De serie over Plantage Bolivia is bedoeld als illustratie voor de make-over die het eiland ondergaat. Het is verleidelijk om het woord tsunami te gebruiken om te omschrijven hoe het eiland in relatief korte tijd overspoeld wordt door al die veranderingen.
Op 1 januari 2023 woonden er 24.009 mensen op het eiland. In 2010, het beroemde jaar waarin het eiland de status van Openbaar Lichaam of bijzonder gemeente kreeg, was dat aantal rond de 15.000.
De voorspelling is dat over een paar jaar het magische getal van 30.000 wordt bereikt.
De lokale bevolking is een minderheid geworden en kan zo gemiddeld fluiten naar een betaalbaar huis. Zo mogen al blij zijn als ze hun boodschappen kunnen betalen.
Huizen, resorts en restaurants openen hun deuren. Pensionado’s leven het goede leven, honderden stagiaires en tussenjaarders vieren feest en werken voor een habbekrats in horeca en winkels.
Veelal Europees Nederlandse ondernemers bouwen en kopen en handelen.
Iedere dag worden die Facebookpagina’s waarop je iets kunt vragen, bedolven onder enthousiaste jonge kaaskopjes die graag onderdak willen op het eiland. Die mini-Europese Nederlanders lopen stage, willen hun scriptie schrijven of willen gewoon ervaring op doen. Allemaal noemen ze het eiland mooi, prachtig en bijzonder. Zonder dat ze daar gemiddeld ooit een stap hebben gezet.
Dat de jonge landgenoten aangeven dat ze een huur kunnen betalen die hoger is dan het gemiddelde inkomen van een deel van de inwoners van het eiland, is iets wat zij niet weten.
‘Mijn eiland is mijn eiland niet meer’, schreef een mevrouw mij een tijdje geleden.
‘Vermoedelijk valt deze ontwikkeling onder het hoofdstuk Vooruitgang. In dat hoofdstuk hoor je niet te zeuren over de toenemende tweedeling in de samenleving. Dat is taal uit het boek van oude mensen en de dingen die nu eenmaal voorbijgaan’, schreef ik een paar jaar geleden. Al wist ik ook wel dat ik in de valkuil die romantiek nu eenmaal is, getrapt was.
‘Niet dat ik graag zou zien dat het eiland teruggaat naar de tijd van Ot en Sien. Dat waren bittere tijden, niks romantiek.
Maar om jezelf te verkopen en alles uit handen te geven, stemt somber.’
Misschien symbolisch voor de veranderingen is het omdopen van Plantage Bolivia naar Landgoed Bolivia door Breemhaar. Waarmee een pijnlijke episode uit de vaderlandse geschiedenis optisch van kleur en geur verandert.
Maar waarbij over het hoofd wordt gezien dat landhuizen en plantages niet los van elkaar gezien kunnen worden. Landhuizen worden ook wel plantagehuizen genoemd. Tegen het einde van de negentiende eeuw, begin twintigste eeuw kwam veel grond in handen van kooplieden en andere rijkaards. De eigenaren bouwden een landhuis op de plantage. Sommigen woonden er permanent, anderen alleen in het weekeinde.
‘We hebben momenteel een overheid die grote publieke terreinen en stranden verkoopt, die openbare wegen laat omleggen voor privé-projecten. Er is een hele berg verkocht waar honderden huizen gebouwd zullen worden door Nederlanders die er mee gaan speculeren, mensen die er zelden zullen zijn’, vertelde Jopie Abraham in 1992.
Er is niets veranderd.
Al is er bij Breemhaar geen sprake van speculeren. Hij weet de uitslag van zijn investering al. In Quote (2020) voorspelt hij: ‘Slechts 10 procent zal bebouwd worden, maar die grond kan wel 50 euro per m2 opleveren.’
Op naar de calculator:
Tien procent van 2850 ha = 285 ha. = 2.850.00 m2.
2.850.000 x 50 euro = 142.500.00 euro winst.
Al moet je daar die 12 miljoen die de plantage gekost heeft wel even van aftrekken.
Er zijn mensen die ’s ochtends voor minder uit bed klauteren.
Ik herlees de eerdergenoemde e-mail van de mevrouw:
‘Mijn eiland verdwijnt. Ik ben nu bijna zeventig en misschien denkt u dat ik een oude zeur ben. En heeft mijn man gelijk en moet ik het nieuws maar niet meer volgen. Moet ik de laatste jaren die me hopelijk nog gegund zijn, doorbrengen op ons stukje grond.
Ja, ik ben oud genoeg om te weten dat de dingen nu eenmaal veranderen. En ik weet ook dat het vroeger niet allemaal beter was.
Maar ik weet ook dat er iets verloren is gegaan.
Iets.
Waar ik de woorden niet voor heb.’