Op weg naar 15 maart – Clark Abraham – Terwijl je mag verwachten dat de overheid sturing geeft

februari 26, 2023
clark-abraham

Clark Abraham -Foto: ABC Online Media

Clark Abraham (1980) is de lijsttrekker van de Partido Demokratiko Boneriano (PDB). De partij is in 1954 opgericht door Julio A. Abraham, de grootvader van Clark Abraham. Ook de vader van de lijsttrekker is een vertrouwde naam op het eiland.
De PDB heeft een sociaal-democratische en progressieve ideologie en is aangesloten bij de Nederlandse Partij van de Arbeid vertelt de website van de partij.

Clark Abraham is sinds 2011 lid van de Eilandsraad. In 2015-16 was Abraham Gedeputeerde op het eiland.
Na de middelbare school, SGB en 1 jaar Fons Vitae (Amsterdam) volgde de studie Public Administration aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen (2003-2007).

Laten we maar met een algemene vraag beginnen: hoe staat het eiland ervoor in jouw ogen?

‘Als je uitgaat van de gewone burger, en dat is onze maatstaf, staat het eiland er droevig voor. Als je gaat meten aan de hand van de nieuwe hotels, resorts en hoeveel bouwbedrijven er zijn, kun je zeggen dat er groei is. De vraag is of die activiteiten het leven van de gewone mensen ten goede komt. Als je dat meet, gaat het niet goed.

We praten constant over het minimumloon, maar is dat de maatstaf die je moet hanteren? Moeten we het niet hebben over de koopkracht? Is dat niet de norm? Als je alleen praat over inkomen en je hebt het niet over de uitgaven, meet je eigenlijk niks. De koopkracht is de laatste jaren drastisch achteruitgegaan.

Bijna alle ontwikkelingen hier komen ten goede aan mensen die hier niet woonachtig zijn of die hier recent zijn komen wonen. Daar heb ik niks op tegen, maar wat doet het met de gewone mensen hier?
Als we zo doorgaan, gaat de hele Bonairiaanse samenleving naar de gallemiezen.’

Uiteraard volgt dan de vraag: wat gaat de Partido Demokratiko Boneriano (PDB) doen om dat te voorkomen?

‘Ons uitgangspunt is een rechtvaardig en duurzaam Bonaire. Dat zijn de twee termen die we expres gebruiken. In het Papiaments Hustu i duradero.
Wat bedoelen we daarmee?
A just society, een rechtvaardige samenleving is een gemeenschap waarin iedereen het recht heeft op participatie in de economie, gelijke rechten heeft op geluk in het leven.

Als je dat wilt realiseren, moet je natuurlijk in stappen denken. Je kunt niet alles op korte termijn realiseren. Je hebt een langetermijnvisie en je kijkt wat je daarvan op korte termijn waar kunt maken. Want als je structureel bepaalde zaken aan wilt pakken, moet je onder ogen zien dat je niet alles zomaar even kunt regelen.

We hebben een paar core-punten als partij.
Om te beginnen: betaalbare woningen. Dat is niet zo moeilijk aan te pakken. Iedereen zegt dat ze dat willen, maar dan moet je vragen, hoe ga je dat doen? Als je het ons vraagt, komen we met een concreet plan. Tot op de details uitgewerkt.
Daarnaast moeten we ons focussen op de utiliteitskosten. De kosten van energie, water en internet verlagen, net als de transportkosten.

Je moet je niet alleen focussen op een hoger inkomen. Kijk naar Regioplan. Tachtig procent van de uitgaven komt uit vijf primaire onderdelen.
Als eerste de lasten van een kind. Kinderopvang, sport, recreatie en al die dingen. Als tweede de kosten van huisvesting. Dan kom je bij transport. Als vierde heb je het over de utiliteitskosten zoals genoemd en dan heb je het nog over de kosten van levensonderhoud.

