Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) heeft het Bestuurscollege op Ikki’s eiland een brief geschreven waarin hij laat weten dat hij weet heeft van de problemen die ontstaan zijn tussen het bestuurscollege en de tijdelijke bestuurder van de Bonaire Holding Maatschappij. De staatssecretaris vindt dat ‘het Bestuurscollege de regie moet pakken, zorg moet dragen voor goed bestuur en de meningsverschillen met uw vennootschappen moet adresseren.’
‘In algemene zin’, schrijft de heer Knops, ‘deel ik de zorgen die er leven over het bestuur en de financiën van de overheidsvennootschappen van Bonaire.’
Netjes vat de staatssecretaris samen waar de tijdelijk bestuurder tegenaan liep:
‘Ik vraag u hierbij ook om de invulling van de commissariaten en het op orde krijgen van de financiële administratie van de overheidsvennootschappen voortvarend ter hand te nemen.’
De keuze van de staatssecretaris om de oplossing van het conflict in handen van het Bestuurscollege te leggen, is wel te begrijpen.
Grijpt Den Haag in, is de wereld te klein.
Met deze brief legt de staatssecretaris de verantwoordelijkheid voor de te maken keuzes in handen van het bestuurscollege. De plek waar dat hoort.
Dat college mag zich na lezing wel achter de oren krabben: de brief heeft de toon van de teleurgestelde bovenmeester die nog één keer het klasje met onhandelbare pubers uitlegt hoe het moet.
Voor de bewoners van Ikki’s eiland is het te hopen dat het college laat zien dat die inschatting verkeerd is. Dat de leden als volwassen bestuurders ‘de zaken voortvarend ter hand nemen’. En de pestkoppen en grabbelaars de mond weten te snoeren.
De brief van de staatssecretaris:
Datum 2 juni 2020
Betreft: Bestuur en financiën van de overheidsvennootschappen van Bonaire
Geacht Bestuurscollege,
In deze brief richt ik mij tot u, in uw rol als hoeder van goed bestuur en als vertegenwoordiger van de aandeelhouder van de overheidsvennootschappen van Bonaire. De aanleiding is het meningsverschil tussen u en de interim-directeur van de Bonaire Holding Maatschappij (BHM) en de brieven van BHM van 14 en 28 april jl. die ik heb ontvangen. Ik verstuur daarom ook een afschrift van deze brief aan BHM.
Ik heb kennisgenomen van de berichten (in de media) over een verschil in opvattingen tussen u en de interim-directeur van BHM. U heeft beide verschillende verantwoordelijkheden en dat kan leiden tot verschil van inzicht. Binnen de bestuurlijke verhoudingen, zeker op een klein eiland als Bonaire met een beperkt aantal spelers, is het dan wel zaak om dit tijdig met elkaar te bespreken. Ik wil hier niet in details treden over de verschillende standpunten.
Het is aan u als Bestuurscollege om de regie te pakken, zorg te dragen voor goed bestuur en meningsverschillen met uw vennootschappen te adresseren.
Van u verwacht ik hierbij koersvastheid in beleid en vasthoudendheid om tot oplossingen te komen. Mede op mijn verzoek heeft de waarnemend Rijksvertegenwoordiger zich daarom ook ingezet om het juiste gesprek hierover te bevorderen.
In algemene zin deel ik de zorgen die er leven over het bestuur en de financiën van de overheidsvennootschappen van Bonaire. Om die reden heb ik met u, gesteund door de Eilandsraad, eind 2018 een Bestuursakkoord gesloten met afspraken om de werking, structuur en checks and balances binnen de corporate governance op Bonaire te verbeteren. Dit is en blijft een prioriteit.
Ik adviseer u om met daadkracht en regie, samen met de nodige stakeholders, te werken aan een verbeterd deelnamebeheer van en voor het openbaar lichaam. Ik vraag u hierbij ook om de invulling van de commissariaten en het op orde krijgen van de financiële administratie van de overheidsvennootschappen voortvarend ter hand te nemen. Dit alles moet ten goede komen aan het functioneren van de overheidsvennootschappen en de kwaliteit van de dienstverlening ten behoeve van de inwoners van Bonaire.
Hoogachtend,
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
drs. R.W. Knops