Dennis Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Beeld: ©RVD Ð Valerie Kuypers en Martijn Beekman
Minister Dennis Wiersma van Primair en Voortgezet Onderwijs bewees vorige week tijdens zijn bezoek aan het eiland dat hij consequent is.
In december 2021, toen de heer Wiersma staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid was, wist hij op vragen van de Tweede Kamer te melden dat het niet handig zou zijn om de onderstand (bijstand) op de eilanden te verhogen naar 70% van het minimumloon. Zoals dat in Europees Nederland geldt.
Een verhoging leek de toenmalige staatssecretaris maar niks. Meneer Wiersma denkt dat daarmee de prikkel om te gaan werken verdwijnt.
Een argument dat in sommige kringen al jaren opgeld doet.
Vorige week wist deze minister te vertellen dat er geen speciale scholen hoeven te komen op het eiland. Er zijn dan misschien wel kinderen die extra aandacht nodig hebben, maar gelukkig is er ‘een heel goed netwerk van expertise’, volgens de minister.
Het probleem ligt bij de ouders, weet meneer Wiersma, die zouden het vaak lastig vinden om hulp voor hun kinderen te accepteren.
Deze houding is natuurlijk goed voor de nachtrust van meneer Wiersma. Hij poetst zijn tanden met onschuld, trekt zijn streepjespyjama aan en valt rustig in slaap.
Hoewel.
Wat opviel bij de persconferentie vorige week was de slechte voorbereiding van de minister. Op vragen van Caribisch Nederland over speciaal onderwijs moest de heer Wiersma eerst even overleggen met een topambtenaar. ‘Want ik weet eerlijk gezegd niet echt hoe dat zit.’
Om daarna terug te komen met de beschuldiging aan de ouders.
Een topambtenaar inderdaad.
In de komende week hoop ik met een aantal mensen te spreken over het onderwijs voor kinderen die extra aandacht nodig hebben. Maar ook over dat beroemde tussenjaar waarin leerlingen na de middelbare school beter voorbereid worden op het vervolgonderwijs.
Dit alles in de hoop dat de minister voortaan beter geïnformeerd de schuld bij anderen kan leggen.