Ineens was ze daar eind oktober vorig jaar. ‘Vastgoedspecialist Anjelica Cicilia verkast van de Zuidas naar Kralendijk om ‘haar’ eiland als bestuurder te dienen’, kopte Binnenlands Bestuur. Als niet-partijgebonden gedeputeerde kreeg ze Ruimte en Ontwikkeling onder haar hoede. Een logisch pakket gezien haar carrière tot dan toe.
Nu ruim honderd dagen later is het tijd voor een kennismakingsgesprek. Het spreekt voor zich dat we begonnen met een weerpraatje. Want het regent op het eiland en in Amsterdam is het daarnaast ook nog koud. Weer waar Anjelica Cicilia van blijkt te houden.
Ik ben gek op de kou. Het was een van de dingen die ik aantrekkelijk vond aan Nederland, de verschillende seizoenen. Dat heb ik altijd lekker gevonden. Ik weet dat ik een keer in Canada rondliep bij min 25. Ik voelde me echt gewoon helemaal thuis. Dus ik heb nooit problemen gehad met de kou.
Moet ik nu al concluderen dat je een verkeerde keuze hebt gemaakt?
Nee, je bent te snel. Maar het is wel een overgang. Van het bedrijfsleven naar politiek is een behoorlijk stap. En nu zit ik ook nog in de overgang. Al een tijdje.
Dus hier zijn, in de hitte, in combinatie daarmee, is best heftig kan ik je vertellen.
Mooi in de zon met opvliegers, dat is dubbelop.
Zo, dat is een goede quote. Klaar. De kop voor dit stuk heb je. Ik help je maar.
Tijd om naar het begin van alles te gaan.
Ik ben op 11 september 1977 op Bonaire geboren. Op een zondag was dat volgens mij. Ik ben in Playa in het ziekenhuis geboren. Een natuurlijke geboorte. Daar ben ik wel blij mee. Want als er complicaties waren, moest je moeder naar Curaçao voor de bevalling. Dat is wel een ding. Ik ken verschillende Bonairianen die hier altijd gewoond hebben en voor hun gevoel hier ook geboren zijn. Maar als je ze vraagt, waar ben je geboren? Dan moeten ze zeggen Curaçao. En dat werkt ook toch een bepaald gevoel van… Niet echt. Weet je, dat is toch wel jammer.
Mijn moeder was een Portugese. Mijn vader van Curaçao. Ze hebben elkaar op Curaçao ontmoet. Ze zijn getrouwd en daarna vrij snel naar Bonaire verhuisd.
Dus vandaar dat wij met z’n drieën op Bonaire zijn geboren. Ik ben de oudste van drie.
Er zijn twee dames, de jongste is een man. Mijn zus woont in Nederland. Nog steeds in Rotterdam. En mijn broer woont op Bonaire.
Hoe komt een mevrouw uit Portugal op Curaçao terecht?
Dat is een heel leuk verhaal. Mijn moeder ging ooit op vakantie met een vriendin van haar. Mijn moeder is afkomstig van Madeira. Dat is een eiland dat onder Portugal valt.
Zij gingen met de boot van Portugal naar Curaçao.
Ze werd zo verliefd op het eiland dat ze vervolgens als au pair is gaan werken.
Mijn vader liep elke dag voorbij als hij onderweg was naar zijn werk. Mijn vader is douanebeambte geweest. Zo hebben ze elkaar leren kennen. En toen zijn ze getrouwd.
En toen kreeg mijn vader een kans om op Bonaire te komen.
Mijn moeder was een hele energieke onderneemster. Ze leeft niet meer. Ze is er al 13 jaar niet meer. Ze is in 2011 overleden. Maar mijn moeder was de eigenaresse van een fruit- en groentewinkel.
Mijn moeder was een hele temperamentvolle, gedisciplineerde, gedreven vrouw. Dat was de ene kant van de opvoeding, de andere invloed was de Antilliaanse laid-backkant van mijn vader.
Nu moet ik zeggen dat mijn moeders kant wel dominanter was in het geheel. Dus we zijn alle drie heel erg ambitieus opgevoed met jongens, als jullie keihard werken, als je je best doet met je studie, als je verder wilt komen met het leven, liggen de kansen vooral bij jou.
