Van golfkarretjes en Masterplannen

augustus 15, 2022
Bonaire.nu-logo-voor-Auke

bonaire.nu – 14 augustus 2022

Daar kwam ineens dat beroemde Masterplan 2030 weer tevoorschijn. In een interview met het Antilliaans Dagblad wist politiek leider van de MBP, de heer Tjin Asjoe, dat plan zomaar weer tot leven te wekken.*
Blijkbaar staat in dat plan dat er geen grote hotels meer langs de kust zullen worden gebouwd en dat de bestaande hotels moeten worden omgetoverd in 4- en 5-sterren boutique-hotels.

Het eiland is toe aan een herijking volgens Tjin Asjoe. Wie niet meer dan zestig dollar voor een overnachting wil betalen, heeft niets op het eiland te zoeken.
Onderdeel van het Plan is dat de toerist dan wel iets mag verwachten voor al dat geld dat hij uit moet geven. Fietspaden bijvoorbeeld en er moet een subsidie komen op de aanschaf van elektrische auto’s en scooters.
In 2035 moet het eiland ‘geruisloos’ zijn.

Nu al racen er allerlei geruisloze golfkarretjes over het eiland. Hoofdschuddend kijken sommige bewoners van het eiland naar de gevaarlijke strapatsen van de toerist die zigzaggend over het eiland racet. Ook is men bezorgd over de hoeveelheid mensen die in en op die karretjes gepropt worden.

Die bezorgde bewoners vragen zich af waarom er zo weinig aandacht is voor de verkeersveiligheid.
Op sociale media wordt er sowieso regelmatig geklaagd over het gebrek aan toezicht en handhaving. En dan niet alleen voor wat betreft die golfkarren.

Het lijkt alsof er sinds 1955 niet veel veranderd is. In dat jaar verscheen het plaatsjesboek ‘Naar de West’, geschreven door Piet Bakker. De meneer van Ciske de Rat inderdaad.

Bakker schetst een wat ironisch beeld van Bonaire.
‘Net als vijfentwintig en driehonderd jaar geleden speelt het leven zich in kleine verhoudinkjes af. Ik weet niet of men hier van een idylle mag spreken. Mocht het er evenwel een zijn, dan is het wel een slaperige en vervelende idylle.’

Ook hij heeft geen hoge pet op van de activiteiten van de gezagsdragers en handhavers:
‘In een streepje schaduw van het blakerend hete plein lag een zwarte hond te hijgen. Het was of de schrikbarende hitte door die haastig hijgende hond gestalte kreeg. Zo heet was het dat ik al mijn energie nodig had om dit zonbeschroeide plein over te steken en naar het politiebureau te gaan waar ik een formaliteit in orde moest maken. Er lagen acht politie-agenten te slapen. En ik heb niet de moed opgebracht hun rust te verstoren. Dit was de eerste indruk die ik van Bonaire kreeg.’

De laatste zinnen uit het boek laten zien dat meneer Bakker naast dit soort wat geesteloze beschrijvingen, ook wel wist hoe de vork in de steel zat.
‘Hoe ook de toekomstige verhouding tot Nederland moge worden, vaststaat het dat wij een ereschuld hebben in te lossen ten aanzien van de bevolking. In de West zijn stellig niet de schoonste bladzijden van onze eeuwenoude koloniale geschiedenis.’

Bron: https://antilliaansdagblad.com/bonaire/26135-bonaire-geen-grote-hotels-meer-en-niet-langs-de-kust?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *