Na twee dagen naar de Algemene Beschouwingen geluisterd te hebben, is mijn humeur redelijk zwartgallig. De afgezanten van de verschillende regeringspartijen hadden het urenlang over een asielcrisis. Van noodrecht tot spoedwetgeving, alles werd ingezet. Dat de eigen adviseurs waarschuwen dat het inzetten van noodrecht ‘democratisch en rechtsstatelijk niet aanvaardbaar’ is, legden de dames en heren politici naast zich neer. Voor mevrouw Faber tellen dat soort argumenten al helemaal niet. Zij wil een Nederland met het strengste asielbeleid ooit. En dan mag je gerust de Tweede Kamer links laten liggen, aldus deze mevrouw.
Deze inleidende woorden slaan nergens op als we het over de aanvraag van Service Apotheek Bonaire B.V. (SAB) hebben om een apotheek te openen op Bonaire (15 juni 2023).
Met dit verzoek opent zich een wondere wereld, schreef ik in juli jl.:
Ergens is iemand iets vergeten in de jaren na 2010.
Eenvoudig samengevat in dit citaat:
‘In uw brief van 1 september 2023 schrijft u dat op onze vergunningsaanvraag pas kan worden beslist na het horen van een adviescommissie. U schrijft verder dat deze adviescommissie dient te worden ingesteld bij algemene maatregelen van bestuur (“AMvB”) en dat deze AMvB nog niet zou bestaan. Het wetgevingsproces voor het vaststellen van deze AMvB zou 8 tot 12 maanden in beslag nemen.’
(Zie: https://ikkiseiland.com/2024/07/25/over-botikas-ii/
Op 27 november 2023 heeft SAB beroep ingesteld tegen de weigering van de minister om een beschikking te geven op het verzoek.
Het Gerecht verklaarde het beroep gegrond en droeg de minister op binnen drie maanden op het verzoek te beslissen met inachtneming van de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld. Daarbij heeft de minister de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba deed op 22 augustus jl. uitspraak op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening hangende het hoger beroep van: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: de minister), – verzoeker -, tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 31 mei 2024 in zaak nr. BON202300562 (aangevallen uitspraak), in het geding tussen: Service Apotheek Bonaire B.V., gevestigd op Bonaire (hierna: SAB) en de minister.
Op 23 augustus jl. kreeg de Service Apotheek Bonaire B.V. antwoord op haar verzoek aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om een vergunning te verlenen voor het vestigen van een apotheek op Bonaire. De aanvraag verwees naar artikel 26a Wet op de geneesmiddelenvoorziening BES.
De Minister besloot om de aanvraag af te wijzen onder verwijzing naar datzelfde artikel 26a van de Wet op geneesmiddelenvoorziening BES.
Volgens het eerste lid van dat artikel 26a, is het verboden, middelijk of onmiddellijk, een apotheek te vestigen, te plaatsen, over te nemen dan wel te drijven, zonder een daartoe door de Minister verleende vergunning.
Op grond van artikel 26a, zesde lid van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening
BES beslist de Minister niet tot toekenning, weigering of intrekking van een vergunning alvorens een bij algemene maatregel van bestuur in te stellen commissie is gehoord.
Het zesde lid van artikel 26a:
Onze Minister beslist niet tot toekenning, weigering of intrekking van een vergunning als bedoeld in het eerste lid, alvorens een bij algemene maatregel van bestuur in te stellen commissie te hebben gehoord. In deze commissie hebben, naast de Inspecteur, die als voorzitter optreedt, zitting twee of meerdere door het bestuurscollege van het betrokken eilandgebied voorgedragen personen. Bij de uitvoering van haar werkzaamheden neemt de commissie de door Onze Minister vast te stellen regelen in acht.
Zo’n minister is de beroerdste niet en legt uitgebreid uit hoe de vork in de steel zit:
Op 15 juni 2023 heeft u een aanvraag ingediend op grond van artikel 26a van de
Wet op de geneesmiddelenvoorziening BES. Op 1 september 2023 heeft u een reactie gekregen op uw verzoek van 15 juni 2023. Daarbij heeft de Minister aangegeven dat conform artikel 26a van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening BES de Minister niet over toekenning, weigering of intrekking van een vergunning beschikt, voordat een commissie, zoals vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur is gehoord. Vaststelling van een Algemene maatregel van bestuur is een tijdrovend proces. Bij eventuele toekomstige aanvragen en wijzigingen in een commissie leidt dit wederom tot een omvangrijk proces, gelet op artikel 73, eerste lid van de Grondwet. Als gevolg daarvan heeft de Minister een wetgevingsproces opgestart. Het voorstel bevat een mogelijkheid een commissie in te stellen niet op basis van een algemene maatregel van bestuur, maar op basis van een ministeriele regeling.
Vier, vijf pagina’s lang vertelt het ministerie hoe ingewikkeld alles is.
Nu wil ik niet pleiten voor het inzetten van mevrouw Faber om met noodwetgeving of ander broddelwerk, ervoor te zorgen dat er een commissie wordt ingesteld die mag oordelen over de aanvraag voor de vestiging van een apotheek.
Maar om vanaf juni 2023 bezig te zijn met de mogelijkheid om een commissie in te stellen, roept wel wonderlijke ideeën op.