Emy Maduro ~ Nos a bai Ulanda. Antillianen in Nederland 1634 -1954

april 25, 2019
schilderij_Jan_van_Amstel_en_Anna_Boxhoorn

Abraham van den Tempel, “Jan van Amstel en Anna Boxhoorn”, 1671. De echtelieden, van wie de man zeekapitein was, zijn afgebeeld met de stereotype zwarte bediende.

“Sterft, gij oude vormen en gedachten!” Onder deze kop trok een Antilliaanse student fel van leer tegen de “toestand” van de Nederlandse Antillen. De positie van de Antillen in het Koninkrijk der Nederlanden, betoogde hij met verve, was ondanks het Koninkrijksstatuut van 1954 fundamenteel nog steeds die van een kolonie. Buitenlandse ondernemingen maakten nog steeds de dienst uit op de eilanden; de Antilliaanse politici imiteerden slechts het voorbeeld van hun collega’s in de rijke kapitalistische landen. Een “kambio” was nodig: een fundamentele verandering in het politieke denken van de Antilliaan.

Wij schrijven 1965, en deze tirade werd afgedrukt in het net opgerichte opinieblad van Antilliaanse studenten “Kambio; portabos independiente antijano”, in vertaling: “Verandering: onafhankelijke Antilliaanse spreekbuis” (“Kambio” jrg. 1, 1(1965):1-3 en jrg. 1,3(1965):1-4). “Kambio”, een initiatief van Antilliaanse studenten uit Den Haag, Leiden, Delft, Amsterdam, Tilburg en Nijmegen, wilde voor de tot dan toe apolitieke opstelling van de Antilliaanse student een “kritische, non-konformistische” houding ten aanzien van de Antillen, Nederland en de Koninkrijksverhoudingen in de plaats stellen.

“Kambio” was inderdaad een teken van een nieuwe tijd. Ook voordien hadden Antilliaanse studenten in Nederland geleefd; zelden hadden zij echter van zich doen spreken, en zeker niet door radicale taal. Na de Tweede Wereldoorlog was de omvang van de Antilliaanse studentengroep in verschillende steden gestaag gegroeid. Ook hadden zij zich verenigd in eigen verenigingen en zelfs het blad “Noticiero” uitgegeven. Het was echter pas na 1954 dat een groep studenten, afkomstig van verschillende Antilliaanse eilanden en uit ongelijke milieu’s zich verenigden onder één noemer, namelijk hun Antilliaanse afkomst. Uit deze betrekkelijk hechte groep klonk in 1965 de roep om een “Kambio”.

Het zal de lezer van dit verhaal over de geschiedenis van de Antillianen in Nederland allengs duidelijk worden hoezeer dit verlangen naar een “Kambio”, dit “Sterft, gij oude vormen en gedachten”, verschilde van de houding van eerdere generaties Antillianen in Nederland.

Complete boek: https://www.jstor.org/stable/pdf/10.1163/j.ctt1w8h0n0.6.pdf

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *