We zitten er mooi mee, met die erfenis die niemand wil.
Afgelopen maandag presenteerde de commissie Spies haar evaluatierapport over de gang van zaken vijf jaar na de keuze van de drie BES eilanden om onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden te blijven.
Er zijn natuurlijk verbeteringen te noemen. Op het gebied van zorg, huisvesting en scholing zijn de eerste stappen in de goede richting gezet. Verder stemt het rapport niet vrolijk.
Het dikste deel van het rapport, Gevolgen voor de bevolking, samengesteld door het Sociaal en Cultureel Planbureau, laat zien dat mevrouw Spies de klemtoon terecht op de toenemende armoede op de eilanden legt.
Een relatief grote groep inwoners leeft onder armoedige omstandigheden die onacceptabel zijn binnen het Koninkrijk. Dat armoede ingrijpende gevolgen heeft, hoeft geen uitleg. Waar mensen drie, vier banen moeten nemen en het dan toch net niet te redden tot het einde van de maand, worden kinderen aan hun lot overgelaten. Daar treft de ouders geen blaam. Eten gaat voor lezen en rekenen. Met als gevolg dat het percentage laaggeletterden hoog is en blijft. Waar twee, drie, en soms zelfs vier generaties in een tweekamerwoning samenleven, zijn huiselijk geweld en incest her en der vaste huisgenoten.
Terecht maakt het rapport melding van andere redenen waarom er toenemende frustraties bij de ‘oude’ bewoners van de eilanden ontstaan zijn. Mede door de snel veranderende samenstelling van de bevolking op Bonaire bijvoorbeeld is de verhouding met de Nieuwe Nederlander daar op scherp komen te staan.
Er worden in Kralendijk affiches verspreid waarop om het vertrek van de witte kakkerlak wordt gevraagd. Een beestje dat sinds de jaren negentig een nog negatievere bijklank meezeult dan voorheen.
Je kunt je schouders ophalen over deze en andere uitingen van ongenoegen. Maar ze zijn symbool voor de onmin die met name onder het arme deel van de bevolking leeft.
Die onvrede wordt niet alleen gevoed door de steeds groter wordende kloof tussen de arme en de rijke bewoners, ook de ondoorgrondelijke wegen die de overheid bewandelt, spelen een rol.
Na de keuze in 2010 om onderdeel van Nederland te blijven, waren de verwachtingen op de eilanden hoog gespannen. Deel blijven van dat rijke land daar in Europa veronderstelde dat het niveau van de voorzieningen langzaam maar zeker naar een aangepast, maar toch aardig niveau zou worden gebracht.
Vijf jaar later is er nog geen ambtenaar gekomen die uit kon leggen waarom de bijstandsuitkering op Bonaire $ 98,- per twee weken is, terwijl de kosten van levensonderhoud daar 19% hoger zijn dan in Europees Nederland.
Het rapport uit stevige kritiek op het gebrek aan organisatie tussen de acht ministeries die bij het beleid betrokken zijn. Volgens de commissie was er sprake van ‘weinig gecoördineerde en niet altijd duurzame inspanningen van individuele ambtenaren’. Met andere woorden, men deed soms maar wat.
Minister Plasterk die de eilanden in zijn pakket heeft, voorspelde in een interview vorige week dat ‘we over 25 jaar niet meer in dezelfde constructie zitten.’
Daar kun je alle kanten mee op.
Als iedereen de ruim 800 bladzijden die het rapport telt gelezen heeft, komen we vanzelf bij de vraag: En nu?
Hoe zullen we het es aanpakken?
Ontwikkel met zijn allen een visie op de toekomst. Maak een stappenplan. Wijs niet alleen maar naar elkaar alsof de ander altijd en van alles de schuld is.
Daarbij moet de Haagse politiek onder ogen zien dat zij degene is die de touwtjes in handen heeft. Of ze wil of niet. De machtsverhoudingen zijn nogal helder namelijk. Dat heeft de geschiedenis zo bepaald. Met die erfenis zitten we.