Ze waren er ongeveer vierentwintig uur, de twaalf leden van de vaste commissie Koninkrijksrelaties. En ook staatssecretaris Knops (CDA) kwam op bezoek op Ikki’s eiland.
De leden van de commissie hebben met iedereen gesproken en een rondrit gemaakt. Landbouw en geiten zorgden voor vriendelijke gezichten.
Meneer Knops had een boodschap voor het eiland. Hij zegde toe voor de zomer nog eens langs te komen.
Al verbond de staatssecretaris daar een voorwaarde aan. ‘Alleen goed bestuur loont’, volgens meneer Knops. Hij maakt zich zorgen over al die wonderlijke wegen die het lokale bestuur bewandelt in al haar gedaantes.
En dus wil de heer Knops de tocht naar het eiland wel weer ondernemen, maar dan moet er een helder plan liggen. Een plan waarin integriteit en goed financieel beheer een grote rol spelen.
Het kabinet Rutte III wil een dergelijk plan ondersteunen volgens de staatssecretaris.
De zorgen van de staatssecretaris komen niet zomaar uit de lucht vallen. Stabiliteit en belangeloosheid zijn niet de eerste trefwoorden die je te binnen schieten als je aan de politiek op het eiland denkt.
Hoe je een einde maakt aan de bedenkelijke wijze van handelen van sommige politici is een vraag aan de eilandbewoners. Zij kunnen via stembus en acties proberen invloed te krijgen op de handelswijze van hun vertegenwoordigers.
Dat het vaak wat tijd kost om de wereld te veranderen, leert de geschiedenis.
Het is geen reden om bij de pakken neer te zitten.
Ook de Europees Nederlandse overheid weet dat het tijd kost om sommige zaken te veranderen. Neem de armoede waaronder een deel van de bevolking van het eiland gebukt gaat. Met de hulp van Google vind je heel wat verwijzingen naar Haagse politici die vinden dat die armoede onacceptabel is.
In 2013 riep mevrouw Klijnsma bijvoorbeeld dat de uitkeringen op Ikki’s eiland omhoog moeten. In 2017 wist ze als staatssecretaris niet verder te komen dan weer een onderzoek naar die armoede in te stellen. Een memorabele stap.
Het jarenlang uitstellen van de zo noodzakelijke bouw van sociale woningen, het maar niet aanpakken van de gebrekkige infrastructuur, je kunt het niet allemaal op rekening van de lokale politiek schrijven.
Een overheid kan zich gemakzuchtig verschuilen achter faciliteren en participeren, maar heeft ook als taak zelf de handen uit de mouwen te steken. Zij kan op zoek gaan naar die maatschappelijke organisaties waarmee het mogelijk is om een aantal basisvoorwaarden te scheppen om tot een vriendelijker samenleving te komen.
Plannen kun je steunen, maar je kunt ze ook mee ontwikkelen. Om ze daarna uit te voeren.