Het kerkgebouw op Bonaire werd door Ds. Meijer ingewijd op den 9n Maart 1847, naar aanleiding van Esra III, 11b. “En al het volk juichte met groot gejuich, als men den Heer loofde over de grondlegging van het huis des Heeren.”
De Curaçaosche Courant van 13 maart 1847 geeft deze inwijding het volgend verslag:
De eerste godsdienstige vergadering in het kerkgebouw der vereenigde protestantsche gemeente te Bonaire, gehouden op dinsdag 9 Maart 1847.
De dag van 9 Maart was een ware feestdag voor de vereenigde protestansche gemeente te Bonaire. Was het op 2 Julij 1843 voor het eerst, dat op Bonaire, naar aanleiding van 1 Cor. XIII: 13 [“Want ook wij zijn allen tot éénen geest gedrenkt”] eene openbare leerrede voor de protestantsche bevolking werd uitgesproken; dit geschiedde door den eerw. zeer gel. Heer A.J.K. Meijer, predikant te Curaçao, in eene partikuliere woning, tot dat einde goedgunstig door mevr. de wed. J.J. Debrot afgestaan; werd dit meermalen door hem herhaald; weldra werd ook door hem, in Vereeniging dan wel den wel ed. gestrengen heer kommandeur des eilands het plan gevormd de gemeente van een bedehuis te voorzien, waartoe zij volgaarne bijdragen toezeide.
Hierop werd het verzoek aan den hoog ed. heer gezaghebber van Curaçao en onderhoorige eilanden eerbiedig berigt, om te verwezenlijking van het oogmerk met gelijke medewerking van den lande begunstigd te mogen worden, als waarin de R.C. gemeente bij de stichting van haar kerkgebouw zich had mogen verblijden, waaromtrent goedgunstig werd beschikt, en de kerkeraad der vereenigde Prot. Gemeente te Curaçao tevens beleeefdelijk aangezocht, de pogingen der geloofsgenoten van Bonaire te willen ondersteunen door eene inzameling van liefdegelden.
De inzameling van offers van geloof en liefde werd met eenen niet ongunstige uitslag bekroond. Onder den daarop volgende gezaghebber van Curaçao en onderhoorigen werd nu de eerste hand aan het werk geslagen, en door de ijvervolle en loffelijke bemoeijingen van den hoog ed. gestrengen heer major R.H. Esser meerendeels tot stand gebragt, waarin de protestantsche bevolking van Bonaire zich nu verblijden mag.
Onvermoeid waren de pogingen van het geëerbiedigd opperhoofd der kolonie aangewend, om de daarstelling van het gesticht, gewijd aan de verheerlijking des Allerhoogsten, te bespoedigen en te voltooijen. Zoveel ’s lands middelen vermogten werden zij verstrekt; eene nieuwe inteekeningslijst van bijdragen, zoo te Curaçao als te Bonaire en te Aruba werd geopend en de wel ed. gestrenge heer T.D.G. Rolandus, officier bij de Artillerie, belast met de geniedienst verzocht om over den verderen opbouw de mededirectie op zich te nemen, hetgeen bereidwillig door zijn wel.ed. gestr. aangenomen en zorgvuldig volbragt is.
Het was op den 9 Maart nu, dat het verlangde eenvoudige, maar nette kerkgebouw zoo verre was voltooid, dat op dien dag de eerste godsdienstige vergadering daarin kon gehouden worden. Na een gepaste inleiding, waarin de predikant Meijer de geschiedenis, aan de grondlegging van het huis des Heeren voor als eene regtmatige stoffe tot Godverheerlijkende blijdschap, ten grondslage dier overdenking de woorden bezigde van Esra, hoofdst.III: VI, IIb.
Uit: S. van Dissel ~ De hervormde, thans vereenigde Protestantsche gemeente van Curaçao ~ 1859
Het complete boek: https://www.delpher.nl/nl/Bonaire