Op weg naar 15 maart – Hennyson Thielman – Je kunt niet alleen maar achter de gordijnen zitten

februari 12, 2023
Thielman

Hennyson Thielman – Foto: ABC Online Media -Harald Linkels. – Serie ism bonaire.nu

Na de HAVO op het SGB ging Hennyson Thielman (1989), lijsttrekker van de Movementu di Pueblo Boneriano (MPB), naar Aruba om bedrijfseconomie te studeren. Na Aruba werd de studie voortgezet in Amsterdam. Aan de Vrije Universiteit volgde Thielman de master Business Administration. In 2013 ging Thielman terug naar het eiland. Met als plan daar onderzoek te doen en zijn scriptie te schrijven. Het is er niet van gekomen. De politiek legde al snel beslag op zijn leven. Eerst als lid van de Eilandsraad. Daarna als gedeputeerde. Met economische ontwikkeling en toerisme in het pakket.

‘Ik heb twee jaar op de VU gezeten. Daarna ben ik teruggegaan naar huis. Ik zou mijn scriptie hier schrijven, maar dat is er niet van gekomen. Naast mijn werk bij de Kamer van Koophandel, was ik mijn eigen bedrijf begonnen. Een evenementenbureau. Na een half jaar kwam ik Elvis Tjin Asjoe tegen en we raakten in gesprek over de politiek. Vlak daarna hebben we de MPB opgericht. Zo is het allemaal begonnen en had ik geen tijd meer voor mijn scriptie.’

Je studeert, begint een eigen bedrijf en dan ga je de politiek in. Ik las in een interview dat je al jong met je vrienden over politiek nadacht. Dus zo raar was die keuze niet.

‘Ja, het was iets wat ik in me had. Ik had altijd het gevoel dat dingen beter moesten kunnen hier. Met een groep vrienden discussieerden we veel over hoe dingen zouden moeten gaan. Wat we zouden doen als we het voor het zeggen zouden hebben. Dat gevoel bleef altijd.
Al wilde ik niet echt in de spotlights staan. Ik ben meer geschikt voor de achtergrond, behind the scenes. Ik wilde helpen, maar niet in the picture staan.

Toen ik in Nederland woonde was ik continue aan het kijken en lezen over hoe het op het eiland ging. Vermoedelijk door de kou. Het eiland is zo mooi en heeft zo veel potentieel zag ik.
In mei 2013 kwam ik terug en vroeg ik me af wat ik wilde gaan doen, naast mijn werkzaamheden.
Er was een congres van de UPB waar ik naartoe ging, maar op de een of andere manier wist ik vrij snel, hier voel ik me niet thuis.

Een paar maanden daarna zaten we in City Café. Iemand die me goed kent, wist dat ik iets voor het eiland wilde doen. Zij wees mij erop dat Elvis daar ook zat en dat ik met hem moest gaan praten. Elvis was toen bezig met de vraag of hij een nieuwe partij wilde oprichten. Ik was het met hem eens dat het tijd was om iets te doen, iets nieuws.

De oude partijen waren in mijn ogen ouderwets. Het was overigens nog voordat Clark Abraham in de politiek kwam. Clark was wel actief, maar nog niet als partijleider of zoiets.
De mensen bij de bestaande partijen waren gemiddeld nogal wat ouder.

Op 15 december 2013 werd de MPB opgericht. Zo is het begonnen. Ik had het idee dat ik achter de gordijnen ging helpen. In het bestuur, maar niet op de voorgrond.’

Je zegt nu een paar keer dat je niet in het spotlicht wilt staan, maar daar zit je nu. Als lijsttrekker.

‘Haha, ja, precies. Op een gegeven moment waren we bezig met de kandidatenlijst en kwamen mensen naar me toe met de opmerking dat ik dan ook op de lijst moest gaan staan. Je kunt niet alleen maar achter het gordijn zitten.
Daar moest ik wel even over nadenken. Op een gegeven moment besloot ik het toch maar te doen. En hier zit ik nu.’

Ja, en nu niet meer alleen op de lijst, maar als lijsttrekker. Dacht je van tevoren na over de gevolgen? Bijvoorbeeld kritiek, al die tijd die het kost?

Je denkt erover na. Maar dat verschuift als je aan de slag bent. Als je bijvoorbeeld met een project begint, denk je wel hoe zal dit bij de mensen vallen. Hoe zullen ze het oppakken?
Ik vraag andere mensen om hun mening voor ik een beslissing neem. Daardoor krijg je inzicht in andere perspectieven. Je moet luisteren naar andere meningen. Want je hoort natuurlijk soms ook iets wat heel goed is. Daar ga je dan mee aan de slag.

