Deze week diende de heer Van Raan (Partij van de Dieren) een motie in waarin de Gezaghebbers op de eilanden werden gewezen op hun neutraliteit.
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 4 juli 2022:
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat de gezaghebber(s) een neutrale rol dient (dienen) te hebben bij vergunningverlening en/of wijziging van bestemmingsplannen; verzoekt het kabinet om erop toe te zien dat de gezaghebber(s) bij deze vergunningverleningen en bestemmingsplanwijzigingen daadwerkelijk een neutrale rol heeft (hebben), en gaat over tot de orde van de dag.
De motie werd mede ingediend namens Dorien Wuite (D66) en Sylvana Simons (Bij1)
Dat deze motie nodig was volgens de indieners en, zoals bleek uit de stemming, de meerderheid van de Kamer, laat zien dat er twijfels bestaan bij de neutraliteit van de Gezaghebbers. Of om preciezer te zijn, bij de neutraliteit van de Gezaghebber van Bonaire.
De rol van die Gezaghebber bij de vergunningverlening bij verschillende projecten (Chogogo, Sunset Beach bijvoorbeeld) gaf aanleiding voor deze twijfels.
Een reactie van de Gezaghebber, de heer Rijna, kon niet uitblijven:
Ik heb kennisgenomen van genoemde motie. Ik zal advies vragen hierover en t.z.t. terugkomen met een reactie. Het is wel bijzonder dat de Kamer deze motie heeft ingebracht en aangenomen. De motie gaat bijvoorbeeld alleen over gezaghebbers en niet ook over burgemeesters, terwijl beiden dezelfde rol binnen het bestuur vervullen. Verder staat de neutraliteit van de gezaghebber voor mij niet ter discussie. De functie van gezaghebber heeft per definitie een neutrale rol binnen het bestuur. Vanuit die neutrale rol wordt door mij ook gehandeld. Ik zal met mijn collega van Saba in beraad gaan voor een gezamenlijke reactie op deze motie.
De opmerking dat het bijzonder is dat de Kamer deze motie heeft ingebracht, is te begrijpen.
De motie oogt als bemoeienis met een eilandelijke zaak. De Eilandsraad hoort het bestuurscollege bestaande uit een gezaghebber en meerdere eilandgedeputeerden te controleren.
Met deze motie neemt Den Haag de taak van de raad over lijkt het. Alsof die raad niet bij machte is om haar taken naar behoren te vervullen.
Maar de functie van Gezaghebber valt nu eenmaal onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarmee is het logisch dat de Kamer zich met de gang van zaken bemoeit als er sprake is van verstoorde verhoudingen binnen een bestuur.
Dat de Gezaghebber wijst op het ontbreken van al die burgemeesters in Europees Nederland die dezelfde rol binnen het bestuur vervullen, is ook begrijpelijk. Maar niet handig. Het doet denken aan de inbreker die de rechter voorhoudt dat hij collega’s kent die ook straf verdienen.
Duidelijk is de Gezaghebber in zijn reactie als het gaat om de neutrale rol die de functie meebrengt. Daarover laat hij geen twijfel bestaan.
Dat is dan in ieder geval helder.