‘U schrijft alleen maar over die anderen’.
Zo begint het bericht van een meneer over Ikki’s eiland. De rest zal ik hier maar niet herhalen, een paar trefwoorden zijn genoeg. Corruptie, lui, wij en zij.
Niet dat ik nog ergens van opkijk. In de afgelopen twee jaar heb ik dit soort geluiden vaak gehoord. Aan beide kanten van de oceaan.
In het begin overviel het me zo nu en dan. Blijkbaar was ik naïever dan je zou mogen verwachten gezien mijn leeftijd.
Het overkwam me dan dat ik vol goede moed in discussie ging. Maar na verloop van tijd gaf ik het op.
Tenminste als er geen uitzicht was op een redelijke afloop. Want ook die is er soms natuurlijk. Dan wordt het gesprek serieus en probeer je het verschil in kijk op de wereld te overbruggen. Als je naar elkaar wilt luisteren, wordt de avond een stuk gezelliger.
Maar vaak hoor ik het, zie ik het en laat ik het maar. Ik ben nu thuis in de woordkeus van de grote denkers, de gebaren die ze maken als ze een grap willen onderstrepen, het jargon om de gevolgen van beleid te maskeren, het achteloze waarmee ze hun onwil illustreren om je in een andere wereld te verdiepen. Het zij zo.
Vandaag begin ik aan Deel twee van Ikki’s eiland. Er liggen veel aantekeningen op het bureau te wachten. Er zijn nog interviews die ik uit mag werken. De eerste afspraken in Den Haag zijn gemaakt. Er is nog een hele serie e-mails waar ik wat aan heb. En een enkele waar ik maar geen antwoord op geef.
Begin volgend jaar hoop ik me weer op het eiland te melden.