Vanuit het belang van armoedebestrijding

november 11, 2022
Carola Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen Beeld: ©RVD Ð Valerie Kuypers en Martijn Beekman

Carola Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
Beeld: ©RVD Ð Valerie Kuypers en Martijn Beekman

Vandaag geen zure opmerkingen, de stokpaardjes blijven thuis en beter één ezel voor de ploeg dan twee paarden op stal. Of zoiets.

De minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, mevrouw Schouten, heeft de Tweede Kamer een brief gestuurd betreffende de Vaststelling bedragen SZW domein Caribisch Nederland per 1 januari 2023.

Uit de brief:
[…]
Vanuit het belang van armoedebestrijding en om op koers te blijven in het tijdpad richting het ijkpunt sociaal minimum is ook dit jaar sprake van een bijzondere verhoging van het WML (wettelijk minimumloon) en minimumuitkeringen boven op de inflatiecorrectie. De hiermee gemoeide stapsgewijze aanpak heeft de principesteun van partijen in Caribisch Nederland, zoals blijkt uit het Akkoord van Kralendijk, waarvoor het kabinet in het coalitieakkoord steun heeft uitgesproken. Om het ijkpunt sociaal minimum zo spoedig mogelijk te bereiken, moeten het WML en de minimumuitkeringen (onderstand, AOV en AWW) de komende jaren fors worden verhoogd. De beleidsmatige opgave is +28% voor Bonaire, +18% voor Sint Eustatius en +23% voor Saba. Dit houdt ook een opgave voor werkgevers in. Daarom heb ik van de zomer betrokken partijen in Caribisch Nederland (openbare lichamen en Centraal Dialogen) gevraagd om een positiebepaling ten aanzien van de verhoging van het WML per 1 januari aanstaande. In de ontvangen reacties wordt aangegeven dat een verhoging van het WML van 14,3%, 14,3% en 10,5% inclusief inflatie voor respectievelijk Bonaire, Sint Eustatius en Saba voor mogelijk wordt gehouden.
[…]
Verhoging uitkeringen per 1 januari 2023
Vanuit het belang van armoedebestrijding kies ik ervoor om bij de verhoging van de minimumuitkeringen niet zoals gebruikelijk de ontwikkeling van het WML te volgen, maar om per 1 januari 2023 hierin een stap verder te gaan. De onderstand– en AWW-uitkeringen worden daarom met 10% boven op de inflatie verhoogd. Dit betekent dat de minimumuitkeringen tijdelijk niet de gewenste verhouding tot het WML hebben, namelijk meer dan 70 procent. Gezien de uitzonderlijke omstandigheden acht ik deze tijdelijke situatie verdedigbaar. Deze verhouding zal hersteld worden als de benodigde stappen op het WML zijn gezet.
Ook de kinderbijslag wordt per 1 januari 2023 beleidsmatig met 20 dollar per kind per maand verhoogd. Waar het mogelijk is om het ijkpunt sociaal minimum sneller te realiseren, neem ik versneld maatregelen. Zo heb ik besloten om het wettelijk ouderdomspensioen AOV per 1 januari 2023 in één keer te verhogen naar het niveau van het ijkpunt sociaal minimum. Over een groot deel van deze maatregelen heb ik uw Kamer eerder al uitvoeriger geïnformeerd in de Voortgangsrapportage ijkpunt sociaal minimum 2022.
[…]
Juist deze economisch moeilijke tijd laat het belang zien van een sociaal minimum. Gelet op het belang van het op koers blijven richting het ijkpunt sociaal minimum heb ik besloten om het WML voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba met respectievelijk 18,2%, 14,3% en 15% te verhogen. Daar is een beleidsmatige verhoging van 6%, 5,3% en 5,3% onderdeel van. Met deze verhoging wijk ik in het geval van Bonaire en Saba af van de door betrokken partijen geadviseerde verhoging. Voor Sint Eustatius, waar de resterende opgave relatief gezien minder groot is, volg ik het advies van het openbaar lichaam.

Het is en blijft mijn ambitie en belofte aan de inwoners van Caribisch Nederland om het ijkpunt sociaal minimum aan de inkomenskant in 2025 te bereiken. Dat is de reden dat ik in geval van Bonaire en Saba heb moeten besluiten van het advies af te wijken. De ruimte om de stappen richting het ijkpunt sociaal minimum te matigen, is beperkt. Het nu inbouwen van vertraging verhoogt immers de opgave voor de komende jaren, ook voor werkgevers. Dat pleit ervoor om de opgave zoveel mogelijk evenredig over de tijd te verdelen. Bovendien is het belang van het realiseren van het sociaal minimum een urgente aangelegenheid; het borgen van bestaanszekerheid heeft mijn hoogste prioriteit.
[…]
Desondanks houdt mijn besluit ten aanzien van de verhoging van het WML een gematigder tempo in dan de stap die met het oog op het realiseren van het ijkpunt sociaal minimum voor het uiteindelijke niveau van het WML wenselijk zou zijn. Ik heb naast de hierboven genoemde opgave vanuit het ijkpunt mee willen wegen dat werkgevers momenteel geraakt worden door een historisch hoge inflatie. Daarbij heb ik geprobeerd de balans te zoeken tussen de uiteenlopende belangen van enerzijds het beheersen van de werkgeverslasten in een tijd waarin de inflatie buitengewoon hoog is en anderzijds het belang van het realiseren van het ijkpunt sociaal minimum met het oog op armoedebestrijding. Ik ben me ervan bewust dat deze uitkomst en de daarmee gemoeide extra belasting voor werkgevers een extra uitdaging betekent.
[…]

Mevrouw Schouten doet haar best. Denk ik.

Volledige brief aan de Tweede Kamer:
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/minimumloon/documenten/kamerstukken/2022/11/10/kamerbrief-vaststelling-bedragen-szw-domein-caribisch-nederland-per-1-januari-2023

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *