De commentaren bij de livestream van de ongeregeldheden in Willemstad gisteren lieten de verdeeldheid onder de bevolking zien. Waar de één de contouren van een revolutie zag, hoopvol verwijzend naar 30 mei 1969, keek de ander met lede ogen naar de vernielingen en de plunderingen.
Het is geen nieuws dat we ons al lange tijd niet zo goed raad weten met ons koninkrijk. Boeken, artikelen, wetsvoorstellen over mogelijke oplossingen voor de onderlinge verhoudingen binnen het koninkrijk volgen elkaar op als de dagen van de week. Alle varianten komen voorbij: van alle eilanden maar zelfstandig maken tot alle eilanden als bijzondere gemeentes samen onderbrengen in één provincie. Ideeën zat.
De coronacrisis heeft, net als elders, grote en ingrijpende gevolgen voor de eilanden. Of ze nu autonoom zijn of niet. Van de staatkundige status trekt zo’n virus zich niets aan.
De economieën van de eilanden zijn grotendeels afhankelijk van toerisme. Nu er geen bezoek meer komt, stijgt de werkloosheid tot grote hoogte en wordt een deel van de bevolking nog verder afhankelijk van voedselbanken.
Natuurlijk biedt Europees Nederland de helpende hand. Miljoenen worden overgemaakt naar de eilanden. Aan die miljoenen worden relatief strenge voorwaarden gesteld. Vooral de drie autonome landen, Aruba, Curaçao en St. Maarten, krijgen het voor de kiezen wat die voorwaarden betreft.
Dat Den Haag niet zomaar pinpasjes stuurt, is ergens wel te begrijpen. De administraties van de eilanden laten merkwaardige zaken zien. Die zaken kun je eenvoudig samenvatten met termen als corruptie, zelfverrijking en, om de toon maar vriendelijk te houden, creatief boekhouden.
Voor alle duidelijkheid, ook dit gedoe is niet nieuw. Al eerder kwamen de eilanden in financiële problemen, al eerder keken ze smekend richting Den Haag. En al eerder bromde Den Haag dan chagrijnig dat het werkelijk anders zou moeten.
Dat de eilanden niet tegen de gevolgen van deze coronacrisis gewapend waren, is logisch. Als booking.com, KLM en bankiers op de stoep van het Binnenhof staan en een paar dagen later wat miljarden extra op hun rekeningen hebben staan, hebben de inwoners van ons koninkrijk ook wel recht op een paar honderd euro.
En daar zorgt Den Haag dan ook voor.
Voor veel inwoners van Europees Nederland is het vermoedelijk niet duidelijk hoe ernstig de situatie op de eilanden is. Al jaren is er sprake van bittere armoede waaronder een deel van de bevolking gebukt gaat. Die armoede wordt door Den Haag bestreden met onderzoeken en rapporten. En de lokale bestuurders op de eilanden hebben het gemiddeld te druk met het vullen van eigen zakken om tijd te steken in het verbeteren van het lot van de bevolking.
De demonstranten in Willemstad hadden hun pijlen grotendeels gericht op de lokale bestuurders. Ze eisen bijvoorbeeld het aftreden van minister-president Ruggengraath. Hij is voor de demonstranten het gezicht van een falende overheid. Een overheid waar je alles van kunt zeggen, maar niet dat zij schone handen heeft als je het hebt over corruptie en zelfverrijking.
Dat Curaçao naast de gevolgen van de coronacrisis ook nog met een aantal andere onzalige omstandigheden geconfronteerd wordt, zoals de Isla-raffinaderij en bijvoorbeeld de Venezolaanse vluchtelingen, zorgt ervoor dat het eiland zich op kan maken voor sombere tijden.
En daarmee het Koninkrijk der Nederlanden ook. Want zo staan we ervoor. Samen.