Boi Antoin ~ Wat van ons is, is niet goed

juli 24, 2015
Boi Antoin

Boi Antoin

Plotseling slaan we linksaf. Het is de volgende ochtend en Ikki brengt ons naar weer een afspraak.
Ikki draait het raampje open en roept iets naar de man die net uit een auto stapt.
‘Uitstappen’, zegt hij tegen mij, ‘dat is Boi Antoin.’

‘Als ik eerlijk ben, heb ik geaarzeld of ik je wel wilde ontvangen’, is de begroeting. Boi Antoin glimlacht. ‘Ik zit niet echt te wachten op weer een Nederlander die even langskomt.’
Als ik de volgende middag naar het kantoor van Antoin kom, zie ik in de wachtkamer twee portretten van onze vroegere koningin Beatrix als bewijs dat sommige Nederlanders altijd welkom zijn.

Boi Antoin beheert de Fundashon Historiko Kultural Boneriano, een klein historisch museum. In de loop van de tijd heeft Antoin een aardige collectie cultureel erfgoed verzameld. Alles staat in een ruimte van zes bij vier meter. Het klimaat is niet de ideale vriend voor de verzameling.

Uit archeologische vondsten bij Rincon blijkt dat er in de periode 2500-1800 voor Christus al mensen op het eiland leefden.
De grottekeningen van de Arawakkenstam Caquetios zijn de eerste getekende bewijzen van de aanwezigheid van bewoners van het eiland, zo rond 900 na Christus. De indianen waren vanuit Venezuela per kano naar de eilanden gekomen omdat de voedselvoorraden in hun bossen schaars waren geworden. De Caquetios kenden geen schrift, hun geschiedenis is te reconstrueren uit archeologisch onderzoek en uit de schriftelijke verslagen van de Spanjaarden die de eilanden veroverden. Die indianen leefden nog in het stenen tijdperk volgens het verslag van Amerigo Vespucci.*

‘Het begint met taal’, zegt Boi Antoin, ‘en wat dat betreft hebben we een stap teruggezet. Het is beter als mensen les krijgen in hun eigen taal. Het probleem hier is dat een heleboel mensen denken dat als ze niet goed Nederlands spreken, ze dom zijn.’
Sinds 2010 wordt op school weer in het Nederlands lesgegeven.
‘Het gaat niet alleen over taal. Piet Hein, Willem de Zwijger, die kennen ze. Maar van Cola Debrot hebben ze nooit gehoord.’

Antoin haalt zijn schouders op.
‘De oppositie is altijd voor het Papiaments. Als ik zeg dat iemand lesmethodes moet maken, vinden de lokale politici dat een goed idee. Er is welwillendheid, maar men doet niets. Vorig jaar zijn we bij het ministerie geweest, bij OCW. Daar zeggen ze dat we bij de lokale overheid moeten zijn. Ze willen wel geld geven voor een onderzoek. Maar hier, lokaal, wil men dat blijkbaar niet.’
Hij aarzelt even.
‘We hebben hier een stichting gehad. Die zou zich buigen over lesmateriaal over de geschiedenis en cultuur van Bonaire. Er zijn twee mensen aangenomen. Een Nederlandse mevrouw en een man uit Curacao. Ze hadden gestudeerd. Ze zaten een kamertje hier op de Kaya Amsterdam.’
Antoin wijst in westelijke richting.
‘Die twee hebben nooit, nooit iets gedaan. Echt waar. Nooit iets gepubliceerd of wat dan ook.’
Hij schiet in de lach.
‘Ja, ze zijn hier wel op bezoek geweest. Ik heb ze veel materiaal laten zien. Maar dat heeft niet geholpen. Niets hebben ze gedaan.’

We zitten ondertussen in het kleurrijke hokje waar de opnames voor de studio-interviews voor Bonaire.tv worden gemaakt. Bijzonder op de site van de zender is de serie interviews met eilandbewoners op leeftijd.
‘Je moet het nu vastleggen, die herinneringen aan het eiland van vroeger.’
Antoin schudt zijn hoofd als ik hem complimenteer met zijn werk.
‘Soms ben ik ten einde raad. Ik ben teleurgesteld in de lokale politiek. Als Nederland zegt dat het Papiaments niet goed is, dan vindt men het hier ook niet goed. We moeten emanciperen. Zelfvertrouwen krijgen. We kunnen het niet. Dat is onderdeel van onze mentaliteit. En Nederland laat ons dat voelen ook.’
Antoin zoekt even naar woorden.
‘In onze bibliotheek staat een boek van een Nederlander die over muziek schrijft. Hij schrijft over Beethoven en Schubert. Maar ook over muziek uit andere delen van de wereld. Als hij het over ons eiland heeft, noemt hij de muziek gekrijs. Ik weet wel, dat boekje is uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. Maar soms denk ik dat die mentaliteit nog steeds een rol speelt.’
Antoin zucht.
‘Wat van ons is, is niet goed. Als iemand zegt, we hebben hier problemen met het water in de regentijd en we denken dat we dat op kunnen lossen, is het niet goed. Wij weten niets. Er komt een Nederlandse ingenieur, of een commissie die een rapport schrijft. Neem de weg naar Rincon. Daar waren altijd problemen met de afvoer van het water als het regende. Er kwam een Nederlander die maanden onderzoek deed. Het lukte maar niet. Tot een voorman van hier een eenvoudige oplossing meldde. Hem was nooit iets gevraagd. Maar wij kennen dit land.’

