‘Op mijn achtste ging ik met mijn ouders naar Curaçao. Ik ben in Lelystad geboren. Mijn moeder is van Curaçao. Daar heb ik de lagere school gedaan. Op mijn twaalfde gingen we weer naar Nederland. Ik zat in de brugklas toen ik geopereerd moest worden aan mijn rug, ik had scoliose. Die operatie ging mis. Ik kreeg een dwarslaesie. Daardoor heb ik anderhalf jaar vertraging opgelopen. Want al bleef ik de opdrachten doen, ik raakte wel achter.’
‘Op een ochtend begonnen mijn benen zomaar te bewegen. Ik had er geen controle over. Het waren spierspasmen. Vanaf dat moment kreeg ik beetje bij beetje weer gevoel in mijn benen. In het ziekenhuis noemden ze me een geluksvogel. Ze stuurden me naar een revalidatiecentrum. Ik moest helemaal opnieuw leren lopen. Eerst ging dat nog niet zo goed, ik viel vaak. Ik had geen goede controle over mijn benen.
Ja, dat was een ingewikkelde periode in mijn leven. Maar het was geen struikelblok. Het hield mijn droom niet tegen. Je moet doorzetten ook al zijn het moeilijke tijden. Ik weet niet of het mij gevormd heeft. Ik was twaalf, dertien toen het gebeurde, ik was nog speels.
Het is een periode die ik jammer vind. Het heeft me wel belemmerd in die zin dat ik niet eerder mijn school af kon maken. Het heeft allemaal wat meer tijd gekost als ik het met de anderen vergelijk. Maar als ik op mezelf focus, dan is het gewoon zo.’
‘Op mijn vijftiende gingen we weer naar Curaçao. Daar deed ik de brugklas VSBO op het Triniteit College en daarna MBO op Frater Aurelio, want ik moest helemaal opnieuw beginnen.
Ik wist wat ik wilde. Vanaf kleins af aan had ik het gevoel dat ik iets met rechten wilde doen. Ik wist niet of ik rechter of officier van justitie wilde worden. Nee, geen advocaat. Ik zeg niet dat ik niet van pleiten houd, maar ik ben iemand die ervan houdt om te luisteren, die beide kanten van het verhaal wil horen en dan pas beoordelen of zij of hij gelijk heeft.’
‘Op Frater Aurelio heb ik het MBO gedaan. Administratief juridisch medewerker en zakelijke dienstverlening. Op mijn eenentwintigste ben ik weer naar Nederland gegaan. Ik ging HBO Rechten studeren in Utrecht.
De stap van MBO naar HBO was groot. Je moet aan veel dingen wennen. Aan een andere cultuur, de andere manier van lesgeven, de taal. Omdat ik heen en weer ben gegaan tussen Curaçao en Nederland is mijn Papiaments niet honderd procent en mijn Nederlands ook niet.’
‘Van mijn vijftiende tot eenentwintigste sprak ik alleen maar Papiaments en Spaans. Dan kom je in Nederland en kies je voor een studie die lastig is als je de taal niet goed beheerst.
Het eerste jaar haalde ik niet. De taal, ik moest wennen aan het tempo, de zinsbouw, de grammatica. Het was echt moeilijk.
Ik ben geen prater, ik kan beter schrijven. Bij schrijven kun je herlezen. Dat heb je bij praten niet. Dan hoor ik wel dat ik een fout maak, maar je kunt niets meer doen.
Bewust heb ik gekozen om alle boeken uit mijn hoofd te leren, om de juiste termen, zinnen te gebruiken bij de tentamens.
Waar een normale student drie dagen over deed, kostte mij een week.
Ik probeerde het naar mijn eigen taal te vertalen om goed te begrijpen wat er stond. En dan weer terug naar het Nederlands. Ik ging altijd naar synoniemen.nl om de gemakkelijkste termen te vinden voor het woord en daarna ging ik kijken wat dat in het Papiaments was. Dan kon ik de hele zin begrijpen. Zo heb ik alle tentamens gehaald.
Ook nam ik alle docenten op. Kon ik ze thuis rustig beluisteren. Ik kon het niet in één keer volgen. Ze praten zo snel en al die G-s, het was vaak moeilijk te verstaan.
Vraag me niet waarom ik de moed niet opgaf. Ik weet het wel, ik wil gewoon niet zomaar leven. Ik wil wat betekenen voor de Caribische eilanden. Daarom ben ik teruggekomen.’
‘Vorig jaar was ik klaar met studeren, het was moeilijk om passend werk te vinden. Ik kreeg alleen maar commerciële banen aangeboden. Zo heb ik een tijdje mensen proberen te overtuigen om van energiecontract te veranderen bijvoorbeeld. Dat heb ik expres gedaan. Om beter te worden met taal. Ik heb alles met voorbedachte rade gedaan. Om mezelf te pushen, te ontwikkelen.’
‘Ik had me ondertussen ingeschreven bij WeConnect. Een vriendin wees me op het bestaan ervan. Ik ging ervan uit dat ik niet uitgekozen zou worden. Maar dat gebeurde wel.
Op een WeConnectdag hoorde ik dat het alleen om Bonaire ging. Daar was ik nog nooit geweest. Het enige dat ik erover gehoord had, was dat er ezels rondliepen.
