Het valt te billijken dat de afdeling Merchandise van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geen t-shirtjes op de markt heeft gebracht voor The Farewell Tour van Ronald Plasterk.
De afscheidsronde van de minister langs de zes eilanden die een staatkundige band met het moederland hebben, brengt de minister vandaag op Saba en Sint Eustatius, morgen doet hij Sint Maarten aan, woensdag ziet Bonaire hem nog een keer in functie, donderdag heeft Aruba de eer en vrijdag tot slot is Curaçao getuige van een historisch afscheid.
Volgens de site van de Rijksoverheid ‘zal de minister met de bestuurders van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba spreken over de ontwikkelingen van de afgelopen jaren en de samenwerking binnen het Koninkrijk.’
Dat de minister ook nog tijd heeft om diverse projecten op de eilanden te bezoeken laat zien dat hij verwacht dat het niet veel tijd zal kosten om de stand van zaken door te nemen. Dat getuigt van een optimistische houding. Een spaarzaam iets de laatste tijd.
Waar het optimisme van de minister op gebaseerd is, is niet helemaal duidelijk. De verhoudingen tussen de eilanden en het Europese moederland zijn de laatste jaren niet optimaal te noemen om het mild samen te vatten.
Dat ligt niet alleen aan de minister. Het gros van de politici op de eilanden mag wel eens voor de spiegel gaan staan, niet om ijdelheid te strelen, maar om zichzelf in de ogen te kijken. Om daarna een antwoord te zoeken op de vraag of je vindt dat je je functie naar eer en geweten vervult. Het is makkelijk om altijd weer naar Den Haag te wijzen. Maar het is niet alleen maar onschuld dat er uit eigen kraan komt.
Maar ook de minister kan zijn wijsvinger thuis laten. Alleen al het rapport van de Commissie Spies uit 2015 hangt als een baksteen om zijn nek. Dat rapport laat ondubbelzinnig zien dat de Haagse overheid flinke steken heeft laten vallen in haar beleid ten opzichte van de BES eilanden. Die steken ga ik hier niet herhalen. Nou ja, eentje dan. Ik raad de minister aan woensdag niet naar een natuurpark op Ikki’s eiland te gaan, maar een uurtje mee te lopen met de thuiszorg of met één van de mensen van maatschappelijk werk. In korte tijd weet je dan hoe die schrijnende armoede eruitziet waar de commissie het over heeft in haar rapport.
Om je ambtsperiode af te sluiten met weer een onderzoek hierover, is treurig te noemen. Of schaamteloos.
Natuurlijk, de minister maakt deel uit van een kabinet dat gestoeld is op termen als participatiemaatschappij en faciliterende overheid.
Dat je aan faciliteiten niets hebt als de burger, door welke oorzaak ook, niet volwaardig deel kan nemen aan het maatschappelijk proces, was ooit de reden waarom de sociaal-democratie gestalte kreeg. Die compassie met de zwakkeren is door de partij van minister Plasterk in de afgelopen jaren alleen nog met de mond beleden. Principes bogen daarbij voor de hang naar macht.
Ook daarom is het verstandig geweest om die t-shirtjes niet te laten drukken. Er is geen kiezer meer over.