Het werkbezoek

januari 4, 2018

ezel

Het kan natuurlijk niet anders. Als je Caribisch Nederland op je bord krijgt als staatssecretaris, Kamervoorzitter of lid van de vaste commissie Koninkrijksrelaties, moet je niet alleen kennis over het gebied opdoen of bijspijkeren,  je moet er ook eens kijken.

En dus vliegen de dames en heren de komende week langs de eilanden. Staatssecretaris Knops kijkt uit naar het bezoek.
‘Ik ben verheugd dat ik meteen aan het begin van 2018 een bezoek kan brengen aan dit deel van ons Koninkrijk. Na mijn recente bezoek aan de bovenwinden vind ik het belangrijk om ook snel kennis te maken met Aruba, Bonaire en Curaçao. Ik wil de reis gebruiken om te horen voor welke uitdagingen de twee landen en het openbaar lichaam staan, welke ambities zij hebben en hoe we de samenwerking de komende periode verder vorm kunnen geven. Daarnaast wil ik de werkbezoeken en gesprekken gebruiken om indrukken op te doen van het leven en werken op de drie eilanden.’

Je vliegt naar de eilanden, praat met allerlei mensen, eet, drinkt en maakt een rondrit.
Na een aantal dagen heb je inderdaad allerlei indrukken opgedaan. Al weet je bij thuiskomst soms even niet meer wie nu wat zei op welk eiland. Zoals een kamerlid na een vorig bezoek zei: ‘Je vliegt van eiland naar eiland en je ziet en hoort overal hetzelfde als je eerlijk bent.’
Om het kamerlid te citeren dat wist te melden dat hij aangewezen was als vrijwilliger om namens zijn fractie mee te moeten op het werkbezoek is wat kinderachtig. Hij vond het vooral vermoeiend. En warm.

Hoe gaat zoiets eigenlijk, vroegen de mannen op het terrasje van de snèk waar we de wereld doornamen. Krijgen de dames en heren die zich buigen over het gebied ook bijles als ze deze taak op zich nemen? Moeten ze een paar boeken over het onderwerp lezen? Krijgen ze uitgebreid voorlichting bij al die dossiers en rapporten die op hun bureau worden gelegd? En wie geeft die voorlichting?
Terwijl ik over antwoorden nadacht, werden al snel opmerkingen gemaakt over de kosten van het werkbezoek.
Mijn tegenwerping dat het toch logisch is dat de parlementariërs een keer moeten kijken in het gebied waar ze zich over buigen, werd met een grijns ontvangen. Gevolgd door grappen over het beroep van politicus.
Het vertrouwen in de politiek bleek niet echt groot op dat terras die dag.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *