Zie voor de ode: http://politiek.tpo.nl/column/ode-aan-bonaire-een-ongrijpbare-liefde-in-de-caraibische-branding/
Geachte heer Van Raak,
Een relatief gelukkige jeugd heeft nadelen. Tenminste dat vindt mevrouw I. Zij vindt dat ik zo nu en dan naïef reageer op de wereld om mij heen. Ziet zij apen en beren, kijk ik naar een gezellige roedel beestjes.
Gistermiddag las ik uw Ode aan Bonaire. Met als ondertitel: een ongrijpbare liefde in de Caraïbische branding. Het deed me deugd dat u na uw bezoek aan het eiland in de afgelopen week tot het schrijven van een ode kwam.
Het begin van uw lofdicht voldoet ook aan wat je mag verwachten van deze literaire uitingsvorm:
‘In de verzengende hitte, fietsend over de zanderige wegen. Tussen torenhoge koraalrotsen, kunstig geboetseerd door de eeuwige wind. Langs bloeiende mangrovebossen en tussen oneindige zoutpannen. Waar vervaarlijke cactussen staan naast feeërieke bomen. Het is allemaal te vinden in het westen van Nederland – in het verre westen wel te verstaan. Waar je kunt zwemmen met tropische vissen, die met je meedeinen op het ritme van de golven. Waar de mensen je vriendelijk toelachen – en het leven nemen zoals het komt. Zware duikers die als stramme zeerobben opduiken uit de blauwe zee. Oudere surfers die in het tijdloze zonlicht nog eenmaal hun jeugd beleven.’
Dat u na dit poëtische begin een aantal sombere zaken meldt, is in een ode wat ongebruikelijk, maar dat vergaf ik u door die tweede ondertitel: Diep van binnen houden we van elkaar.
Ik had een vinnikleuk gegeven voor ik het wist.
Vanochtend stond ik opgewekt op en herlas ik uw ode. U stelt vast dat het paradijs een zwarte rand heeft. U vermeldt de vele miljoenenvilla’s langs de kust. U zet daar de armoedige buurten op het eiland tegenover. Buurten waar weinig werk is en niet veel te verdienen valt.
Misschien heb ik een wat verouderd beeld van de SP. Ik denk bij die naam aan een strijdbare partij. Een partij die vecht voor een rechtvaardige samenleving. Een partij die opkomt voor diegenen die het niet zo getroffen hebben. Een partij die vindt dat armoede bestreden moet worden. Niet met woorden. Maar met daden.
Het gegeven dat op het Island in the Sun een relatief grote groep mensen in ernstige armoede leeft, valt niet samen te vatten met de woorden ‘een zwart randje’. Het is een zwarte bladzij. Of nee, het is een hoofdstuk dat niet thuishoort in het boek van het Koninkrijk.
Misschien moeten wij het hier eens over hebben. Ik kom graag naar Den Haag om van gedachten te wisselen.
Omdat we diep van binnen van elkaar houden.
Nou ja.
Maar het is wel een mooie eindzin.