Als we op die vijf onderdelen de kosten weten te drukken, tien procent hier, vijftien procent daar en nog een vijf procent elders, dan hou je zo 300, 400 dollar in je zak. Dat is koopkracht vergroten. Dat is mensen, zonder dat het salaris ook maar met één cent verhoogd wordt, een betere kwaliteit van leven bieden.’

Dat is me nogal wat. Hoe ga je dat realiseren?

‘Heel simpel. Neem transport. We kunnen piepen wat we willen, we kunnen erover blijven praten, maar we moeten openbaar vervoer, morgen!
Natuurlijk ik ben ook maar een politicus, een mogelijke bestuurder. Ik ga het niet tot in detail uitrekenen, maar ik heb wel op de achterkant van een servetje een doorcalculatie gemaakt aan de hand van de vraag wat het in zou houden. Dan kom je al snel uit bij 2,5 miljoen subsidie die nodig is. Daarmee zou je heel snel openbaar vervoer op het eiland kunnen regelen. Waarmee je voor zestig, tachtig procent van de bevolking toegang geeft tot vervoer. Het is geen rocket science.
Stel je voor, worstcasescenario, dat het model dat in de meeste landen gebruikt wordt de overheid 2,5 miljoen kost per jaar. Hoe erg is dat?
De macro-economische impact en de sociaaleconomische impact die het heeft op een huishouding is het meermaals waard. Jongeren kunnen zelf naar school, naar hun bijles, naar hun sport. En als ze een bijbaantje hebben, is dat binnen bereik. Ook al is het hotel waar ze werken in het zuiden van het eiland. Ze zijn niet meer afhankelijk van pa en ma.’

Er is al verschillende keren gekeken naar een plan voor openbaar vervoer. Maar het is nog steeds niet van de grond gekomen. Laten we wel zijn, 2,5 miljoen is nu niet echt schokkend. Waarom komt het niet van de grond?

‘Er zijn wel analyses gemaakt, maar er is nooit een plan van uitvoering gekomen. Ik heb me verdiept in al die modellen en variaties op vervoersmodellen in de wereld.
Je moet uitgaan van een aantal normen. Draait het bedrijf zwarte cijfers, zijn ze rendabel? Wat is de prijs die de klant betaalt? Hoeveel subsidie van de overheid is nodig? Hoe is de performance? Zijn ze betrouwbaar?’

Een vervoersbedrijf met zwarte cijfers … Is dat haalbaar op een klein eiland?

‘Kijk bijvoorbeeld naar Hong Kong. Daar hebben ze een model gecreëerd dat de staat zelfs dividend uitkeert.
Wat hebben ze daar gedaan? Wat heb je nodig? Je hebt stations nodig. Op verschillende plekken. De overheid daar heeft een overheids-nv opgericht. Die nv heeft rond de stations extra grond gekregen waar dat bedrijf kantoorgebouwen, winkels en woningen heeft gebouwd.
Met de opbrengsten uit die verhuur wordt niet alleen het vervoerssysteem betaald. Er blijft zelfs geld over dat deels wordt geïnvesteerd en deels naar de overheid gaat.
Stel je hebt een station op Kaya Industria. Dan kun je bedrijven interesseren om zich daar te vestigen. De klant komt er iedere dag langs.
Zo kun je ook een supermarkt interesseren. Als je woningen dicht bij een station bouwt, heb je gegarandeerd klanten.

Wat ik daarmee wil zeggen is dat 2,5 miljoen natuurlijk veel geld is, maar dat je ook kunt bedenken dat je daarmee aan de slag gaat om een zichzelf bedruipend model te ontwikkelen. Serieus, nogmaals het is geen rocket science. We kunnen morgen beginnen!’

En dit kun je realiseren in een relatief kleine gemeenschap?

‘Natuurlijk. We hebben sowieso een woningprobleem. Dus wat gaan we doen?
Gaan we door met het oude beleid? Overal kleine huisjes bouwen verspreid over het eiland of ga je tegen het OV bedrijf zeggen, je mag hier rustig appartementsgebouwen van 2 of 3 verdiepingen neerzetten. Of aanleunwoningen.
Je lost verschillende problemen op.
Wie weet kun je dan op een gegeven moment zelfs roepen dat het OV gratis is. Dat je je 24 uur per dag over het eiland kunt bewegen.

