Staatssecretaris Knops van Koninkrijksrelaties keek eergisteren terug op zijn eerste jaar in functie.
In die terugblik zei Knops: ‘Het afgelopen jaar was een jaar waarin ik veel dingen heb meegemaakt en een hele steile leercurve heb gehad, maar waarin ik ook nog meer gefascineerd ben geraakt door de banden die wij binnen het Koninkrijk hebben.’
Ook wil de staatssecretaris dat ‘de mensen op de eilanden het beter krijgen.’
De tango is een partnerdans die tegen het einde van de negentiende eeuw in het grensgebied van Argentinië en Urugay ontstaan is. In de havensteden van die twee landen ontmoetten de oorspronkelijke bevolking, slaafgemaakten en Europese immigranten elkaar in de café’s en bars of op straat.
De tango is een combinatie van de Duitse wals, de Tsjechische polka, de Poolse mazurka, de Spaans-Cubaanse habanera, de Afrikaanse candombe en de Argentijnse milonga.
Over herkomst van het woord tango bestaan verschillende theorieën. Een lezing gaat uit van het Yoruba woord ‘shangó, de Nigeriaanse god van de donder, een andere veronderstelt dat het Spaanse woord voor trommel, ‘tambor’ verbasterd is tot tango. En er is bijvoorbeeld ook een uitleg die verwijst naar het Portugese woord ‘tanger’, wat een muziekinstrument bespelen betekent.
De opmerking dat de staatssecretaris ‘gefascineerd is door de banden die wij binnen het Koninkrijk hebben’, leverde wat cynische reacties op bij de lezers op Ikki’s eiland.
Terwijl het voor een beroepspoliticus in Den Haag die zijn vak serieus neemt inderdaad een fascinerend onderwerp is, die verhoudingen binnen het Koninkrijk.
Ontdaan van iedere emotie is het namelijk nogal een erfenis die je op je bord krijgt. Op dat bord ligt een eeuwenlange geschiedenis.
Een geschiedenis waar niet iedereen blij mee is. De wrange smaak van het kolonialisme, het bijtende zuur van de slavernij, zijn maar een paar van de ingrediënten die de maaltijd verpesten.
Als je al die bijsmaken niet proeft en het je beroep is om te kijken of het recept te veranderen is, hangt het van je karakter af met hoeveel inzet je je aan je taak kwijt.
Staatssecretaris Knops is gefascineerd geraakt door de maaltijd. Niet alleen wil hij kijken of hij het recept kan veranderen, hij wil het zelfs verbeteren. ‘De mensen op de eilanden moeten het beter krijgen.’
De staatssecretaris weet dat ‘we soms toch in twee werelden zitten: de Haagse wereld en de Caribische wereld.’
In die Haagse wereld is bijvoorbeeld het vaststellen van een sociaal minimum een lastig gegeven. Niet omdat het moeilijk is om uit te rekenen welk bedrag nodig is om op de eilanden een fatsoenlijk leven te leiden. Daarover zijn de rapporten van Nibud en Regioplan duidelijk.
Maar zou je de daar in genoemde bedragen hanteren om de hoogte van de uitkeringen te bepalen bijvoorbeeld, loop je tegen een muur. Die uitkeringen zouden bijvoorbeeld aanmerkelijk hoger worden dan het minimumloon.
Als je daarnaast bedenkt dat op bijvoorbeeld Ikki’s eiland een deel van de bevolking de boel bij elkaar scharrelt binnen de informele economie, staat het Haagse systeem met lege handen.
Maar ook dat is fascinerend voor een Haagse politicus. Je kunt je hoofd ergens over breken. Dat maakt het werk interessant.
Ja, ik geloof vandaag wel dat de staatssecretaris het een boeiend gegeven vindt, die banden binnen het Koninkrijk. Ook denk ik dat hij het beste voor heeft met de inwoners van Caribisch Nederland.
Maar omdat een Haagse politicus zich geen zorgen hoeft te maken over de maaltijd die op tafel moet komen, geen buikpijn heeft door de rekeningen die thuis wachten, is de opmerking van de staatssecretaris dat ‘we wel gelijkwaardig, maar niet gelijk zijn’ wat wrang.
Ook kon de heer Knops het niet laten om toch nog even als schoolmeester te wijzen op het feit dat de inzet om de wereld te verbeteren van beide kanten moet komen.
‘It takes two to tango, zeg ik altijd.’
Gelijk heeft ie.
Maar ik kop deze voorzet in.
Tussen de Haagse klompendans en de tango zit een wereld van verschil.
Fascinerend inderdaad.