‘Regelmatig gingen we vroeger even naar Van der Valk. Een kopje koffie en daarna weer naar huis’, zo begint de e-mail die ik deze week kreeg.
In die e-mail vertelt een mevrouw dat ze vorige week voor het eerst sinds 2019 weer naar Van der Valk wandelde met haar echtgenoot. Met het bescheiden plan om even een kop koffie te nemen.
Helaas, dat ging niet zomaar, legde de meneer bij de slagboom uit.
Mevrouw en meneer waren van harte welkom, maar moesten dan twee dagkaarten kopen: $ 85,- per stuk.
Uiteraard vertelde mevrouw per e-mail aan de resort dat ze alleen maar een kop koffie wilde en geen behoefte had om met die dagpas onbeperkt huisdrankjes te nuttigen, te lunchen en voortdurend snacks te bestellen.
Vriendelijk antwoordde Van der Valk dat men sinds kort een all inclusive dagpas systeem heeft ingesteld. ‘Al onze hotelgasten zijn all inclusive en er ontstond eerder veel verwarring doordat er gasten van buiten tussendoor liepen die niet all inclusive waren. Er werd door hen helaas vaak niet afgerekend. Dit is de reden dat we nu zeggen: als mensen willen komen van buiten, kunnen ze een all-in dagpas kopen.’
Mevrouw heeft, behulpzaam als zij is, de resort er nog op gewezen dat op Aruba bijvoorbeeld gekozen is voor gekleurde bandjes. Maar op die suggestie werd niet gereageerd.
En dus schreef mevrouw mij wat droevig dat ‘het eiland Bonaire straks alleen nog maar goed is voor de rijke stinkerds. Nog even dan kan je als locale nergens meer naar een hotel toe.’
Nu probeer ik een stukje te schrijven waarin ik enig begrip voor de ondernemer wil laten doorschemeren, maar terwijl ik om die zinnen zoek, klautert de blues op mijn bureau en zucht ik dat het leven verandert en dat daar niets aan te doen is.
En vraag ik me af of er bij Van der Valk niemand is die een elegantere oplossing kan bedenken. Waardoor twee vriendelijke, oudere mensen even een kop koffie kunnen drinken.