De telefoon gaat. Antoin kijkt naar het schermpje.
‘Deze moet ik even nemen.’
Antoin is een drukbezet man, hij is ook nog journalist voor de krant Extra Boneiru. Een dagblad dat grotendeels in het Papiaments is geschreven.

Boi Antoin 2

‘Misschien kunnen we deel van Nederland blijven’, gaat hij verder, ‘maar dan kunnen niet alle wetten die in Nederland gelden hier ook opgelegd worden. Soms komen ze er ook wel achter hoor, dat er iets niet klopt. Maar ja, die regels. Neem bijvoorbeeld een visser. Die man die vist wat. Soms vangt hij wat, soms ook niet. Hoe kun je zo’n man verplichten een eenmansbedrijf op te zetten en een administratie bij te houden? Als oplossing hebben ze een belastingvrije voet bedacht. Iets van 10.000 dollar. Maar dan willen ze toch weer controleren of hij niet meer vis vangt. Want regels zijn regels.’
‘Ik denk dat als Bonaire bij Nederland blijft, het echt een meer speciale gemeente moet zijn. Om dat te bereiken heb je een krachtig lokaal bestuur nodig. Misschien wel als opmaat naar een autonoom land. Dat kan toch? Ik ben voor onafhankelijkheid. Niet nu, maar op een dag. En ook weer niet over vijftig jaar. Dat is te lang, je moet het kunnen overzien.’

Boi Antoin is even stil. Als hij weer begint is zijn stem zachter.
‘We hebben hier nog een probleem. De vrijheid van meningsuiting. Ik heb respect voor de mensen daar bij het huis van de Eilandraad. Wat zij tot nu toe hebben doorstaan. Intimidatie, bedreigingen. Mensen zijn bang hier. Dat is mijn grootste bezorgdheid. Ik heb vaak kritiek op de overheid. Met als gevolg dat ze op een gegeven moment de advertenties in de krant hebben stopgezet.’
Hij zucht.
‘Wat natuurlijk ook een probleem is, is geld. De partij die hier het meeste geld heeft, krijgt de meeste stemmen. Ze delen koelkasten uit, televisies. Of cheques. Als ik een miljoen dollar krijg, heb ik binnen de kortste keren de grootste partij. Ik maak televisiespotjes, deel vlaggen uit en geef cadeautjes. Lees het boek Politiek op Bonaire van Ank Klomp (interview vanaf 28.08 min.) maar eens. Dat is begin jaren tachtig van de vorige eeuw verschenen. Er is niet veel veranderd.’
‘Niet alleen geld is een probleem. Ook de houding van de politieke elite bepaalt veel. In de aanloop naar het referendum in 2010 was er een televisiespotje waarin je iemand met een Nederlands paspoort zag zwaaien. Als je voor hen koos, kwam het goed. Kwamen de uitkeringen, de pensioenen op het niveau van Europees Nederland. Toen de dag van het referendum dichterbij kwam, riepen ze op tot een boycot. Ga die dag maar vissen, werd er gezegd. Zo hoopten ze dat het noodzakelijk aantal stemmen niet werd gehaald waardoor het referendum ongeldig zou worden verklaard. ‘Dat verklaart waarom de frustratie over het referendum zo groot is geworden. Er werd van alles beloofd.’
Antoin zucht nog een keer.

‘Wie ook voor frustraties zorgen zijn de Nieuwe Nederlanders. Daar zitten arrogante lui bij. Ik geef je een voorbeeld. Een vriend van me, een Surinamer die hier al heel lang woont, getrouwd met een vrouw van hier, raakt in gesprek met zo’n Nederlander. Die zegt op een bepaald moment dat hij Bonaire een mooi eiland vindt, maar dat het jammer is dat er nog zoveel Bonairianen wonen. Dat werd zelfs een vechtpartij.’
‘Ik heb goede Nederlandse vrienden. Die goed ingeburgerd zijn. Ze proberen Papiaments te leren, ze verdiepen zich in hoe het hier gaat. Nu zijn er mensen gekomen die arrogant zijn. Ik ben hier de baas, is hun houding. Jij hebt hier niets te zeggen, zo denken ze. Daarvoor heb ik een woord bedacht. Die Nederlanders zouden eerst uit moeten burgeren. Daarna kunnen ze misschien inburgeren. Eerst moeten ze die arrogante houding kwijt. Diezelfde houding zie ik bij de Nederlandse politiek.’
Voor het eerst zoekt Antoin om woorden.
‘Wat ik me afvraag. Waarom wil Nederland de eilanden houden? Willen ze ons wel houden? Is het uiteindelijk zo dat je de macht niet kwijt wilt?’

De telefoon gaat weer. Antoin kijkt me aan als het gesprek beëindigd is. Hij oogt wat somber.
‘Ik ben altijd een man van de oppositie. Misschien hoort dat wel bij een journalist. Ik ben altijd de underdog geweest.
Als ik de moed verlies, ga ik maar wandelen in de natuur. Vroeger was het moeilijker om ermee te leven. Dat is de leeftijd. Ik was een felle, hoor. Had altijd commentaar. Mensen zeggen ook wel eens tegen me dat ik slapper ben geworden. Ik ben me meer gaan verdiepen in geschiedenis en cultuur. Dat heeft me rustiger gemaakt. Daardoor heb ik minder de blues.’

* Boi Antoin & Cees Luckhardt – Bonaire, zout en koloniale geschiedenis. Den Haag, 2012
Foto’s: Ingrid Bouws

5 reacties op “Boi Antoin ~ Wat van ons is, is niet goed

  1. Gerda Meyer

    Geachte mijnheer Boi Antoin, Toevallig kwam ik dit verhaal zojuist tegen op facebook. Ik heb groot respect voor uw standpunt en kan ’t goed begrijpen. En ja, helaas die arrogantie…. die arrogantie hebben deze “eerst uitburgeringsmensen” ook in Nederland. Mede daarom valt het niet mee soms wederzijds in generaliseren te vervallen. Er zijn mensen met respect en er zijn mensen zonder. Ik hoop voor u en met u dat het realiseren van de onafhankelijkheid binnen afzienbare tijd aan de horizon mag verschijnen. Met vriendelijke groet.

    Reply
  2. Lanotte

    Allereerst wil ik de historicus Boi Antoin feliciteren met het bijzondere artikel Wat van ons is, is niet goed. Ik ben geen Nederlander maar een Belg die zowel Vlaams-Nederlands als Frans spreekt en die vroeger in de Caribbean heeft gewoond. De heer Antoin heeft het over arrogantie van de nieuwkomers dus Nederlanders maar deze niet-ingeburgerde Nederlanders spreken alleen hun taal, blijven bekrompen, dom en voelen zich superieur maar met het dialect of de taal Papiaments komt men veel verder in de wereld zeker te denken aan de landen waar men Spaans of Portugees spreekt..waar wordt Nederlands gesproken? Nergens ter wereld dus wie is DOM? Nederlanders die jaren op Bonaire hebben gewoond zeggen met trots; wij hebben met plezier op het eiland gewoond want iedere dag is het warm en schijnt de zon….. Bonaireaanse vrienden hebben ze nooit gehad. Het blijft een Dutch club op het eiland dit noemen wij Integratie. Maar de Nederlanders zijn ook heel ondernemend, ze bewegen in de maatschappij en hebben vaak een flink kapitaal. Bonaireanen moeten veel ondernemender worden zodat zij ook aan eigen kapitaal kunnen komen, er zijn bijna geen Bonaireaanse topondernemers want een succesvolle ondernemer zorgt voor meer werkgelegenheid op het eiland. Bonaireanen moeten onafhankelijk en zelfstandig worden dus ze moeten veel meer gaan ondernemen en niet alleen maar bij de overheid willen werken, heel veel Bonaireanen zijn nu ambtenaar of zijn afhankelijk van subsidies uit Den Haag. Dit moet Verleden tijd zijn. Er ontbreekt ook een Bonairehuis in Den Haag nu worden Aruba, Curacao en Sint Maarten zeer goed vertegenwoordigd in Europa. Succesvolle Bonaireanen moeten dagelijks in de kranten staan zodat zij rolmodellen zijn voor het hele volk, ze moeten anderen kunnen inspireren en motiveren…zijn die er wel????? Succesvolle Bonaireanen moeten Bonaire vertegenwoordigen in het Bonairehuis dat nog niet bestaat. De heer Antoin is rolmodel voor heel Caribbean. Bonaireanen moeten veel trotser zijn op Boi Antoin, ze moeten achter hem staan, hem steunen want hij is Bonaire en Bonaire is Boi Antoin. Hij moet het hele volk achter zich krijgen.

