Gisteren is het Herdenkingsjaar Slavernijverleden begonnen. Volgens de overheid is ‘het slavernijverleden een pijnlijk, belangrijk en tot voor kort onderbelicht onderdeel van onze gedeelde geschiedenis. Vanaf 1 juli 2023 wordt hier in het hele Koninkrijk extra aandacht aan besteed tijdens het Herdenkingsjaar Slavernijverleden. Herdenken herinnert ons eraan dat dit nooit meer mag gebeuren. Daarom is de regering rond 1 juli 2023 aanwezig bij verschillende herdenkingsmomenten en vieringen.’
Je zou natuurlijk al kunnen vallen over het woordje ‘extra’ in de derde zin. Alsof er al zo veel aandacht was voor dat verleden. Maar vandaag heb ik cynisme en argwaan in een doosje gestopt en ga ik blijmoedig naar de toekomst kijken. Reden daarvoor is het Acht puntenplan voor meer visie en sociaaleconomische versterking van het Caribisch deel van het Koninkrijk van mevrouw Dorien Wuite (Tweede Kamerlid D66).
Met het plan wil mevrouw Wuite naar een ‘duurzame en ontwikkelingsgerichte’ politiek zien te komen voor wat betreft Caribisch Nederland. Wat die opmerking interessant maakt is het vervolg: Het (is) mijn persoonlijke wens dat we in dit herdenkingsjaar over het Slavernijverleden in het reine komen met de Nederlandse rol in de geschiedenis en verder kunnen helen van dit pijnlijke verleden. Of we zelfs kunnen dromen over een (gezamenlijke) toekomst gericht op duurzame sociaaleconomische versterking die het welzijn van alle mensen op de eilanden verbetert, is een vraag die ik graag voorleg.
Al is een jaar wat krap om in het reine te komen met de Nederlandse rol in de geschiedenis, het laat zien dat mevrouw Wuite vooruit wil kijken. En dat is goed in dit jaar van herdenken. Herdenken houdt nu eenmaal in dat we naar het verleden kijken, maar ook dat we daaruit lessen trekken voor de toekomst.
Over die toekomst is het Kamerlid blijkbaar wat onzeker. Zij vraagt zich af of we zelfs kunnen dromen over een (gezamenlijke) toekomst.
Uit het vervolg van die zin kun je afleiden dat mevrouw Wuite ook wel snapt dat het lastig wordt om te dromen als je een lege maag hebt. Haar visie op de gemeenschappelijke toekomst is geënt op een duurzame sociaaleconomische versterking die het welzijn van alle mensen op de eilanden verbetert.
Even dacht ik door deze zin dat ik het doosje weer uit het opberghok moest halen.
Want zo lang de Haagse politiek de armoede op de eilanden alleen maar bestrijdt met commissies, onderzoeken en rapporten valt er voor veel mensen niet zo veel te dromen.
Maar mevrouw Wuite is me voor. Ze schrijft:
Sinds de laatste wijziging van het Statuut in 2010 hebben onder andere een houding van desinteresse, neokolonialisme, vastgeroeste opvattingen en financiële terughoudendheid bijgedragen aan onbegrip en frustratie tussen Den Haag en de zes Caribische eilanden. Het gevolg van reactionair en zelfs discriminatoir beleid is dat nadrukkelijk signalen worden afgegeven dat het gelijkheidsbeginsel binnen het Koninkrijk verder afbrokkelt; en dat mensenrechten en een menswaardig bestaan niet overal even goed in de rechtsorde van het Koninkrijk worden gewaarborgd. Dit beleid getuigt niet van toekomstgericht denken en handelen.
Ik ben stil.