was 7 graden. Dat was koud, maar niet erg. Besefte niet dat het in januari en februari veel erger was. Vooral die donkerheid. En dan constant alleen op je kamer. Ik had een beetje een winterdepressie heb ik me laten vertellen.
Toen begon ik na te denken over hoe Bonaire is, hoe ik daar leefde.

Na die drie maanden wist ik wat het eiland voor me betekent. Toen dacht ik, wow. In die zin had ik veel heimwee.
Sindsdien weet ik waar ik thuishoor. Dat is op Bonaire.
Ik was er drie maanden.
Ik moest huilen toen ik terugging naar Eindhoven.

Ik had langer kunnen blijven, maar ik wist, het is tijd om reality te facen.
Maar nu weet ik, ik hou van het eiland. Ik weet wat het voor me betekent.

Daarna voelde ik me weer op mijn gemak hier in Eindhoven. Ik heb gemerkt dat ik snel kan switchen.
De vlucht terug was een beetje somber. En die eerste dag …
Dan denk je, let’s do it.
In mijn achterhoofd weet ik dat als ik echt, echt terug zou willen, ik morgen kan gaan.
Dat geeft rust en maakt het makkelijker om te switchen.
Voor nu geldt, mijn leven hier gaat door. En niet vergeten, hier zijn ook leuke dingen.

Het is goed om een tijdje weg te zijn. Dan zie je pas wat voor waarde Bonaire heeft. Die plek is de echte shit.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *