Met een drastische ingreep heeft Rutte III laten zien dat wat haar betreft de maat vol is op St. Eustatius.
Een commissie van wijzen kreeg in juni 2017 de opdracht om een rapportage uit te brengen over de huidige bestuurskracht van het openbaar lichaam Sint Eustatius en over de wijze waarop die op een vereist niveau moet worden gebracht. Daarbij worden alle aspecten van de besturing van het openbaar lichaam (bestuurscollege, eilandsraad, management) betrokken. Dit betreft zowel voorbereiding en vaststelling van beleid, als de uitvoering, evaluatie en bijsturing daarvan.
Die commissie, een wat groot woord overigens voor de heren F.J. Refunjol en J. Franssen, publiceerde een paar dagen geleden het rapport Nabijheid of distantie, een wereld van verschil – Sint Eustatius, altijd al een stiefkind geweest.
De politiek op het stiefkinderlijke eiland krijgt er flink van langs in het rapport. Er is sprake van onder meer wetteloosheid, financieel wanbeheer, discriminatie en intimidatie.
Voor staatssecretaris Knops van Koninkrijksrelaties reden om hard in te grijpen. Alle bestuurders en toezichthouders zijn buitenspel gezet en gisteren presenteerde de staatssecretaris al de mensen die schoon schip moeten maken. Daadkracht kan deze staatssecretaris niet worden ontzegd.
Als alles goed gaat, wordt de bevolking van Sint Eustatius actief betrokken bij de verdere gang van zaken. Er wordt een raad van advies in het leven geroepen waarin burgers, ondernemers en maatschappelijke organisaties kunnen plaatsnemen om hun zegje te doen.
Het spreekt voor zich dat niet iedereen gelukkig is met de ingreep van meneer Knops. Er vallen stevige woorden. Er is sprake van een staatsgreep volgens sommigen, anderen dreigen met harde acties en de verwijzingen naar kolonialisme en naar VN resoluties zijn niet van de lucht.
De verhouding tussen Den Haag en Caribisch Nederland is bedroevend slecht. En dat is een treurige conclusie.
Het zou daarom handig zijn als je net als bij sommige sporten een time-out zou kunnen aanvragen.
Een periode waarin Den Haag ervoor zorgt dat beloftes worden nagekomen, een periode waarin iedereen even een pas op de plaats maakt.
Een periode waarin wij, Europees Nederland en de eilanden, om de tafel gaan om binnen een aantal jaren die kluwen van onze gemeenschappelijke geschiedenis te ontwarren.
Indachtig het rapport van de commissie Spies, indachtig de duidelijke woorden van deze commissie van wijzen, zal ook Den Haag namelijk in de spiegel moeten kijken.
Behalve het produceren van stapels rapporten is er niets ondernomen om een eind te maken aan de armoede waaronder een deel van de bevolking gebukt gaat bijvoorbeeld, wordt de bouw van de noodzakelijke woningen voortdurend getraineerd en is een goede infrastructuur blijkbaar niet noodzakelijk.
Maar belangrijker is dat Den Haag visieloos en met weinig interesse met dit deel van het koninkrijk omspringt.
Het is verleidelijk om voor te stellen dat er ook in Den Haag een raad van advies komt waarin vertegenwoordigers van Caribisch Nederland en het Haagse zitting nemen.
Al moet die raad dan net als nu op Sint Eustatius blijkbaar mogelijk was, snel knopen doorhakken. Laat maar weten wanneer er een sociaal minimum wordt vastgesteld, laat maar zien dat er huizen gebouwd worden. Knap die wegen maar eens op.
Ondertussen kunnen de politici op de eilanden antwoord geven op de vragen die hun handelswijze zo nu en dan oproept. Laat maar weten hoe je de toekomst voor het gebied ziet. Naast ideaal en ideologie zijn er praktische vragen.
Met grote woorden neemt de bakker geen genoegen, met VN-resoluties kun je de huur niet betalen.