Van taal, status en een Comité

juli 25, 2020

Zonsondergang

In 2009 was het Bildts de spreektaal voor maar liefst 6000 mensen volgens een VPRO-uitzending in 2018.
Voor de Nederlandse overheid zesduizend redenen om de taal serieus te nemen. Daarom erkent en beschermt zij de taal zoals het Europees Handvest voor regionale talen en talen van minderheden vraagt.
Nederland heeft via Europese afspraken ook het Limburgs, Nedersaksisch, Jiddisch (Jiddisj) en Sinti-Romanes als regionale of non-territoriale taal erkend.

Het Papiaments heeft, net als het Fries, de status van officiële taal binnen het koninkrijk. Maar Het Comité van Experts van de Raad van Europa heeft de Nederlandse regering inzake het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden voor de tweede keer gemaand de positie van het Papiaments in Europees Nederland te verduidelijken.
Daar staat het Haagse hoofd niet naar. Op de vorige aanmaning wees de regering het Comité erop dat bijv. Bonaire geen deel uitmaakt van het Koninkrijk in Europa. Het mag dan wel een bijzondere gemeente van Nederland zijn, maar als je 8000 kilometer verderop gaat liggen, moet je natuurlijk niet denken dat je er echt bij hoort.

Het Comité is niet van gisteren en wijst Den Haag erop dat sinds de 18e eeuw het Papiaments ook in het ‘Continentaal-Europese deel van het Koninkrijk der Nederlanden’ wordt gesproken.
Ook in de 21e eeuw spreekt vermoedelijk een deel van de 161.265 Antillianen die in Europees Nederland wonen (cijfer 2019) thuis of onderling wel eens Papiaments.
Stel nu dat 4% van die 161.265 Papiaments gebruikt in het dagelijks leven, heb je het over 6450 mensen. Toch al een paar honderd meer dan die 6000 Bildtse babbelaars. Die ik overigens hun taal van harte gun.

Waarom Den Haag geen zin heeft om de positie van het Papiaments te verduidelijken, is een vraag.
Misschien zit in de vaststelling dat de bewoners van de eilanden al langer weten dat ze er niet echt bij horen, het antwoord op die vraag.

Het Fries had Kneppelfreed nodig om haar rechten op te eisen.
Als die dag komt voor het Papiaments, denk dan maar aan de woorden van Fedde Schurer op de gedenksteen van die vrijdag in november 1951:
Dy’t gjin krûpen learde giet,
Dy’t fan bûgjen frjemd bleau stiet

[Die geen kruipen leerde, gaat,
Die niet buigen wilde, staat]

1 reactie op “Van taal, status en een Comité

  1. Eric Mijts

    Zolang het “Koninkrijk” met twee maten meet, en het land Nederland het Koninkrijk enkel als een beheersinstrument ziet, blijven dit soort vraagstukken opduiken. Ongelijkheid waarborgt onvrede, zeker als het een fundamenteel onderdeel van identiteit en identificatie betreft. ECRML betracht “het kweken van wederzijds begrip tussen alle taalgroepen van het land, het opnemen in het onderwijsprogramma van eerbiediging van, begrip voor en tolerantie ten aanzien van regionale talen of talen van minderheden en het aanmoedigen van de massamedia om hetzelfde te doen.” Ziet u de woorden “eerbiediging, begrip voor en tolerantie” staan? Neem dit serieus en benut die kans.

    Reply

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *