Vanaf verschillende kanten word ik op de hoogte gehouden van de hulp die aan St. Maarten wordt gegeven sinds Irma op bezoek kwam.
Met name uit Den Haag, Curaçao, Bonaire en voor zover mogelijk vanaf St. Maarten zelf, krijg ik iedere dag overzichten en verhalen over de aanpak.
Daarom eerst dit: een diepe buiging voor al die militairen, verpleegkundigen, artsen, ambtenaren en andere betrokkenen. Wat zij onder deze omstandigheden voor elkaar krijgen, verdient respect.
Dit is niet de tijd om met complottheorieën aan te komen, makkelijke kritiek te spuien, met wijsvingers te zwaaien of iedereen weer van alles te beschuldigen.
Bewaar dat maar voor later.
Eén van de details waar je tegen aanloopt bij de hulpverlening is de status van St. Maarten.
Zie NOSop3:
“Als er op Bonaire, Sint-Eustatius of Saba iets gebeurt, is dat in principe niet anders dan een ramp op de waddeneilanden of in Zeeland”, zegt Gerhard Hoogers, onderzoeker aan de Universiteit Groningen. “Het is wettelijk geregeld dat gemeentes en provincies geholpen worden.”
Voor Aruba, Curaçao en Sint-Maarten ligt het iets anders: daar zijn afspraken gemaakt, in het het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. “Daarin staat dat de landen in het koninkrijk in principe opdraaien voor hun eigen problemen, want ze hebben autonomie”, zegt Hoogers. “Maar er is wel afgesproken dat we elkaar helpen.”
[https://nos.nl/op3/artikel/2192700-sint-maarten-en-nederland-hoe-zit-ons-koninkrijk-ook-alweer-in-elkaar.html]
De last van weten, heb ik dit stukje genoemd. Zo nu en dan kom je iets te weten waarover het lastig schrijven is. Je kunt de bronnen niet noemen, je kunt de voorbeelden niet geven en toch wil je er iets over zeggen omdat het van belang is dat erover nagedacht wordt.
Je kunt vaststellen dat bij het afspreken van de banden met het moederland, een aantal zaken zijn blijven liggen. Zo is bijvoorbeeld niet bedacht hoe je om moet gaan met het feit dat het lokale, autonome overheidsapparaat door een ramp niet meer kan functioneren. Omdat de mensen die deze regering vormen zelf slachtoffer zijn en omdat de infrastructuur vernietigd is. Wie is dan verantwoordelijk voor de te maken keuzes?
In het geval van St. Maarten, mag het moederland het gezag tijdelijk overnemen?
Dit onderwerp zal in de nabije toekomst op de agenda van Koninkrijksrelaties moeten komen.
Waarom ik het nu noem heeft te maken met de praktische gevolgen van deze onduidelijkheden waar de hulptroepen zo nu en dan tegen aanlopen. Want door dit hiaat in de afspraken tussen het moederland en de eilanden krijgen ambtenaren vragen voorgelegd waar ze wel een antwoord op weten, maar waarbij andere belangen van de ministeries soms een rol spelen.
Zo algemeen hou ik het vandaag. En daar mag je kritiek op hebben.
Ik noem het omdat ik verwacht en hoop dat Den Haag van dit soort interne strubbelingen gevrijwaard blijft de komende maanden.
We hebben elkaar hard nodig.