Kevin Thodé ~ Ik luister goed en hoor wat de mensen zeggen

juli 27, 2016

Kevin1

Al een tijd ben ik bezig met een verhaal over James Finies en zijn strijd voor een ander Bonaire. Finies is het gezicht van de Nos Ke Boneiru Bèk (Geef ons Bonaire terug)-beweging. Een protestbeweging die in de afgelopen periode het bekendst is geworden door de strijd voor een referendum waarbij de bevolking zich uit kon spreken over de wenselijke verhouding ten opzichte van Europees Nederland.
Dat referendum kwam er. Op 18 december 2015 sprak de bevolking zich uit over de band met het moederland. Ruim 65% van de bevolking, bij een opkomst van 60%,  liet weten dat men niet tevreden is over deze directe band.
Sindsdien onderzoekt de groep of het haalbaar is dat de Verenigde Naties Nederland op de vingers tikt over haar houding en of er weer een referendum kan komen onder toezicht van deze organisatie. Met James Finies heb ik een paar keer gesproken. Dat verhaal volgt binnenkort.

Bij één van de ontmoetingen met Finies schoof Kevin Thodé aan. We raakten in gesprek en besloten ter plekke er een dubbelinterview van te maken. Dat ging niet door. De telefoon ging en Kevin moest zich verontschuldigen. Maar niet voordat hij ineens een grap in het Fries maakte. Het bleek dat hij een tijdje in Drachten had gewoond. Het dorp waar ik naar de middelbare school ging. We spraken af dat we contact zouden houden. Met James heb ik die avond nog een paar uur zitten praten over politiek, strategieën en zo meer.
Bij mijn volgende bezoek aan Ikki’s eiland spreek ik weer met Kevin af. Het referendum is geweest, de stemming op het eiland is wat rustiger, maar er is nog genoeg reden om je af te vragen hoe het nu verder gaat. Omdat Kevin voor mij het gezicht is van de jongere generatie politieke activisten, wilde ik graag met hem terugkijken op de periode voor het referendum en bomen over de toekomst.

‘Ik ben in 2012 uit Nederland gekomen. In de eerste week dat ik hier was, dacht ik, laat ik eens langsgaan bij mijn neef James Finies en kijken hoe het zit. James was heel actief aan het actievoeren.
Ik wist door mijn broer, Glenn, die hier Gezaghebber is geweest, een beetje hoe het hier ging. Ik wist dat ik me met de politiek zou gaan bemoeien. Ik vond de situatie waarin het eiland zich bevond maar raar. Ik had al veel verhalen gehoord toen ik nog in Nederland woonde. Vanaf het begin ben ik hier op zoek gegaan naar meer informatie.’

‘Kijk, in het begin is het zo dat de mensen je aankijken en denken, waar is dit jongetje mee bezig. Hij is jong en weet niet waar hij over praat. Ik was de jongste die zijn gezicht liet zien Maar op een gegeven moment zien de mensen dat jij toch een rol hebt. Ze zien je bij vergaderingen naar binnen gaan. Je gaat het gesprek aan met de politiek. Ik ging naar de tv, ik protesteerde op straat.’

‘Mijn doel is om iets te doen en mee de richting te bepalen waar het volk naartoe wil. Ik ben iemand die leeft met het volk. Ik ga vaak langs bij een winkel, ik ga naar de huizen, naar de mensen toe. Daar praat ik en vraag wat ze eigenlijk willen. Ik luister goed en hoor wat de mensen zeggen. Wat ik van de mensen te horen krijg, neem ik mee, snap je?
De meeste mensen begrijpen gewoon niet of weten niet wat hun rechten zijn. Ze weten echt niet welke richting ze op moeten gaan. Dat is het trieste van Bonaire. Ze weten niet eens wat een referendum inhoudt. Veel mensen zijn heel slecht geïnformeerd. Dat komt door de politiek. Die ziet de mensen als dom, als schapen.
De mensen zijn altijd gemanipuleerd met spullen. Dat is iets wat je niet goed kunt bewijzen, want de mensen zijn bang om hier open over te zijn. Je gaat niet zo snel naar de tv of de radio om te vertellen dat je een koelkast gekregen hebt voor een stem. Of dat je je stemkaart verkocht hebt voor zo en zo veel. Ze schamen zich om eerlijk te zeggen, ik heb een moeilijke leefsituatie en daarom heb ik mijn stem verkocht. Arme mensen zijn te koop. Ook al willen ze het niet.’

‘Het trieste is dat we hier het laagste salaris hebben dat er bestaat binnen Nederland. Iemand met een uitkering krijgt negentig dollar in de twee weken. Ik vraag me af, hoe redden die mensen het? Dat gaat toch helemaal niet?
Ik zou graag Mark Rutte of André Bosman of noem maar op, Plasterk of Isabella, in die positie zien. Laat ze eens twee weken, of nee, een jaar van dat inkomen leven. Na een maand gaan ze al schreeuwen, beloof ik je. Want hoe ga je leven? Als je kinderen hebt, hoe zorg je voor eten? Hoe betaal je voor je water? Voor je energie? Dat lukt allemaal niet. Die mensen openen eerst bij die toko een rekening, kopen ze daar op de pof, de volgende maand gaan ze naar een andere toko, betalen ze bij de eerste weer wat af en zo blijven ze in de schulden. De meeste mensen die hier van de onderstand leven, zitten diep in de problemen.’

‘Oke, sommigen van hen kopen een telefoon. Daar is soms kritiek op, maar je kunt bijna niet zonder. De moderne wereld gaat gewoon door. We zitten in een technologiewereld waarin iedereen een telefoon heeft. Of je nu naar de bank gaat of naar de belasting, je moet via internet de papieren regelen. Als je je gaat verzekeren, alles moet met de computer, je moet e-mail hebben en dit en dat. Dus de mensen willen graag een computer onder hun neus hebben.’

‘Nederland is nu verantwoordelijk voor de inkomens. Daarvoor was het Curaçao waar alles geregeld werd. We kregen een deel het geld. Daarvan konden we leven. Het was toen makkelijker, want de kosten waren ook niet zo hoog als vandaag. Je was minder arm. Nu zijn mensen in de hoek gezet.’

Kevin3

‘Het volk geloofde de politici hier. In 2004 bijvoorbeeld zei de politiek dat we het beter zouden krijgen als we voor Nederland zouden kiezen. Dat geloven de mensen dan. Maar het was een politieke keuze. De politiek heeft de mensen de woorden in de mond gelegd. Het volk wist niet beter.
Nu weten de mensen iets meer. Na 2004 zijn de mensen boos geworden. De situatie is slechter en slechter geworden. En dus ging men protesteren. Via facebook, maar ook op straat. Na 2010 werd dat protest steeds duidelijker. Onder andere door mijn neef.’

‘Twee, drie dagen was ik op het eiland en toen ging ik naar een bijeenkomst. Ik had nog geen mening. Ik kon me er nog niet mee bemoeien omdat ik niet wist hoe het allemaal zat. Er moet iets gebeuren, zei ik daarna tegen James. Hij antwoordde dat hij allang bezig was en dat ik bij hen kon komen. Samen voor een betere toekomst. James was al bezig met het pleiten voor een nieuw referendum. Ik heb me daarbij aangesloten.’

‘Op een gegeven moment had ik genoeg informatie. Ik heb veel gesprekken gevoerd. Ook met politici. Ja hoor, die wilden wel met me praten. Je moet ze leren kennen en weten wat hun gedachten zijn. Wat je ook moet doen, is je verdiepen in waar zij het geld vandaan krijgen. Dan weet je wat er gaande is. Kijk, ik heb geen ambitie om zelf de politiek in te gaan, maar ik ben wel geïnteresseerd in wat er óm de politieke cirkel heen speelt. Laten we het zo zeggen, ik ben een politiek activist. Dan ben je toch met de politiek bezig.’

‘Ik werd indertijd door verschillende mensen benaderd met de vraag of ik lid wilde worden van hun partij, maar dat heb ik allemaal geweigerd. Ik was actief op straat.
Op een gegeven moment zag ik dat veel mensen actief waren op facebook. Ik had lang gewoon een persoonlijke facebookpagina, met zo’n zestig familieleden en vrienden. Op een gegeven moment begon ik daar andere berichten op te zetten. Ik zag dat mensen daarop reageerden. Het werd steeds drukker.
Met een jongen die problemen had, heb ik een actie gevoerd. Van die actie had ik een filmpje gemaakt en dat op facebook gezet. Op een gegeven moment was het duizenden keren bekeken. Toen wist ik dat het echt serieus was. Die video werd overal gedeeld. Niet alleen hier, maar ook op Curaçao, op Aruba, St. Maarten en St. Eustatius. Al die mensen zochten contact met mij. Heel veel mensen wilden met mij praten. Ook uit de Amerikaanse politiek. Door de activiteiten van James waren er allerlei contacten met de Verenigde Naties. Daardoor werd ik steeds beter geïnformeerd.’

Daar zit je dan, stel ik vast, je bent nog niet eens heel lang op het eiland, je wordt actief en je krijgt met allerlei mensen te maken. Hoe ga je daarmee om?
‘Hoe ik er emotioneel mee omging, bedoel je? In het begin weet je niet wat je ermee moet doen. Je krijgt e-mails, je krijgt vragen, mensen sturen je informatie, daar moet je aan wennen. Mensen gaan je steeds meer vertellen. Je weet meer en meer, daar word je zo nu en dan niet vrolijk van. Je komt achter zaken die ik ‘achter het gordijnfeestjes’ noem. De manier waarop de zaken geregeld worden. Zo nu en dan dacht ik, wat moet ik ermee? Durf ik dit en publique te zeggen? Moet ik dat doen? Ga ik daar als een idioot vertellen hoe het zit?’

‘Op een gegeven moment dacht ik, ja, het zijn feiten, dus waarom zou ik dat niet vertellen? Toen ben ik gewoon begonnen met alles te publiceren. Boem, boem. Ik begon te vertellen over de politieke elite hier, maar ook over de Bilderberggroep bijvoorbeeld. Het is allemaal groter dan je denkt. Want wij hebben het moeilijk, maar ook veel mensen daar in Europa hebben grote problemen. Ze hebben misschien een beter salaris, maar het is ook voor hen niet makkelijk zo langzamerhand.’

Een paar keer noemde je je broer die tussen 2008 en 2011 Gezaghebber was hier op het eiland. Had je van hem veel gehoord of geleerd over de gang van zaken voor je hier kwam?
“Nee, eigenlijk niet zo veel. Hij was nooit zo open tegen over zijn werkzaamheden. Hij heeft gewoon een andere ideologie dan ik. Wij zijn heel verschillend. Ik ga niet met hem in gesprek over dingen. Ik laat hem wel weten wat ik denk en wat ik vind.’
Kevin glimlacht.
‘Heb je dat filmpje gezien op Youtube? Daarin staan we bij een demonstratie tegenover elkaar. Wij waren aan het demonstreren en hij zat in die commissie Spies. Kreeg ik hem tegenover mijn hoofd te staan. Moest ik hem uitleggen, samen met de anderen, waarvoor we daar stonden.’
Dat lijkt me lastig, stel ik vast. Kevin knikt.
‘Ik deed het toen gewoon. Het was nog in het begin van mijn activisme. Ik had toen al die informatie nog niet. Daarna ben ik echt gaan groeien. Nu weet ik veel meer. En daardoor kan ik het nu beter uitleggen.’