Neem Bachelor’s Beach. Dat is een van de projecten waar we mee bezig zijn. Iedereen met wie ik het daarover had, was heel enthousiast. Maar nadat het gepubliceerd was, kwam er een groep mensen met vragen en kritiek. Met die mensen ben ik gaan praten.
Na dat gesprek begreep ik hun gevoel. Ze waren bang dat het stukje grond gedomineerd zou worden door toeristen. Zodat de lokale bevolking daar niet meer zou kunnen komen.
We hebben dat plan te groot gepresenteerd en te veel gericht op de toeristen. Waardoor de lokale bevolking het idee kreeg dat zij er niet bij hoorden.
En dus zijn we terug naar de tekentafel gegaan om het project te herzien.’

Dat betekent dat communicatie van belang is.

‘Dat is denk ik onze grootste zwakte geweest als Bestuurscollege de afgelopen vier jaar. We hebben veel gedaan. We moesten met COVID dealen, we hebben stappen gezet met de toeristenbelasting. Met de opbrengst daarvan konden we de energiekosten verlagen bijvoorbeeld. En zo hebben we veel meer gedaan. Maar we hebben al die zaken niet echt goed gecommuniceerd.
We denken te makkelijk, het is in de Eilandsraad besproken, het heeft in de krant gestaan en dan denken we dat mensen wel weten wat er gebeurt. Maar we zijn erachter dat dat niet zo is.
Gisteren had ik een gesprek met iemand van Akseso. Een nieuwe stichting waar vijf miljoen in is gepompt. Bestemd voor allerlei sociale dingen. Maar mensen weten niet wat ze aan Akseso hebben, waarvoor zij bij die stichting terecht kunnen.
Dat soort zaken moeten we veel beter communiceren.

Onze afdeling Communicatie moet verder geprofessionaliseerd worden. Er moeten mensen bij. Dan kun je uitleggen wie wat doet, wie welke taak en verantwoordelijkheden heeft.’

Mensen klagen over de wegen, over dit en over dat. Neem de wegen. Er moeten redenen zijn waarom het maar niet lukt. Dat kun je toch ook uitleggen?

‘Het is een combinatie van factoren. Aan de ene kant is er heel veel gedaan in de afgelopen vier jaar. Als ik de wegen bekijk die gerenoveerd zijn, zijn dat er veel. Maar aan de andere kant is het niet genoeg. Het kan en moet beter. Sommige mensen in de bario’s moeten een soort safari-tour ondernemen voor ze weer thuis zijn. Dat wil je niet.’

Wat is dan het grootste probleem als je het over de infrastructuur hebt?

Het is zoals ik al zei, een combinatie van factoren. Als eerste de uitvoeringskant. We zijn nu bezig om mensen in de directie van R&O te plaatsen om te helpen met de wegen. Nu zie je dat iemand bezig is met de wegen, dan met de pier, dan met onderwijshuisvesting en zo gaat het maar door. We hebben te weinig expertise in huis. Daardoor kan iemand zich niet focussen op één onderwerp.

Ik zou het anders aanpakken. Ik zou gekozen hebben om bepaalde prioriteiten te stellen en meer mensen en expertise binnen te brengen in R&O om de grote uitdagingen die we hebben aan te pakken. Er is geld genoeg namelijk.
Voor onderhoud gaan we onderhoudscontracten aan een paar bedrijven aanbieden. Waarbij één bijvoorbeeld voor Playa verantwoordelijk wordt. Je krijgt een vast bedrag voor ieder gat dat je dicht. Aan het einde van de maand stuur je foto’s en een factuur.
Nu oogt het alsof alles willekeurig gaat. Er wordt gebeld, gebeld. Daar is een gat, hier eentje. Dan wordt een bedrijf ingehuurd en duurt het een paar weken voor er iets gebeurt.
Als je een contract met een bedrijf sluit, zijn zij verantwoordelijk voor hun regio.’

Zijn er genoeg mensen die dat werk aan kunnen?

Ja, al zijn er nog wel een paar issues. We hebben een asfaltplant. Die heeft veel problemen gekend. Iedere drie, vier weken was er weer iets wat kapot was. Weer twee weken wachten.
Ondertussen zijn er twee nieuwe asfaltplants. Die worden beide geïnstalleerd.
We hebben een blokkenfabriek die ook klinkers maakt. En er zijn nog een paar bedrijven die klinkers maken en plaatsen.
Als we die goed inzetten, kun je zorgen dat er wat gebeurt. In de bario’s meer klinkers plaatsen en de hoofdwegen asfalteren.’

Er is niet alleen een technische kant, ook de bevolkingsgroei speelt een rol natuurlijk als je het hebt over de infrastructuur.

Dat is ook echt een ding. De afgelopen tien jaar, maar vooral de laatste vier, zijn we heel erg snel gegroeid. Dat heeft natuurlijk gevolgen. We kijken samen met verschillende instanties hoe we die groei kunnen dempen. Dat is wat moeilijker dan we dachten. Al hebben we wel een paar tools die we kunnen gebruiken.’

De Gemeentewet biedt mogelijkheden. Die zou je in kunnen zetten.

‘We zijn er ook mee bezig. Met een soort huisvestingsverordening waarin regels worden opgesteld. Bijvoorbeeld dat je een economisch belang moet hebben als je je op het eiland wilt vestigen. En niet een huis kopen om het weer te verkopen, dan heb je het over zelfbewoning.’

Als ik zo luister op het eiland is er teleurstelling over wat je partij, de MPB, voor elkaar heeft gekregen. Hoe verkoop je de partij in de campagne?

‘Er zijn verschillende dingen gebeurd. Als ik kijk naar wat we allemaal beloofd hebben vier jaar geleden, zie ik dat we een heleboel gedaan hebben. We hadden 19 speerpunten in ons programma. Zestien van die punten hebben we bereikt of er zijn stappen gezet. Maar bij drie niet. Dat moeten we eerlijk aangeven.

Zo hebben we niet genoeg gedaan voor mogelijk openbaar vervoer. Dat zit dan ook niet in onze portefeuille. Wij hebben wel de financiën ervoor gereserveerd, maar degene die daarover gaat, moet ervoor zorgen dat het gebeurt.
Ook vind ik dat we nog te weinig hebben gerealiseerd voor een fair immigratiebeleid. Fair voor de latino’s die hier naartoe komen. Als een werkgever geen correcte meldingen doet, zit de werknemer met een gat in de vijf jaar die nodig is voor hij een sedula aan kan vragen.
Het derde punt wat niet goed gegaan is, ben ik even vergeten.
We zullen goed uit moeten leggen wat er wel en ook wat er niet goed gegaan is. Dan voorkom je ook teleurstellingen.

Ik zat in de Eilandsraad toen het zgn. Bestuursakkoord kwam. Dat akkoord kwam omdat het bij het OLB echt niet goed ging. Kritieke functies waren niet ingevuld. Er waren geruchten dat er een aanwijzing zou komen. Net als op Statia.
We hadden verschillende Bestuurscolleges gehad in korte tijd, kortom, het was een instabiele situatie.

Als we nu terugkijken zie je dat we een veel stabielere relatie met Den Haag hebben. Er wordt anders naar ons gekeken. We zijn bijna zo ver dat we een goedgekeurde accountantsverklaring krijgen.
De begroting is van 47 miljoen in 2019 naar ruim 70 miljoen in 2023 gegaan.
De sleutelfuncties binnen OLB zijn ingevuld. Er zijn reorganisaties ingezet. Wat betreft digitalisering zijn er ook flinke stappen gezet.

We zullen moeten vertellen wat er gebeurd is, zodat er een beter beeld ontstaat over wat er gaande is.
En dat veel dingen die de mensen raken onder de directie van R&O vallen. De uitgifte van gronden, de infrastructuur, openbaar vervoer, betaalbare woningen, al die aspecten vallen onder R&O en die portefeuille valt niet onder de MPB.
De bedrijfsvoeringskant wel en daar zijn dan ook flinke stappen gezet.
Daarom wil ik ook dat wij de meerderheid in de raad krijgen. Zodat we ook R&O in ons pakket krijgen.’

Als je terugkijkt, is politiek dan ingewikkelder dan je dacht toen je eraan begon?

‘Ja. Want je bent afhankelijk van zo veel factoren. En je hebt met veel mensen te dealen, je hebt draagvlak nodig.
Je hebt zoals nu te maken met een coalitiepartner die toch wel anders denkt dan wij. We zitten niet altijd op dezelfde golflengte.’

Maar ook heb je met andere zaken te maken die de beeldvorming beïnvloeden. Zoals de BHM-affaire, het masterplan voor toerisme.