Natuurlijk heb ik nagedacht of ik wel naar dit eiland wilde. Maar ik heb er gewoon voor gekozen. Nu ben ik hier ruim een half jaar en ik voel me thuis. Als ik maar in de Cariben ben.’
‘Ik kan echt niet beschrijven hoe het was toen ik hier voor de eerste keer kwam. Maar het was een magisch gevoel. We maakten een rondje door de stad. Iedereen groette ons. Mensen vroegen zomaar hoe het met je ging. Het was echt bijzonder om na zeven jaar weer zo’n cultuur mee te maken. Waar je gewoon voelt dat je leeft, dat je een mens bent. Ik voelde me in één keer thuis. Ook hier bij Mariadal. Iedereen was open, gastvrij.’
‘Waar ik wel aan moest wennen was de communicatie. Ik zeg altijd alles wat ik denk. Hier vatten mensen het vaak persoonlijk op als je iets over het werk zegt. Daar zou onderscheid in moeten zitten. Je moet hier wat voorzichtiger zijn.
Dat is een voordeel van in Nederland werken. Daar maakt men minder een probleem van kritiek op je werk. Ja, in die zin ben ik ook een kind van Nederland.
Wat ik soms ook mis is de geordendheid van Nederland. Als jurist wil je orde. Dingen moeten netjes zijn. Je moet het kunnen overzien. Dan kun je oordelen.’
‘Kijk, het doet wel pijn om je familie te verlaten, maar als je een doel voor ogen hebt, voelt het anders. Het is niet alleen goed voor mezelf, maar ook voor hen. Een nieuwe generatie, die een ander geluid laat horen.
Ik ben binnen klassieke patronen opgegroeid. Vrouwen hebben niet veel te zeggen. Ik ben geen voorstander van die weg. Ze zeggen altijd dat een kind het product is van zijn omgeving. Wat ik allemaal heb meegekregen is de reden om mezelf te ontwikkelen, om anders te zijn. Als je een goede generatie wilt opbouwen, moet jij als vrouw sterk in je schoenen staan. Dat is waarom ik ambities heb, waarom ik mezelf wil ontwikkelen.’
‘Eén van mijn dromen is om in de politiek terecht te komen. Omdat ik heel veel dingen wil veranderen. Sommige mensen zijn echt egoïstisch, ze kijken alleen maar naar zichzelf, niet naar de samenleving. Dat is de reden waarom het nu verkeerd gaat. Mensen kijken alleen naar zichzelf, niet naar het grotere geheel. Voor mij valt dat samen. Ik ben niet alleen van Curacao, maar van de Antillen. Ik maak geen onderscheid. Daarom zeg ik, ik ben een kind van de Antillen.’
‘Ik moet in een functie komen waarmee ik wat voor alle Caribische eilanden kan betekenen. Vraag me niet hoe dat moet. Ik vind dat mensen die een hoge positie krijgen, mensen moeten zijn met een hart voor de maatschappij. Ze moeten echt een goed persoon zijn van nature. En ze moeten ook nog vooruit kunnen denken. Niet alleen maar naar het moment kijken.’
‘Dat is ook een reden waarom ik blij ben met mijn traineeschap hier bij Fundashon Mariadal. Hier kom je in aanraking met de sociale problematiek op het eiland. Daar leer ik weer van.
Ik ben trainee jurist. Ik doe hier onderzoek. Ik ben bezig met juridische vraagstukken. De CAO moet bijvoorbeeld herschreven worden in gewone taal om het toegankelijker te maken voor de werknemers. Ook heb ik te maken met de financiële kant en de administratie. Ik leer veel.’
‘Door hier te werken, denk ik nu dat ik bedrijfsjurist wil worden. Ik heb andere inzichten gekregen met betrekking tot mijn doel. Hier krijg ik te maken met vraagstukken die met arbeidsrecht te maken hebben en contractmanagement.
Ook wil ik meer weten van de zorg. Misschien moet ik zelfs een opleiding in die richting gaan volgen. Om een beter beeld te krijgen. Of me verdiepen in gezondheidsrecht.’
‘Soms is het vervelend dat je alles wilt weten, raak je de draad zo nu en dan kwijt. Laatst heb ik mezelf de vraag gesteld, waarin wil je je nu echt specialiseren. Dat was nou echt moeilijk te beantwoorden.
Ik weet niet waar ik hoor, denk ik weleens. Nou ja, ik weet het wel, ik hoor in de samenleving. Maar waar, op welke plek?’
—
Chesa Zimmerman is trainee jurist, werkzaam bij Fundashon Mariadal. Via WeConnect is Chesa in aanraking gekomen met het TOP Traineeship Bonaire, een onderdeel van het Talent Ontwikkel Programma Bonaire, een tweejarig werk- en leertraject gericht op jong talent in Nederland met Caribische roots. Gestart op initiatief van het Ministerie van BZK.
Pingback: SERVICE | Het lezen waard - Koninkrijksrelaties
Bon Chesa. Go for it
Master Chesa! mi a hanja kippenvel di lesa! Je bent een tijger en ik ben trots op jou!!