Sinds staatssecretaris Knops in oktober 2017 aantrad, kan iemand die het nieuws rondom Caribisch Nederland volgt geen vrije dag meer nemen. Van ingrepen tot werkbezoeken, van uitspraken tot moties, het kan niet op.
Als je door dat rumoer heen kijkt, zie je al gauw dat er sindsdien niet veel gebeurd is waar de bewoners van al die eilanden gelukkiger van zijn geworden. Al is dat, ik geef het toe, wat kort door de bocht.
Maar het blijkt onmogelijk om een bestaansminimum vast te stellen voor de BES-eilanden, de ingreep op Statia levert nog niet het gewenste resultaat op, St. Maarten kampt nog dagelijks met de gevolgen van Irma, Curaçao mag zelf de problemen met de Venezolaanse vluchtelingen op zien te lossen, Ikki’s eiland heeft een Bestuursakkoord voorgeschoteld gekregen en dan slaan we het rapport over de mensenrechten op de eilanden maar over.
Het repertoire waarmee Den Haag reageert op Caribische perikelen is niet uitgebreid. De lokale overheden zijn schuldig. Maakt niet uit waaraan.
Als het lastig wordt, zoals de vluchtelingencrisis op Curaçao, komt het goed uit dat het eiland een autonoom land binnen het koninkrijk is. Dan moet je het zelf maar zien te rooien. Wel heeft meneer Rutte een tip voor dat autonome land: word een financiële hub. Ook al kom je dan wel weer op de lijst die Den Haag publiceerde van landen die belastingparadijs zijn. Daar hebben we nl. wel verstand van.
Ook St. Maarten moet niet zeuren. Het geld voor de wederopbouw staat op een rekening ergens en daarmee is de kous af. Moet je maar niet zo corrupt zijn.
Ikki’s eiland kreeg in december jl. maar liefst 22 uur om akkoord te gaan met ingrijpen 2.0, maar wacht vandaag nog op de benoeming van die programmamanager die alles in goede banen gaat leiden.
Als je bedenkt hoeveel krokodillentranen er vloeien tijdens de vergaderingen van de Commissies Koninkrijkrelaties, hoe vaak kamerleden geschrokken zijn van wat ze zagen op de eilanden, hoe vaak beloofd is dat alles anders moet, is het misschien verstandig om een uurtje pas op de plaats te maken.
Als je bedenkt met welk zwaar geschut het geklaag over en het beschuldigen van het moederland vorm wordt gegeven op de eilanden, met welke woorden Den Haag in de beklaagdenbank wordt gezet, met welke kreten het onrecht wordt aangekaart, is het misschien verstandig om een uurtje pas op de plaats te maken.
Bedenk in dat uurtje dat het tijd wordt om, naast al die klussen die gedaan moeten worden, de gedachten te ordenen over de toekomst van Caribisch Nederland. Als we allemaal, aan beide kanten van de oceaan, zo veel redenen hebben om te klagen, te zeuren en elkaar te beschuldigen, is het tijd om na te denken hoe we verder willen, met of zonder elkaar.
Eeuwen geschiedenis kunnen we niet uitvlakken, maar de toekomst ligt voor ons.