We moeten niet te complex denken. Als je op de hoofdwegen begint en iemand moet dan nog een stukje lopen voor de rest klaar is, is dat maar zo. Uiteindelijk rijden er bussen waar 35 of 50 mensen in kunnen op de hoofdwegen, en kleine busjes binnen de wijken. Zodat je in principe binnen een kwartier alle kanten op kunt.

Als je het OV goed geregeld hebt, kun je ook gaan denken aan het verhogen van de wegenbelasting tot bijvoorbeeld $ 1000,- per jaar. Dat staat niet in ons plan, maar zo kun je wel gaan cross financieren. De auto wordt dan een luxe.
En het voordeel is voor de lokale bevolking. Het OV moet de basis zijn voor dat deel van de bevolking dat achtergebleven is. Iedereen moet zich kunnen verplaatsen.
Moet je uitrekenen hoeveel dit die bewoners oplevert.
Daarnaast zul je zien dat je dertig, veertig procent minder auto’s op de weg hebt.’

Daarmee kom je bij de infrastructuur en dus bij de snelle groei van de bevolking. Hoe kijkt de partij daar naar?

‘Laten we naar de geschiedenis kijken. Ik denk dat het onze partij is geweest die deze ontwikkeling heeft voorzien. Die heeft in het akkoord van 22 april 2010 expliciet in het bestuursakkoord op laten nemen dat een snelle groei in strijd is met het belang van Bonaire. Daarmee ging Den Haag akkoord.
Onze partij heeft de afgelopen twaalf jaar niet in het bestuur gezeten.
We konden alleen maar kijken naar deze ontwikkeling. Niemand die er iets aan wilde doen.

Want ook aan deze ontwikkeling kunnen we heel simpel veel doen. We hebben het concept voor een huisvestigingsverordening klaar liggen.
Daarmee kun je de eerste stappen zetten. Ondertussen kun je nadenken over de lange termijn. Hoe willen we dat het eiland zich ontwikkelt?

En toch gaat alles maar door en lijkt het alsof niemand wat doet aan de recente ontwikkelingen. Hoe kijk je daar naar?

Het dilemma van Bonaire. Politici hier zijn raspolitici. Ze roepen maar wat. Het verschil is dat wij ons inlezen. We zoeken dingen uit. Wij doen geen loze beloftes.
Je moet je voorstellen dat het Bestuurscollege niet eens wist dat je hier met een huisvestigingsverordening kunt werken. Op een vraag van ons hoe we de instromers kunnen indammen, kregen we te horen dat het niet kan. Dat er geen middelen voor zijn. Puur een gebrek aan kennis.
Wat de huidige politici doen is het managen van wat je overkomt. Paniekvoetbal. ‘We kunnen er niets aan doen dat er 25.000 of 30.000 mensen komen.’
Hoezo kunnen we er niets aan doen?
Het is een beleid van opgeven. Het zijn geen leiders, het zijn managers. Ze managen de situatie zoals die zich voordoet in plaats van richting te geven aan de samenleving.
Terwijl je mag verwachten dat de overheid sturing geeft. Dat is haar taak.

We zijn altijd een migratie eiland geweest. Het is niet zo dat wij tegen migratie zijn. Maar zoals het nu gaat, is het onacceptabel. In 1999 hadden we 9.000 inwoners, in 2006 16.000 en nu 24.000. Dat is toch absurd. Dat kan geen samenleving aan.’

In een samenleving die zo veel voor de kiezen krijgt, is het lastig campagne voeren lijkt me. Je hebt het over een huisvestingsverordening, je hebt het over de verhuur van je huis, je hebt het over …

Ho, stop maar even. Ook zoiets, die verhuur. Nu mag je in bepaalde delen je huis niet meer verhuren voor shortterm verblijf. Maar daarmee sluit je ook een deel van de lokale bevolking uit. We willen en moeten de middenklasse vergroten. Ik wil dat een Bonairiaan die een baan heeft waarmee hij vaak niet veel verdient, een huisje moet kunnen kopen of bouwen. Ook als het een tweede huisje is. Zodat hij dat kan verhuren en daarmee gaat verdienen. We moeten ervoor zorgen dat de inkomsten van onze primaire economische activiteit, toerisme, bij de lokale bevolking terechtkomen.
Waarom richten wij dat toerisme op internationale investeerders? Is dat ontwikkeling?

Hoe breng je je boodschap bij de kiezer?

‘Dat is lastig. Er zijn zo veel onderwerpen die we onder de aandacht willen en moeten brengen. De kiezer kijkt hier vaak naar de persoon en niet naar wat hij of zij kan. Dat is vaak zo in een kleine samenleving. De emotionele binding met mensen op de lijsten bepaalt vaak de keuze. Dat moeten we doorbreken.

We hebben een mooie lijst. Met mensen die met beide benen op de grond staan. Niet alleen maar mensen die op managementniveau ervaring hebben. Die kijken alleen maar naar rapportages, cijfers en documenten. Die zien niet waar de uitvoering mank loopt. Wij hebben mensen die weten hoe het is als je arm bent, die weten wat het betekent als je geen voedselpakket meer krijgt.

Tachtig procent van onze kiezers is Papiamentstalig. Logischerwijs is onze campagne dan ook grotendeels in die taal.
Bovendien zou je mogen verwachten dat als je hier woont, je onderdeel wilt zijn van onze samenleving, je in ieder geval de moeite neemt om iets van het Papiaments te begrijpen.

Natuurlijk laat ik me in de media of in gesprekken ook uit in het Nederlands of in het Spaans.
Waarbij ik overigens moet zeggen dat de Spaanstalige inwoners het Papiaments vaak voldoende verstaan. Zij vinden ook dat zij moeite moeten doen om die taal te leren.
Sommige Europese Nederlanders hebben daar wat meer problemen mee.

Dat zie je ook aan vragen die je krijgt. Waarom moet ik naar de IND als ik me hier wil vestigen bijvoorbeeld. Terwijl als 1% van Nederland hiernaartoe komt, wij een groot probleem hebben.
Maar als honderd procent van de Bonairianen naar Nederland zou gaan, het niet eens op zou vallen op Schiphol.
Historisch gezien, ook als je het op United Nations-niveau ziet, is het beschermen van afgelegen, geïsoleerde gebieden altijd een uitgangspunt geweest.’

Volgens een peiling gaat de PDB de verkiezingen winnen. Wat zijn de eerste stappen die de kiezer van de partij mag verwachten?

‘Dan kom ik weer terug op de vijf punten die ik eerder noemde. Maar er is meer natuurlijk. Daarbij moeten we niet wachten op Nederland. We doen het zelf. In principe willen we het toeslagensysteem van Nederland hier invoeren. Met misschien wat aanpassingen.’

Dan heb je het over de uitgavenkant, hoe zit het met de inkomsten?

Het probleem van de overheid is niet hoe zij aan geld komt. Het probleem is hoe we het geld dat er is, gebruiken. Welke keuzes gaan we maken? De overheid heeft op dit moment een begroting van meer dan 70 miljoen. De vraag is dus niet hoe je aan geld komt, maar hoe je het besteedt.

Er zijn uiteraard nog veel meer onderwerpen waar we het over kunnen hebben. Neem de toeristenbelasting: dat moet anders. We moeten kijken hoe we de media op het eiland kunnen ondersteunen. We moeten kijken naar de mogelijkheden voor een heffing op vreemd vermogen. Zo kan ik doorgaan.

Kortom, er is een hoop werk aan de winkel. We moeten ervoor zorgen dat de gewone Bonairiaan weer het gevoel krijgt dat zijn eiland nog bestaat.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *