Afgelopen woensdag hebben ruim 2,5 miljoen Nederlanders op een partij gestemd die geen partij is. Het privé-vehikel van de heer Wilders verschuilt zich dan wel achter de noemer ‘partij’, maar het is niet mogelijk om lid te worden van de partij, of beter gezegd van de vereniging met de naam ‘Partij voor de Vrijheid’ (voorheen Vereniging Groep Wilders). Wilders is het enige lid van deze vereniging. Wat vergaderen efficiënt maakt.
Kenmerkend voor autoritaire bewegingen is de status van de leider. Als je dan ook nog bedenkt dat in het taalgebruik van deze beweging veelvuldig wordt verwezen naar ‘eigen volk’, schurk je al snel tegen van ouds bekende slogans aan.
Ook het aanwijzen van een zondebok is een vertrouwd geluid bij dit soort groeperingen.
Meer dan een miljoen mensen in Nederland zijn door meneer Wilders apart gezet. Al heeft hij, om een goede indruk te maken, de afgelopen week ook een aantal van zijn speerpunten in die wachtkamer plaats laten nemen.
Dat uitstellen is nodig. Want de heer Wilders moet op zoek naar bondgenoten in zijn strijd voor een zuiver Nederland. Zo te horen leven er bij die tractordame met het gezonde verstand weinig bezwaren tegen een coalitie met de PVV. Wie het stemgedrag van deze dame heeft gevolgd in de afgelopen periode zal hier niet verrast door zijn.
Of de VVD bereid is om een deel van haar principes overboord te gooien, is de vraag. Mevrouw Yesilgöz hoeft niet zo veel in te leveren om het premierschap op zich te nemen. Als je van lidmaatschap van de SP, daarna koketterend met de PvdA en GroenLinks, het gezicht van de rechtervleugel van de VVD weet te worden, heb je meer in je bagage dan principes.
Ook de heer Omzigt is nodig voor de Wilders-coalitie. Of zijn achterban, een soort CDA 2.0, in staat is om een deel van de christelijke normen aan de kant te schuiven, zal afhangen van de woordkeuze van Wilders. De laatste dagen voor de verkiezingen was Wilders al druk aan het oefenen om zijn boodschap in ander papier te verpakken. Ineens mocht de moskee nog wel even openblijven, hoefde de Koran niet direct op de brandstapel.
Wat de eilanden mogen verwachten van een mogelijk kabinet Yesilgöz-Wilders?
Laten we dit maar als voorbeeld houden.
Op 5 december 2007 noemde de PVV in een Tweede Kamermotie de Nederlandse Antillen een grotendeels corrupt boevennest en pleitte ervoor deze autonome onderdelen van het Koninkrijk der Nederlanden aan de hoogste bieder te verkopen.
Dit was vast grappig bedoeld. Maar de opmerking verraadt de visie van de eigen-volk-eerst-leider. De ander deugt niet, moet verwijderd worden.
Al komt hij graag zijn vakantie doorbrengen op het eiland en gaat hij glimlachend met je op de foto, in zijn bagage zit het mes waarmee hij je in je rug steekt indien de tijd daar is.
In het partijprogramma van de PVV komen de woorden ‘Nederland’ en ‘Nederlander(s)’ maar liefst 121 keer voor, blijkt uit een analyse van het Algemeen Dagblad.
Kortom, de PVV houdt van Nederland. Van dit Nederland: ‘Wij zijn trots op onze cultuur, identiteit en tradities. Die moeten we dan ook behouden. Niet uitwissen. De linkse haat waarin helden uit onze geschiedenis worden beschimpt, wordt beëindigd. De excuses voor het slavernijverleden en de politionele acties, zoals gedaan door de Koning, worden ingetrokken. Zwarte Piet blijft.’
Deze woorden indachtig hoeven de eilanden niet veel hoop te hebben op een warme relatie met een Wildersachtig kabinet.
Gelukkig, tweederangsburgers zijn de inwoners van Caribisch Nederland al, daar hoeven ze niet aan te wennen.