    Reply
  3. K. Jansen

    Een Super goed artikel van Boi Antoin..hij heeft gelijk; wat is nodig om de maatschappij mee te krijgen? Ik denk aan nieuwe gezichten, andere politici, oude garde in het Bestuurscollege moet plaats maken voor nieuwe garde want Bonaire heeft bestuurders nodig met een Visie, nieuwe ideeen en gelieve bestuurders die ondernemend zijn. Degenen die een adviesbureau hebben of consultants zijn moeten zelfstandige ondernemers zijn en niet weer betaald worden door de overheid. Arubanen doen het zelf, ze zijn ondernemend, hebben een Visie, zijn trots op hun eiland, klagen nauwelijks, hebben hun Academia di Papiamento, eigen universiteit en zijn de allerbeste PR Agenten ooit misschien kunnen de Bonaireaanse politici en bestuurders cursussen en workshops bijwonen op Aruba dit is toch een goed idee? Boi Antoin zit op het verkeerde eiland want hij is een TOPPER op vele gebieden. Het is meer dan triest dat leerlingen en studenten wel Piet Hein kennen en de Bonaireaanse schrijver Cola Debrot niet..wat is nodig om deze maatschappij mee te krijgen?

    Reply
  4. C.Francis

    Ik vind de stelling “Het probleem hier is dat een heleboel mensen denken dat als ze niet goed Nederlands spreken, ze dom zijn.” iets te simplistisch. Papiamentse taal invoeren op school gaat niet zomaar van de ene op de andere dag. Je moet het eerst van A tot Z uitgekiend en dan pas implementeren. En dan bedoel ik van de peuterschool tot de universitaire of het hoger onderwijs. Er moeten schoolboeken zijn voor al die opleidingen, er moeten leraren zijn die opgeleid of getraind zijn om in die taal les te kunnen geven. Anders gaat de kwaliteit van de school achteruit. En dan kom je al gauw tot geldgebrek. Leraren trainen om compleet in het papiaments les te geven kost geld. Een HBO opleiding compleet vertalen kost nog meer geld, en wat is de opbrengst? 10-15 studenten? En wat als die hier geen werk kunnen vinden, wordt zijn diploma ergens anders erkend?

    Het laatste wat we willen is een generatie mensen die uitvallen of nergens aan de bak kunnen omdat de oudere generatie iets ingevoerd heeft wat niet goed doordacht was. Het is geen kwestie van papiaments talige boekjes maken en maar bij de (basis)scholen dumpen. Er moet (kostbare) lestijd in die boekjes gestoken worden. Maar het komt niet in de Cito-toets voor die belangrijk is voor de vervolgstudie. Dus die boekjes gaan ten koste van de voorbereiding op de Cito toets. Daarnaast, de meeste leraren hebben zelf niet die lessen gekregen. Dus zouden ze zelf eerst een cursus moeten volgen voordat ze gekwalificeerd les uit die boekjes kunnen geven. Het product moet compleet zijn voordat je mensen kan verplichten het te gebruiken. Anders kiest men toch voor de weg die het meest garant staat voor succes. Op dit moment is dat in de Nederlandse of Engelse taal.

    De stappen lijken mij duidelijk:
    Eerst een papiamentstalige leraren-opleiding voor leraren op alle niveau’s
    Alle benodigde schoolboeken maken of vertalen.
    Stapsgewijs vanaf peuterschool invoeren waarbij 8 jaar na invoering het hele primaire onderwijs in het papiaments is, 14 jaar na invoering het hele secundaire systeem en 19 jaar na invoering het hele onderwijssysteem.

    Alle andere oplossingen en tussenideeen lijken mij pure verspilling van tijd en geld en gedoemd te mislukken. De vraag is dan altijd, hoeveel gaat dat kosten om dat voor een populatie van pakweg 300.000 mensen (er vanuit gaande dat Aruba en Curacao meedoen) in te voeren. Hebben alle partijen daar genoeg geld voor en blijft het onderwijs betaalbaar.

    Reply
  5. Pingback: Een standbeeld voor een vriendelijke brombeer – Auke van der Berg ~ Ikki's eiland. De horzel van het koninkrijk

Laat een reactie achter bij Gerda Meyer Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *