Ze zei tegen mij, jongen, doe het niet

mei 6, 2019

Kralendijk

Een aantal inwoners van Ikki’s eiland ondervindt nog dagelijks de gevolgen van rugoperaties uitgevoerd in Medellin (Colombia) in 2012 en 2013. Natuurlijk, rugoperaties zijn zelden ingrepen waarbij patiënten de rest van hun leven klachtenvrij zijn. Maar uit onderzoek is wel duidelijk geworden dat niet alles even goed is gegaan bij de behandeling van sommige patiënten in Colombia.

Mevrouw en meneer T. ontvangen me vriendelijk. Ze willen graag hun verhaal vertellen. Het verhaal van de operaties die hun leven getekend hebben. In de eerste plaats dat van meneer. Maar ook vertellen ze over de invloed die de fout gelopen ingrepen hebben gehad op hun relatie en op hun financiële omstandigheden.
‘Ik ben zo jong’, zegt meneer glimlachend, ‘ik ben bijna 60 jaar. Mijn vrouw is 58.’
‘Je kunt wel zeggen, zo jong’, zegt mevrouw, ‘maar vier jaar geleden waren we net twee oude parkietjes zoals we daar naast elkaar lagen te slapen. Met geen enkel gevoel. Want ja, je dacht alleen maar aan jezelf.’
‘Ik had echt veel pijn. Ik moest geopereerd worden’, vertelt meneer, ‘het ging niet meer. Eén van mijn wervels was niet goed. En een tweede ook niet. Die problemen heb ik altijd gehad.
Vier, vijf jaar geleden kreeg ik de mogelijkheid om naar Colombia te gaan om geopereerd te worden. Door een beroemde chirurg. Eerder was ik hier in het ziekenhuis onderzocht. Zij hebben mij naar Colombia gestuurd.’

‘In het ziekenhuis kreeg ik een contract. Dat heb ik ondertekend. Vijf minuten nadat ik mijn handtekening had gezet, belde mijn moeder vanuit Bonaire. Ze zei tegen mij, jongen, doe het niet. Maar het was al te laat. Ik kon niets meer doen. Laat maar zo, dacht ik. Ik ben hier nu.’

‘Het probleem is’, legt mevrouw uit, ‘hij is de patiënt, het is zijn leven. Hij moet bepalen of hij geopereerd wil worden. Ik heb gezegd, we moeten heel goed overleggen of het wel of niet kan. Hij vroeg aan mij, wat moet ik doen? Ik heb gezegd, we zijn hier gekomen om geopereerd te worden, maar jij moet beslissen. Ik kan dat niet voor jou doen. Ik ga het doen, zei hij toen. Ik sta achter je, heb ik gezegd. Dus hij tekende dat papier. Binnen vijf minuten belde zijn moeder. Zij zei, doe die operatie niet. Misschien was dat haar moedergevoel. Want we wisten niet dat er meer mensen met grote problemen terug waren gekomen. Daar hadden we toen nog niets over gehoord. Dat kwam later.’
Mevrouw zucht.
‘Hij was eerder al onderzocht in Curaçao. Die chirurg zei dat hij niet wilde opereren. Hij wilde meer weten over het probleem.
Daarna krijg hij een tumor in zijn hoofd. Daaraan is hij geopereerd in Bogota (Colombia). Dat verliep allemaal goed.
Ondertussen heeft mijn man verschillende rugonderzoeken gehad, vooral op Curaçao. Altijd waren er die pijnen. Na veel vragen, werd mijn man naar Medellin gestuurd. Niet naar Bogota. Daar wilden we graag naartoe omdat het eerder daar zo goed was gegaan. Maar er werd gezegd dat dat niet kon. ZVK, de verzekeraar op het eiland, had geen contract met Bogota voor deze operaties.
We zijn naar Medellin gegaan. Ja, ik ging mee. Ik wilde met eigen oogjes zien wat er ging gebeuren. We zijn twee weken gebleven. Op 7 juli 2013 is hij geopereerd. De eerste dag ging het goed, de tweede dag ook. De derde dag? Pijn! Veel pijn.’

‘Kijk,’ legt meneer uit, ‘ik was geopereerd, Die dag bleef ik in bed. Ik sliep veel. De dag daarna kwam de chirurg en die zegt dat ik op moet staan. Ik sta op, maar ik voelde meteen dat het niet goed is. Hij zegt, begin maar te lopen. Naar de muur. Als ik daar ben, voel ik pijn. Hevig. Ik ben weer naar bed gegaan.
De dag daarna kwam er een fysiotherapeut. Ik moest iets verder lopen. Het ging wel, maar met pijn. De therapeut wilde dat ik een oefening ging doen, maar dat ging niet.
De derde en vierde dag, hetzelfde. Maar ik kon bijna niet lopen. Ik heb toen geklaagd bij een zuster, want ik kon niet meer. Ik kon niet zitten, ik kon niet slapen en ik kon niet lopen.’

‘Op de vijfde dag ben ik opnieuw geopereerd. Weet je wat ze toen zagen? Die chirurg had een zenuw onder een van de schroeven vastgezet. De pijn werd na die operatie ietsje minder. Al geeft die zenuw me nog steeds problemen. En daarna moesten we terug naar Bonaire.’
Mevrouw schudt haar hoofd.
‘Na die tweede operatie waren wij terug naar het hotel gestuurd. Met een lijst voor de therapie in het ziekenhuis daar. Maar de volgende dag kwam er een telefoontje dat we naar Bonaire terug moesten vliegen. Ik zeg tegen die meneer dat mijn man nog twee weken therapie moest volgen. Maar dat kon ook wel op Bonaire, zei die meneer van het verzekeringskantoor in Medellin. We moesten de volgende dag in alle haast naar het vliegveld. Toen we hier kwamen: Disaster!’
‘Pijn, pijn, pijn’, vult meneer aan.
‘Achter op zijn rug zat zo’n grote bult’, vertelt mevrouw, ‘Echt groot. Op sommige dagen was het ding ietsje kleiner, maar soms dacht je dat hij ging barsten. Elke dag zei hij, het kan niet meer. Het is zo erg. En ik moest dan overdag naar mijn werk. We konden niets doen. Maar hij ging zo hard achteruit.’
Mevrouw zucht opnieuw.
‘Het waren vier jaren. Nooit meer wil ik terug naar die tijd. We hadden thuis zo veel pijn.’
Ze snikt.
‘En zo was het’, zegt meneer, ‘en hier in het ziekenhuis konden ze niks doen.’

We zijn even stil.
‘De verzekering stelde voor een expert uit Nederland te laten komen om naar de patiënten te kijken en met voorstellen te komen voor mogelijk hersteloperaties. Maar het duurde wel lang voor er stappen werden gezet. Uiteindelijk konden we naar Amsterdam, naar het OLVG’, vertelt mevrouw, ‘Godzijdank dat die dokter in het OLVG in Amsterdam toch iets kon doen om de pijn te verminderen. Dat was in 2014, 2015. Maar het is nooit meer helemaal goed gekomen.’
Meneer neemt het over.
‘Drie keer ben ik naar Nederland geweest. Na de derde keer kon ik weer beter lopen en iets beter zitten. Rechtop staan is nog steeds lastig. En ik ben nog steeds snel moe. Dan krijg ik overal tintelingen. Maar Godzijdank is er iets gebeurd dankzij die dokter.
In het OLVG zagen ze wat er allemaal fout was gegaan. Eén van die schroeven was gebroken, een tweede zat los. Ook was het materiaal van ze gebruikt hadden in Medellin niet goed.
De vierde fout van die chirurg was dat hij mijn zenuwen en een aantal spieren bij elkaar gebonden had. Die bundel was die bult op mijn rug.’
Meneer lijkt nog verbaasd.
‘We zijn drie keer op en neer gegaan naar Nederland. Iedere keer zes, negen maanden ertussen. Dan moest ik herstellen.’

‘Ik heb een goede baan’, zegt mevrouw, ‘ en een aardige werkgever. Daar kon ik veel mee regelen als ik mee moest naar Colombia of Nederland. Al is het soms lastig. Als het te lang duurt, gaan ze je salaris korten. En mijn man verdient al jaren maar de helft van wat hij verdiende voor al deze ellende begon. Je hebt hier geen opvang. Hier is geen wet die je helpt. Ook de aanpassingen in huis moesten we zelf betalen.’

Een buurvrouw komt langs om te vragen hoe het vandaag gaat. We hebben het over de andere patiënten en over de nasleep van de operaties.
‘Gelukkig zitten wij, de patiënten, nog steeds op één lijn. Drie van ons doen de besprekingen. Zij praten met de advocaten en vertellen het daarna aan ons. Mariadal geeft ons wel steun’, zegt mevrouw, ‘ze luisteren en geven advies.’

Als de buurvrouw weer naar huis is, huppelt een kleinkind binnen.
‘Voor onze kinderen was het ook lastig. Ze zagen hoe hun vader en moeder grote zorgen hadden. Ze hebben ons geweldig gesteund’, zegt mevrouw.
‘Weet je’, zegt meneer, ‘pijn beïnvloedt alles. Het maakt je alleen. Je gaat inzakken. En als je inzakt, krijg je allemaal gevoelens. Je gedraagt je anders, je weet niet wat je wilt, je wilt zo graag dat het voorbij is.’
Hij kijkt een tijdje naar zijn handen.
‘Je krijgt ook slechte gedachten. Echt. Je bent slecht tegen de ander. En tegen jezelf. Je bent verslagen. Want je ziet niets meer. Geen oplossing. Je hebt alleen maar pijn. Zij zag dat mijn benen hier liepen, mijn bovenlichaam daar. Je vraagt je af, waarom blijf je leven? Waarvoor?
In die tijd kijk je naar je vrouw, je houdt van haar, maar het gaat niet. Het was een slechte tijd met veel gedachten. Zo was het.’

‘We zijn nu meer dan dertig jaar samen. Als je zo een zo lange liefdestijd hebt, blijf je menselijk, met liefde voor elkaar. Als er dan een tijd komt vol problemen, een tijd vol pijn, ook bij haar, krijg je een ander gevoel van liefde. We worden ouder. Als je groeit van baby naar volwassen, word je rustiger. Je krijgt en je geeft. We hebben nu een soort liefheid voor elkaar die rustiger is dan vroeger. Die mooie liefde moeten we vertellen. Al die mooie jaren hebben de kracht gegeven om ons er nu samen door heen te slaan.’


Op de BES eilanden ontbreekt de Wmo-wetgeving (Wet maatschappelijke ondersteuning). Het Zorgverzekeringskantoor BES heeft in 2018 besloten een viertal taken – huishoudelijke hulp, maaltijdvoorziening, vervoer en kleine woningaanpassingen – te vergoeden. Fundashon Kuido pa Bista i Oido (FKBO) is verantwoordelijk voor de uitvoering.

Wmo wetgeving in Europees Nederland: https://www.rijksoverheid.nl/wmo

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *