‘Als je tien, twintig keer tegen dezelfde muur bent gelopen, ga je je vanzelf inhouden’, zegt hij.
We spreken over de onmacht om veranderingen op het eiland in gang te zetten.
‘Het is iedere keer hetzelfde liedje’, legt hij uit, ‘ze willen gewoon de macht houden. Hun belangen verdedigen.’
Hij haalt zijn schouders op.
‘En dus trek je je terug in je eigen wereldje. Ben je blij met vrouw en kinderen. Met je huis.’
Hij glimlacht.
‘En daar ben ik ook blij mee.’
De lach verdwijnt even snel als ie kwam.
‘Maar dat je eigen mensen je iedere keer teleurstellen, alles tegenhouden. Ik kan er niet bij.’
Hij schudt zijn hoofd.
‘Soms roep ik dat ik weg wil. Van het eiland af.’
Hij kijkt naar zijn glas. Daarna naar het water.
‘Maar na zo’n aanval denk ik altijd weer, het is mijn eiland. Ik geef het niet op.
De muur
december 14, 2015