Het Strategisch Toeristisch Masterplan is er nog, hoor. Het is nog niet afgerond. Deels gooide COVID een deel van de plannen overhoop. Twee jaar lang zijn we bezig geweest om te zorgen dat bedrijven overleefden, dat er genoeg inkomsten binnenkwamen.
Daarom zijn we toen ook met een Toerisme Recovery plan gekomen. Een onderdeel van het Masterplan. We zijn nu bezig met een review. Want er zijn nogal wat dingen gebeurd die we niet konden voorzien toen het plan in 2017 geschreven werd.’

Als je in Den Haag kijkt, hebben bijvoorbeeld Curaçao en Aruba een permanente vertegenwoordiging. Wordt het niet tijd voor een BES-huis?

‘Ja, we willen ernaartoe dat er permanent iemand in Den Haag zit. Die naar de Tweede Kamer gaat, naar commissievergaderingen. Een soort lobbyist.
Wel wil ik eraan toevoegen dat we een goede band hebben met Haagse politici. Er wordt nu naar ons geluisterd.

Natuurlijk kunnen er dingen beter vanuit den Haag, maar er zijn ook verantwoordelijkheden die wij beter moeten dragen. Altijd maar schreeuwen dat Nederland het beter moet doen en zelf niet je verantwoordelijkheid nemen, helpt niet.
Als we het over het sociaal minimum hebben, moeten we ook naar onszelf kijken. Wat kunnen wij doen? Als we openbaar vervoer hadden geregeld hadden we mensen geholpen met kosteloos of goedkoop vervoer. Kijk naar de woningbouw. Daar hadden we ook een steentje aan bij kunnen dragen.

We moeten volwassener worden. Wij moeten laten zien wat wij kunnen en dat we willen leren. We gaan de goede kant op, maar we zijn er nog niet.
Zo mogen we ook wel eens laten weten dat we dankbaar zijn voor de dingen die Den Haag wel realiseert. Zoals nu de pensioenverhoging.’

Je kunt ook mild zijn en vaststellen dat het eiland nog maar twaalf jaar op eigen benen staat. Dat vraagt nogal wat van een bestuurder. Je wilt wel, maar je kunt niet alles.

‘Dat is mijn focus geweest in deze twee jaar dat ik gedeputeerde ben. Je wilt heel veel doen, maar je moet dan wel de organisatie hebben, die het kan realiseren. Je moet zorgen voor de juiste mensen om je ambities om te zetten in daden.
Dat moeten we nu binnen het OLB doen: we moeten de expertise binnenhalen zodat we de groei die we hebben, kunnen begeleiden. Maar ook om soms dingen tegen te gaan.

Je hebt grote investeerders die Bonaire hebben ontdekt. Die veel geld op het eiland willen gooien en alles willen opkopen. Als mensen binnen de directie dat niet zien of niet aan kunnen, gaan die projecten gewoon zomaar door.

Stap voor stap komen we er. Maar we zijn er nog niet.
Ik hoop dat we in de komende jaren sterke mensen binnenhalen die ons kunnen helpen. Die de groei zo begeleiden als wij voor ogen hebben.

We zitten nu wel in een andere positie dan een aantal jaren geleden. We zijn niet langer het eiland dat een beetje desperaat op zoek was naar investeringen. We hebben bijna geen werkloosheid meer. Wat we nu nodig hebben, zijn banen die goed betalen. Niet alles meer toelaten, maar kiezen voor dingen die we willen.

Dat is de grootste frictie die wij binnen deze coalitie hebben. Want de partner ziet het niet. Die wil verder gaan zoals ze gewend zijn. Een bepaalde stijl: laat maar doorgaan die groei, die hebben we nodig.’

Tot slot. De verkiezingen komen eraan. Waar moet de campagne zich op richten?

Aan de ene kant ben ik trots op wat wij als partij hebben gedaan. Maar ik zie ook wel dat we meer hadden moeten doen. Ik had bijvoorbeeld verwacht dat we met deze coalitiepartner meer hadden kunnen doen met terreinuitgifte, met de vergunningen, etc. Op dat gebied is het niet echt gelukt.

Ik ben niet blind. Zie ook wel dat niet iedereen op ons gaat stemmen. Maar ik denk toch dat we de verkiezingen gaan winnen. Omdat we heel veel gedaan hebben. Alleen moeten we dat nu gaan uitleggen. Mensen vergeten ook vaak hoe het vier jaar geleden was.

Daarnaast moeten we ons focussen op wat we nog willen gaan doen.
Dat betekent dat wij, de MPB, zoals al gezegd, meer aandacht willen besteden aan het verbeteren van R&O en het aanpakken van de woningnood op het eiland, we willen de terrein uitgifte beter organiseren en openbaar vervoer realiseren en de infrastructuur verbeteren.
Dan kunnen we de volgende stappen zetten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *