Op 10 oktober 2010 werden de Nederlandse Antillen ontmanteld en verkreeg elk van de vijf eilanden waaruit dit non-soevereine land bestond een nieuwe politieke status. De twee eilanden met het grootste aantal inwoners, Curaçao en Sint-Maarten, werden autonome landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden, een status die Aruba al sinds 1986 heeft. De drie in demografisch opzicht kleinste eilanden, Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (de BES-eilanden, sinds 2010 formeel aangeduid als Caribisch Nederland), werden als openbare lichamen in het Nederlandse staatsbestel geïntegreerd, en werden daarmee staatsrechtelijk onderdeel van Europees Nederland. Op deze eilanden werd de Antilliaanse wetgeving geleidelijk vervangen door de Nederlandse, werd de Antilliaanse gulden vervangen door de Amerikaanse dollar, en verkreeg de Nederlandse rijksoverheid de uitvoerende macht op de belangrijkste beleidsterreinen. De lokale overheid van de eilanden werd ingericht op basis van het bestuursmodel dat in Nederlandse gemeenten gebruikt wordt, en om deze reden worden de eilanden vaak bijzondere gemeenten van Nederland genoemd.
Naast de lokale overheid (het openbaar lichaam) is de rijksoverheid op de drie eilanden vertegenwoordigd door de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN), een
shared service organisatie waarbinnen de Nederlandse ministeries samenwerken. Ten slotte werd de functie van Rijksvertegenwoordiger in het leven geroepen, die fungeert als bestuurlijke schakel tussen de openbare lichamen en Den Haag, en toeziet op goed bestuur in Caribisch Nederland (Oostindie & Klinkers, 2012).
Lees/Download paper (PDF): https://www.academia.edu/Iedereen_kent_iedereen_