Samengesteld door Joop van den Berg & René Zwart
Uitgave ADCaribbean b.v. 2020. ISBN ontbreekt
Vijftig mensen die beroepsmatig geïnteresseerd zijn in de verhoudingen binnen het Koninkrijk hebben zich op verzoek van de samenstellers van de bundel Koninkrijk op eieren. Reflecties op 10 jaar 10.10.10, Joop van den Berg & René Zwart, gebogen over de vraag hoe we ervoor staan tien jaar na 10.10.10.
Mr. Pieter van Vollenhove, voorzitter van het Comité Koninkrijksrelaties, ziet die deelname als teken dat het Koninkrijk ‘bij velen leeft’. In zijn Voorwoord vertelt hij dat hij ‘van de samenstellers vernam [..] dat vrijwel iedereen die benaderd is onmiddellijk bereid was tot medewerking. En dat hun betrokkenheid bij het Koninkrijk zo groot is dat vrijwel niemand zich heeft gehouden aan de voorgestelde lengte. Ook dat spreekt mij zeer aan, omdat het past bij één van mijn favoriete motto’s: wie schrijft die blijft!’
De conclusie dat het onderwerp bij velen leeft gezien de bereidwilligheid van de auteurs, getuigt van een positieve levenshouding. Want de vijftig auteurs zijn niet willekeurig uit een volgepakt voetbalstadion geplukt.
De inleiding, geschreven door de samenstellers, heeft als titel Een les voor de toekomst.
Daarmee geven de auteurs direct de eindconclusie van de bundel prijs. Na lezing van al die bijdragen kun je nl. niet anders concluderen dan dat het jubileum geen reden voor feestelijkheden is.
Zoals René Zwart in de Proloog de stand van zaken samenvat:
‘Voor velen op de eilanden is het leven er alleen maar slechter op geworden: sinds 10-10-10 heeft de armoede er een vlucht genomen, zelfs in de bijzondere BES-gemeenten die onder de rechtstreekse hoede van Haagse ministeries vallen.’
Mocht de lezer nog hopen op een meevaller, concludeert Zwart een paar regels verderop: ‘Minstens zo treurig is het gesteld met de bestuurlijke verhoudingen. Exemplarisch daarvoor is dat uitgerekend de wens geschillen in de kiem te kunnen smoren een hardnekkige bron van wrevel is.’
Dan moet je nog aan de opstellen beginnen.
De eerste bijdrage is van mevrouw Camelia-Römer. Zij was twee keer minister-president en meerdere keren minister van de Nederlandse Antillen. Van april 2015 tot 24 juli 2020 was zij, met enkele maanden onderbreking, minister in Curaçao. In 2006 werd zij door toenmalig premier De Jongh-Elhage gevraagd zitting te nemen in het adviseursteam dat de onderhandelingen op weg naar 10-10-10 begeleidde.
In vijf bladzijden weet mevrouw Camelia-Römer de lezer de laatste restjes hoop op een blijmoedige bundel te ontnemen.
Één alinea vat het ongenoegen over de onderlinge verhoudingen helder samen, en laat de historische context zien van waaruit gedacht wordt:
‘Het bizarre is dat de regering van Curaçao in 2016 nog publiekelijk complimenten van het College financieel toezicht ontving en nu opeens krijgen we te horen dat er de afgelopen tien jaar niks goed is gegaan.
Dat is niet geloofwaardig. Natuurlijk zijn er zaken die beter kunnen en moeten. Wij zijn mensen in een land in wording, komend uit de pijnlijke geschiedenis van slavernij en het zijn van kolonie, eerst als slaven en daarna als ‘onderdanen’, steeds ondergeschikt gemaakt aan ‘personen’ uit het ‘moederland’, en zijn middenin in een emancipatorisch proces werkend aan de opbouw van onze eigenwaarde, uitgedrukt in een nog verder zelf te schrijven historie van onze Afrikaanse, Europese, Indiaanse en overigens gemengde achtergrond, onze tambu, ons Papiamentu, onze kruiden, onze kunst enzovoorts.’
De tweede bijdrage is van de hand van Alexander Pechtold. De heer Pechtold was van 31 maart 2005 tot 3 juli 2006 minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties en daarna tot 10 oktober 2019 voorzitter van de Tweede Kamerfractie van D66. Van 2017 tot 2019 was hij tevens voorzitter van de vaste Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties.
De heer Pechtold is wat verdrietig als hij terugkijkt op tien jaar 10.10.10: ‘Het begint ermee dat je in Den Haag met een lampje moet zoeken naar de weinigen die echt geïnteresseerd zijn in de eilanden. Het is een dossier waarmee je niet kunt scoren.’
Daar zit je dan.
De bijdrage van de huidige baas van de rijbewijzen eindigt met de vaststelling dat we alles anders zouden doen als we niet die gemeenschappelijke geschiedenis kenden.
In de woorden van Pechtold:
Het is waar: als je nu vanaf nul opnieuw mocht beginnen en op de tekentafel een nieuwe staat maakt, dan zou niemand een koninkrijk als het onze maken. Het zijn de historische toevalligheden die ons bij elkaar brachten. Maar toch, ons gezamenlijk verleden, onze gemeenschappelijke waarden en gedeelde symbolen verbinden ons. En brengen ons samen in een koninkrijk dat meer is dan een staatsvorm. Het gaat om gelijke kansen en gelijke rechten voor alle mensen, bescherming van kwetsbaren, goed onderwijs en goede gezondheidszorg en voldoende banen, dat zijn de beste garanties voor een welvarende toekomst.
Hoe edelmoedig deze slotconclusie ook klinkt, de bewoners van de zes eilanden hebben deze woorden in de afgelopen jaren in allerlei varianten voorbij zien komen. Vermoedelijk zullen ze na lezing niet naar het strand hollen om de horizon af te speuren op zoek naar die onvermijdelijke stip.
Het is verleidelijk om alle bijdragen langs te gaan. Zij verdienen onze aandacht.
Want ze geven een goed overzicht van de verschillende visies op de geschiedenis en daarmee inzicht in de huidige verhoudingen.
Het is te hopen dat het boek een groot publiek weet te vinden.
De kosten kunnen geen drempel zijn, ‘Koninkrijk op eieren’ is als e-boek gratis te downloaden via: www.koninkrijk.nu.
Dat je bij lezing zo nu en dan struikelt over de cliché’s van de politici, is misschien onaangenaam. Maar als je wilt dat je kippen eieren leggen, moet je het kakelen verdragen.