Gelukkig, morgen kan ik met een gerust hart vertrekken. Het oerhollandse begrip gedogen heeft zich hier op het eiland volwassen gevestigd, het eiland heeft weer een bestuurscollege. Het is te vroeg op de ochtend om deze formatie uit te leggen, want zo schrijf je een brief, zo heb je hem niet geschreven en zo ben je het met alles oneens en zo denk je er weer anders over. Politiek is een vak.
Nee, ik kan niet met een gerust hart vertrekken. Zo had mevrouw Klijnsma beloofd om in december met een uitspraak te komen over de hoogte van de uitkeringen en zo heeft ze om agenda-technische redenen besloten om dat maar niet te doen. Agenda-technische redenen. Je moet maar durven. Politiek is een vak.
Dan nog wat. Waarom moesten er bij dit bezoek zo veel beestjes zijn die mij aantrekkelijk vinden? Deze liefde was en is eenrichtingsverkeer.
Maar ook. Weer hebben veel mensen me te woord willen staan. Weer hebben ze me mooie en minder mooie dingen verteld. Wat een verhalen, wat een geschiedenissen. In de komende maanden hoop ik veel te schrijven en te vertellen.
Optimistisch ben ik ook geworden. Uit al die ontmoetingen kwam ook het beeld naar voren van een nieuwe generatie bewoners van het Caribisch gebied. Met één been stevig verankerd op al die eilanden, maar met het andere been in die grotere wereld.
I’ll be back.