Je wist dus toen je hier kwam dat je je als activist met de politiek ging bemoeien. Had je een strategie voor ogen of heeft die zich al doende ontwikkeld? Ik heb gezien dat je ook wel eens op de vingers getikt bent als je met een bericht te ver ging in de ogen van anderen. Hoe reageer je daarop als zoiets je gebeurt? Wist je wat je deed?
‘Het is allemaal strategie geweest. Ik wist wat ik deed. Ik ging alles onderzoeken. Er was op Bonaire nog niemand die een stap verderging. Die over de streep ging. Die de moed had om dat te doen.’
Als je terugkijkt, vind je nog steeds, dat het een goede keuze was?
‘Ik heb er geen spijt van, want het heeft geholpen.’
Kevin kijkt me aan.
‘Op het moment dat je over grenzen stapt, heb je altijd een groep mensen om je heen die roept dat je goed bezig bent. Maar als er dan kritiek komt, roepen ze, waarom heb je dat nou gedaan? Als ik iets doe en ik krijg kritiek, let ik daar niet op. Ik ga gewoon door. Kritiek helpt je met niks, snap je. Ja, je kunt er wel naar kijken, maar …
Als ik iets heb geleerd hier, is dat men niet gewend is aan de vrijheid van meningsuiting. Ze weten niet hoe ver je kan gaan.’

Los daarvan, zeg ik, is het soms ook niet handig om te ver te gaan. Je strategie kan daardoor de mist ingaan.
‘Ja, ik heb momenten gehad dat ik dacht, had ik het maar wat rustiger gebracht. Ik heb ook van die momenten gehad, dat ik dacht, had ik die zaak toch maar eventjes anders aangepakt. Maar dan is het al gebeurd.
Zoals na een facebookpost over een politiek leider waar heel veel kritiek op kwam. Ik ben de volgende dag gaan lopen. Ik ging op de berg staan, niet met slechte gedachten of zo, ik ging op een steen zitten. Ik zat te kijken en toen dacht ik, waarom heb je dat gedaan? Dan ga je je focussen en denken, wat moet ik nu doen? Want ik zie dat het backfired, wat moet ik daarmee doen? Daar denk je dan over na.’

Kevin2

‘Een paar weken was mijn naam iedere dag op de radio te horen. Ik werd vaak uitgenodigd en daardoor kon ik uitleggen hoe ver je in mijn ogen mag gaan met die vrijheid van meningsuiting. Maar ik moest ook nadenken. Ik moest uitvinden hoe ik dingen aan moest pakken. Je wilt toch iets veroorzaken. Bereiken.
Ik had vroeger zoiets van, willen jullie niet naar me luisteren, jullie willen mij niet horen? Toen ging ik verkeerde dingen doen. Ik vroeg me af of ik een rel ging veroorzaken of iets ging breken, whatever. Maar één ding heb ik op Bonaire geleerd en dat is geduldig zijn. Met de politiek, met het volk, met iedereen.
Ik blijf bij de wetten. Alleen ga ik wel mooi met die wetten spelen. Ik bedoel je kunt over de grenzen gaan en weer terug, snap je, ik ga niet verder dan dat.’

‘Het meeste kon ik op facebook doen, daar kon ik me uiten. Maar ook heb ik mijn mening op de radio gegeven. Ik was gewoon altijd eerlijk tegen het volk. Ik heb nooit gelogen. Wil je weten wat ik denk, wil je weten wat ik zeg, dan zeg ik dat, dan leg ik het op tafel en wat de mensen er ook over denken en of ze het bekritiseren, het boeit me niet.’

‘Als je actievoert, kun je eigenlijk verder niets doen. Je bent altijd bezig. ‘s Nachts sliep ik niet echt, was ik bezig met mensen uit Nederland en overdag was ik bezig met de mensen van hier. Het vreet je op. Ik kreeg de hele tijd hoofdpijn. Mijn ogen deden pijn omdat ik de hele tijd naar het scherm moest kijken. De informatie die ik moest bijhouden, al die dingen, het is lastig hoor. De meeste mensen weten niet wat voor een offer het is als iemand zo bezig is. Dat het allemaal aan je vreet.’

‘Laat ik het zo zeggen, wat ik nu ga doen is even stilstaan en nadenken over wat ik wil gaan doen. Na het referendum heb ik met bepaalde mensen ideeën besproken. Maar het is nu nog geen tijd om iets nieuws te beginnen. Het is te vroeg.
Ik ga twee, drie jaar rustig studeren. Als het nodig is, als ik actie moet ondernemen voor het volk, doe ik dat graag. Dan ben ik er. Maar ik moet meer weten van bestuurskunde, van juridische zaken.
Om iets nieuw te beginnen, moet je goede mensen verzamelen, moet je de strategie heel goed neerzetten en je moet weten waar je voor gaat. En je moet altijd opletten of mensen meedoen uit eigenbelang of niet. Dat zie je zo vaak. Het zou mooi zijn als meer jonge mensen zich met de politiek zouden bemoeien.’

‘Weet je wat het is, je moet het ook allemaal leren. Ik ben de laatste jaren echt actief geweest. Dit is de eerste ervaring die ik heb in mijn leven. Dus al de activiteiten waren ook mijn eerste ervaring en ik kan zeggen, ik heb er veel van geleerd. Ik heb over strategie geleerd, ik weet nu hoe je het moet aanpakken.’
Kevin lacht vrolijk als ik zeg dat ie nu op mij lijkt, een mild geworden oudere man.
‘Als ik het nu heb over aanpakken, denk ik van, héhé, hoho, de vorige keer heb ik het in die richting gedaan en er ging iets fout, dus laat ik deze keer een beetje voorzichtig zijn.
Ja, ik heb heel veel geleerd in een jaar actievoeren. Daar ben ik best trots op, want ik weet wat voor informatie ik hier van binnen draag. Ik weet nu wat ik ermee kan doen. Ik weet wat mijn rechten zijn.
Soms zat het me helemaal tot hier. Wist ik even niet wat ik moest doen. Ik heb mijn familie bijna een jaar buiten mijn leven gesloten. Was bijna nooit thuis. Was op straat of in de media. Er gebeurt zoveel. Daar moet je aan wennen.’

Ben je tevreden over je actievoeren, over wat je nu weet en wat het met je doet?
‘Ja, ik ben tevreden. Het volk vertrouwt me. Ze zien echt dat ik er voor hen ben. Ik maak het elke dag mee. Voordat je hier kwam bijvoorbeeld, was er een jongen die hier kwam zitten en hij ging praten en praten. Zo is het dagelijks. Ga ik ergens naartoe en zeggen de mensen, hé, hoe dit en hoe dat of wat vind je ervan. Meisjes, moeders komen naar mij toe en ook oudere mensen. Ze vertrouwen mij hun verhaal toe, zij vertrouwen mij met hun privé-verhaal.’
Dan heb je een goede rol op het eiland, zeg ik.
‘Ja, ik ben goed met de mensen. Het mooiste is, als er iets misgaat, ben ik er voor hen. Of het nu gaat over een probleem met de zorgverzekering of over een ander probleem. Daar praat ik dan over op de radio. Daardoor weten de mensen zich vertegenwoordigd’
Wat moet er nu als eerste gebeuren, vraag ik, hoe moet het verder?
‘Het zou goed zijn als de Verenigde Naties Nederland dwingt om te luisteren naar het eiland. Dat ons recht op zelfbeschikking erkend wordt. Den Haag zal naar ons moeten luisteren. Ze denken daar dat ze met ons kunnen doen en laten. Die tijd is voorbij. Het volk is ondertussen wakker geworden. Het volk heeft courage, de wilskracht is wakker geworden. Weet je waarom? De meeste mensen waren stil, ze waren stil en ze wilden niets zeggen. Ze waren bang. Nu weten ze, ook door onze acties, dat je je kunt laten horen.’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *