Ben je halverwege een serie over de verkiezingen, kiest het virus voor jou. En dus sukkel ik wat door de dagen van de week in plaats van vrolijk op het eiland rond te wandelen.
Net als in het Europese deel van het koninkrijk is de campagne op het eiland in ordinair vaarwater terecht gekomen. Durft hier bijvoorbeeld de VVD iedereen de schuld te geven van alles dat zij zelf in de afgelopen twaalf jaar heeft afgebroken, om over het gereutel van de populisten en bruinhemden maar te zwijgen, op het eiland is de folklore van roddelen en kwaadspreken ondertussen tot volle wasdom gekomen.
De twee coalitiepartijen verwijten elkaar dat er de afgelopen vier jaar niet te regeren viel met de ander. Waarbij de vraag waarom je dan vier jaar lang aan bent blijven modderen maar niet gesteld wordt.
Maar vooral worden er allerlei beschuldigingen en verdachtmakingen rondgestrooid door anonieme klokkenluiders en andere kleine denkers.
Roddelen is blijkbaar een aantrekkelijk alternatief als argumenten ontbreken.
Met als gevolg dat een van de lijsttrekkers zelfs maar een drugstest heeft gepubliceerd waaruit blijkt dat hij zich noch aan drank, noch aan een ander middel te buiten gaat.
Het is de vraag of je naar aanleiding van insinuaties en verdachtmakingen zo’n test moet nemen en het resultaat moet publiceren. Natuurlijk, je bent van het gezeur af. Maar je buigt hiermee ook voor de misdragingen van de anonieme minkukels.
Na morgen wordt het spannend op het eiland. Nu geen van de partijen de meerderheid in de Eilandsraad haalt, is het de vraag welke coalitie het eiland bij de hand neemt en uit de duisternis leidt.