En als ze op je pad komen, moet je ze zien te pakken.
Ik heb hier een geweldige, veilige jeugd gehad. Met heel veel spelen op straat, buiten zijn. Echt kind zijn zoals je dat zou moeten hebben.
Op mijn elfde ging ik naar de middelbare school, ik was een vroege leerling. Op mijn zestiende was ik klaar met de havo. En ja, dan moet je kiezen.
Ik zeg vaak je kunt kiezen voor trouwen met een lelijke buurman en vijf kindjes baren. Maar je kunt ook snel weggaan en de wijde wereld in gaan. Op zoek naar avontuur en zelfontwikkeling. Ik wist dat ik naar Nederland wilde.
Op de een of andere manier heb ik altijd geweten dat ik een technische studie wilde doen. En de technische universiteit in Delft is ooit op mijn pad gekomen hier. Toen dacht ik van, hé, daar wil ik later heen.
Maar ja, ik was 16 en mijn moeder zei, je gaat echt nog niet naar Nederland. Daar ben je veel te jong voor. Dus toen heb ik eerst een tussenstap gedaan op Curaçao. Daar heb ik vijf jaar gewoond. Ik heb hts bouwkunde en civiele techniek gestudeerd aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen. Die opleiding was vijf jaar. Het was echt een fantastische studie.
Als onderdeel van de studie heb ik twee stages gedaan. Eén korte stage op Bonaire bij een aannemer. Toen was Sabadeco in ontwikkeling, daar heb ik meegewerkt aan de bouw van een paar huizen.
Daarna was er een grote stage in Nederland. Heb ik in Leiden gewerkt bij een bouwproject.
Toen wist ik het zeker. Ik wilde echt naar Nederland.
Dus ik ben teruggegaan naar Curaçao om mijn studie af te ronden.
In december 1999 ben ik verhuisd, naar Den Haag.
Welk beeld had je van Nederland, was je er al eens geweest?
Nee, ik was nog nooit in Nederland geweest. Mijn eerste keer in Nederland was mijn lange stage. Ik belandde als enige vrouw op de bouwplaats, zelfs de koffiedame was een man.
Ik heb me nooit in de minderheid gevoeld. Never nooit. Niet als vrouw, niet als niet-Nederlander, om het zo maar te zeggen, als allochtoon. Ik heb dat nooit gehad.
En volgens mij heeft dat echt te maken met de opvoeding en de achtergrond van mensen.
De eerste week had ik al een gevalletje met mijn begeleider op de bouwplaats.
Want ik kwam aan en hij was of in een slechte bui of ik weet niet wat. En hij zei, ga koffie halen voor me, nú.
Waarop ik hem aankeek en zei, ga zelf koffie halen. En als je het haalt, wil je dan meteen ook voor mij meenemen. Alsjeblieft.
Ja, weet je, het heeft heel erg te maken met hoe je zelf reageert op bepaalde dingen. Want ik had ook kunnen zeggen, ja meneer, ik ga koffie voor u halen. En dan had ik dat vanaf die dag elke dag moeten doen.
Ik voelde me kennelijk zelfverzekerd genoeg. Ik kon de wereld aan.
Als ik nu terugdenk, ik was 16 toen ik naar Curaçao ging. En als ik nu soms kijk naar meiden om me heen die 16 zijn, dan denk ik van jezus, wat had ik toen in mijn hoofd?
Na de studie ben ik gelijk gestart met mijn masteropleiding Stedenbouw aan de TU Delft. Want ik dacht, ik heb heel duidelijk een bouwkundige, civieltechnische achtergrond. Het kan geen kwaad om de hogere schaalniveaus ook te kunnen beheersen. Dus laten we maar stedenbouw gaan doen.
Tegelijkertijd ben ik gaan werken bij een ingenieursbureau in Amsterdam. Toen een heel klein bureau. We waren met z’n drieën.
Ik werkte fulltime. Ging voor de colleges naar Delft.
Dus ik woonde in Den Haag, studeerde in Delft en werkte in Amsterdam.
Daar ging je studentenleven.
Ja, ik had een missie, weet je nog? Als ik een missie heb, ben ik een gedreven persoon.
Als ik iets graag wil hebben of iets wil bereiken, dan ga ik echt wel mijn best doen om daar te komen. Dus de standaard studententijd, zoals iedereen die in Delft heeft gehad, met biertjes in de bouwput en dat soort dingen, daar had ik geen tijd voor.
Achteraf gezien was het echt een hele goeie keuze. Ik had al een ingenieurstitel, dus ik kon direct aan de slag als projectmanager. In die jaren heb ik naast het opdoen van professionele ervaring, mijn masters in Delft gehaald.
Dat was keihard bikkelen, kan ik je vertellen.
Daarna is mijn carrière eigenlijk best snel crescendo gegaan. Ik heb echt bij verschillende soorten organisaties gewerkt, bij projectmanagement, in de ontwerpwereld, bij een architectenbureau.
Ook heb ik een tijdlang als consultant gewerkt, voor gemeentes en ontwikkelaars.
Mijn laatste periode was bij Achmea, daar heb ik zes en een half jaar gewerkt. Ja, ook daar ging het snel. Vanuit regionale verantwoordelijkheid voor acquisitie en ontwikkeling naar directeursfunctie, verantwoordelijk voor heel Nederland.
Daar leer je veel van de financiële instellingen met wie je werkt. Hoe kijkt het pensioenfonds ernaar? Hoe ga je om met langetermijninvesteringen? Hoe zorg je ervoor dat je altijd de risico’s van je klanten, dus pensioenfonds en pensioengerechtigden, behartigt? En hoe kan je die risico’s mitigeren?
Het past dus dat je als gedeputeerde Ruimte en Ontwikkeling onder je hoede hebt. Had je als kind al belangstelling voor techniek?
Ja, dat had ik als kind al. Ik was altijd gefascineerd in hoe je iets kunt bouwen.
Ook bijvoorbeeld grote schepen, mammoets, bijzondere architectonische gebouwen, constructies.
Ja, dat die gewoon door mensenhanden zijn gemaakt.
En hoe kunnen we zulke constructies eigenlijk maken uit beton en staal? Hoe is dat mogelijk?
Niet alleen bouwen, maar ook ruimte interesseerde mij. En hoe je dingen organiseerde.
Ik weet nog, toen we met poppen speelden, mijn zus meer bezig was met het kammen van de haartjes. En ik was meer bezig met hoe gaan we de slaapkamers organiseren? Waar komt de eetkamer? En hoe kunnen we dat bouwen met elkaar? O ja, dan moet er ook een hek zijn voor de entree.
Waren je ouders verbaasd dat ze een kind op de wereld hadden gezet dat wilde bouwen en begrijpen hoe het zat?
Nee, ze stimuleerden het op allerlei manieren. Alle twee. Ze hadden allebei de mentaliteit van als je iets wil weten, ga je daarin verdiepen. Ga er meer over lezen, ga je verdiepen hoe je iets maakt.
Ik vertelde het laatst nog aan iemand dat toen ik hier opgroeide, had je de Freewinds.
De Freewinds kwam vroeger altijd naar Bonaire. Het werd door de eilanders het poepschip genoemd. Want mensen hadden het beeld zo’n schip komt naar het eiland en die mensen komen hier hun poep droppen. De toeristen komen hier om onze natuur te beschadigen en dan gaan ze weer weg.
En ik weet nog dat we een heel erg leuk project hadden. Ik was zo gefascineerd. De Freewinds kwam hier en wij mochten met onze klas op het schip.
Kun je je voorstellen?
Dan ben je een kind en dan ga je met je klas en je leerkracht naar zo’n schip en word je ontvangen door allemaal mensen in uniform.
En die gaan je iets vertellen over hoe zo’n ding vaart. Hoe het gebouwd wordt.
Zij hadden daar ook een bibliotheek en wij mochten met onze school naar de bibliotheek en we kregen boeken. Nou ik vond het fascinerend, want dan had je die hele mooie boeken met hele mooie tekeningen. Ik kan me herinneren dat ik s ‘nachts laat nog met mijn flashlight die boeken zat te lezen en helemaal in die verhalen meeging.
Wat ook goed was in die tijd is dat iedereen in het eerste jaar van de middelbare school, op welk niveau je ook zat, les kreeg in hoe je moet koken, hoe je moet wassen, hoe je labels van kleding leert lezen. Ik heb geleerd hoe je hout kunt bewerken. Ik heb leren lassen. Ik heb van alles geleerd op de middelbare school hier op Bonaire.
Ik heb het gevoel dat door de jaren heen heel veel van die ontwikkelprogramma’s eigenlijk minder zijn geworden. Wij willen dat soort dingen weer gaan herintroduceren.
We zien nu dat de kinderen veel te lang op hun iPads of telefoon zitten. En allemaal met zaken bezig zijn die niet per se waarde toevoegen aan je ontwikkeling.
Natuurlijk moeten we ook meegaan met de tijd, maar we moeten ervoor waken dat we de normen en waarden van onze cultuur en achtergrond niet vergeten. We moeten dat op een goede manier doorgeven aan de toekomstige generaties.
Ja, dat ik nu op deze positie zit, is een verantwoordelijkheid die ik serieus neem.
Daar zit je nu dan als gedeputeerde. Wat bezielde je om terug te komen. Of beter gezegd, om de politiek in te gaan?
Ik ben hier gekomen omdat ik echt, echt van dit eiland hou. Ik was er ook klaar voor om die stap te maken. En ik heb deze kans gekregen.
Dus toen ik dat telefoontje kreeg van Clark Abraham namens de coalitie met de opmerking we hebben je nu echt keihard nodig, zonder jou kan dit plan eigenlijk niet doorgaan. Dus wil je alsjeblieft alles laten vallen en hierheen komen.
Ja, ik ken Clark al zijn hele leven, want ik ben ouder dan Clark.
Mijn ouders en de ouders van Clark waren bevriend. Dus Clark en ik zijn samen opgegroeid binnen onze gezinnen.
Dus ik ken zijn oudere broer en oudere zus ook heel erg goed.
Natuurlijk zit ik nu in een andere dynamiek. Als vakgedeputeerde moet je rekening houden met bepaalde zaken.
We hebben er nu ruim drie maanden op zitten. Dus ik begin het te snappen.
Toen ik begon dacht ik je kunt twee dingen doen. Ik kan hieraan beginnen en het als totaal iets anders zien. En mijn gedrag en mijn kijk op dingen gaan veranderen.
Of ik kan gewoon precies de Anjelica zijn die ik altijd ben geweest. En ik ga zien hoe het gaat. En ik ben blij dat ik voor het tweede heb gekozen.
Want dit is gewoon wie en hoe ik ben. Ik wil het hebben over de inhoud en de kwaliteit van mijn werk en niet over de politiek daaromheen.
Het lastige lijkt me dat er nu sentimenten meespelen waar je zo nu en dan geen greep op hebt. Dat heet dan politiek.
Ja, je moet leren dealen. Dat het gaat steeds beter. Maar ik ben er nog niet helemaal.
Er zijn veel sentimenten om me heen waar ik geen invloed op heb.
Ook nu kun je weer kiezen. Je kunt ervoor kiezen om dat sentiment jouw leven te laten beïnvloeden of bepalen. Of je zegt, luister, dit is het, dit is het speelveld, dit is een gegeven, so be it.
Ik moet ervoor zorgen dat ik niet mijn koers, mijn visie uit het oog verlies.
Los van wat iedereen ervan vindt. Want vandaag is het goed en morgen is het slecht en overmorgen is het onzeker.
Had je een beeld van dat speelveld vol sentimenten en gedoe?
Ik had wel een redelijk duidelijk beeld want ik ken de Bonairiaanse bevolking. Ik ken de mensen hier.
Wat jammer is dat politiek het sentiment van de dag bepaalt.
Dus wat ik in ieder geval wil doen, is mensen blijven voeden met informatie, met feiten, met data. Uitleggen hoe we naar de ontwikkelingen op het eiland kijken. Daar heb ik invloed op.
Ik hoop dat we weer zo ver komen dat we met zijn allen, los van de politieke kleur, naar de toekomst kunnen kijken. Dat we samen voor het belang, voor het welzijn en voor de ontwikkeling van ons eiland kiezen.
We moeten ervoor waken dat we de charme van ons eiland, wat ons zo bijzonder maakt, niet kwijtraken.
Dat er weer een soort positieve flow gaat komen. En daar heb je wel tijd voor nodig.
En de vraag is dan of je die tijd krijgt.
Dat weet je als je hieraan begint. Je hebt eigenlijk nooit de tijd om rustig uit te leggen dat iets twee, drie jaar gaat duren.
Dan heb jij helemaal een mooie portefeuille natuurlijk.
Ik heb een hele uitdagende portefeuille. Sowieso zijn onze portefeuilles al uitdagend zoals je weet. Mijn portefeuille raakt ook heel snel het sentiment van de bevolking.
Maar het is ook de portefeuille waar je, als we het goed gaan doen, wel het verschil kunt laten zien. Daarom is het zo’n leuke portefeuille.
Je hebt te maken met een verleden, met een heden van de portefeuille en dan is er ook nog ergens een visie op waar je naartoe wilt.
Ja, dat is een mooi speelveld om het maar zo te noemen. Wat we eigenlijk moeten doen, is al die emoties, al dat sentiment, filteren en beseffen waar we wonen. Beseffen we wel in wat voor paradijs we leven?
Vroeger als hier regen viel, was het een feest.
We waren allemaal blij en happy en jee, het eiland wordt groen en jee, het koelt een beetje af, yes.
En nu als het regent, oh my god, everybody is f*cked up. All the roads zijn nat, niemand kan zijn huis uit, alles modder, alles vies.
Alleen maar ergernissen. Alleen maar.
Dus we moeten terug naar, jongens, beseffen we wel waar we wonen.
Hoe ga je de samenleving terugleiden?
Kijk, het is heel simpel eigenlijk. We weten bijvoorbeeld al ons hele leven wanneer het regenseizoen is op dit eiland. Het verandert misschien wat, het regent misschien iets vaker.
Maar we weten dat als we onze wegen niet schoonmaken, als we onze riolering en waterstroming niet op orde hebben en het regent, dat we f*cking shit krijgen.
Dat weten we.
Dus als je in regie wilt komen en weer een beetje rust wilt brengen, moeten we ervoor zorgen dat onze wegen schoongemaakt worden.
Dat die putten altijd afgezogen worden. Dat alle drainage, alle water, natuurlijke waterstromen op het eiland het water kunnen opvangen.
Dus het begint met gewoon een structurering van werkzaamheden. Het gaat om onderhoud. En het blijft bij onderhoud.
Dat is een heel concreet voorbeeld. Daar ben ik nu mee bezig, daar grip op te krijgen.
Dat is duidelijk. Dat is deels het voordeel van jouw portefeuille. Jij kunt nog zeggen van, hé, sorry, dit kunnen we zo aan gaan pakken, geef ons even de tijd en dan doen we dat zo.
Wat mij het lastigst lijkt – in tien jaar tijd is het eiland erg veranderd.
Qua samenstelling bevolking, qua dit, qua dat.
Hoe breng je rust in de tent?
Onze strategie is in deze eigenlijk heel simpel. Maar tegelijkertijd zeer uitdagend. We hebben natuurlijk een bestuursakkoord van vijftig punten waar we mee werken.
Wij willen ook, en daar zijn we al mee bezig, heel erg integraal werken.
Want een verandering van mijn kant heeft heel veel impact op bijvoorbeeld Nina haar portefeuille en andersom. Dus we zijn heel erg vanuit die ambities binnen het bestuursakkoord aan het kijken, wat kunnen we integraal doen?
Wat willen jullie als eerste doen om grip op de situatie te krijgen?
Kijk, dit land, dit eiland is zo snel gegroeid, dat het deels dweilen met de kraan open is.
We moeten weer grip krijgen op de instroom.
We moeten proberen grip te krijgen op de huizenmarkt bijvoorbeeld. Er blijven mensen binnenkomen, maar vraag en aanbod is totaal scheefgegroeid. Natuurlijk hebben we wel instrumenten die we in kunnen zetten, zoals de huisvestingsverordening. Sommige zaken zullen best ingrijpend zijn.
We willen stap voor stap uitleggen waar we mee bezig zijn.
Daarom zijn we ook begonnen met de wekelijkse bijpraatsessies. Daar bereiken we steeds meer mensen mee. Maar we moeten onze communicatie verder ontwikkelen. We kijken kritisch naar onze manier van werken, hoor. Als je mensen mee wilt krijgen, zul je hen de juiste informatie moeten geven.
Als je niet weet of je vandaag eten op tafel kunt zetten, zijn al die verhalen mooi, maar …
Exact. Dus je moet beginnen met niet alleen de juiste informatie te verschaffen, je moet tegelijkertijd dingen doen waar de mensen direct resultaten van zien.
Als ik bijvoorbeeld een weg die heel erg lang kapot is geweest, maak, is dat iets wat mensen direct zien. Dat is iets waar mensen over gaan praten. Dat is iets wat niet onopgemerkt blijft.
Daarnaast moet je werken aan het apparaat, aan de structuur en de langetermijnambities.
Maar we moeten op korte termijn ook resultaten laten zien. Wat mensen direct voelen of in hun portemonnee of direct in hun dagelijks leven.
Heb je na drie maanden nog de moed om te denken dat die strategie gaat werken als jullie de tijd krijgen?
Ja, daar geloof ik heilig in. Ik heb heel veel in mijn carrière met hele heftige bedrijfsculturen gewerkt. De financiële wereld is keihard om een voorbeeld te geven.
We hebben te maken met een ambtelijk apparaat dat we mee moeten krijgen. Iemand meekrijgen betekent dat wij eerst zelf duidelijk moeten hebben waar we heen willen. We moeten onze visie en ideeën op een rij hebben.
Als ik kijk naar mijn vakgebied betekent dat nogal een cultuurschok voor de dienst. Want we hebben heel lang achter de feiten aangelopen. Brandjes lopen blussen.
Ik moet mensen gaan enthousiasmeren voor onze visie. Zodat we er samen aan kunnen gaan werken.
Het betekent cultuurverandering. Dat betekent mensen gaan aanspreken op hun verantwoordelijkheid. We moeten naar een andere werkrelatie.
Dat wordt een lange weg. Mensen zijn redelijk bang.
Dat is het woord, mensen zijn bang. Mensen zijn lam geslagen en bang. Dat is het apparaat waar we nu mee moeten werken.
We moeten eerst mensen overtuigen dat ze niet bang hoeven zijn. Dat ze in een veilige omgeving zitten.
Laat je expertise zien. Want als gedeputeerde wil ik dat jij als expert mij adviseert over mogelijkheden om te komen waar wij samen heen willen.
Ik wil niet dat je gaat opschrijven wat ik wil. Ik wil dat je mij vanuit jouw expertise, kennis en kunde en ervaring helpt en adviseert om te komen waar we gezamenlijk heen willen.
En dat is een significante cultuurverandering. Daar zitten we middenin.
Natuurlijk voor zo’n proces heb je tijd nodig.
Je moet los van de dynamiek en de chaos en de verwachtingen vasthouden aan die missie, want als je dat niet doet, als wij niet starten, gaan we er nooit komen.
Kijk, ons belang als overheid, onze missie is heel simpel, wij moeten het volk dienen. Dat is ons werk, heel simpel.
Alles wat wij doen, moeten we in het belang van het volk doen. Zij zijn degene waarom wij hier zitten.
Dus alles wat wij doen, moet komen vanuit dat idee, ik doe iets voor de burger, ik wil iets verbeteren voor de burger. En oh my god, am I lucky. Dat ik hier op deze positie zit om dat te kunnen doen.
Dat gevoel moeten ook aan de ambtenaren gaan geven.
Je bent lucky dat je op die plek zit, zo kun je de bevolking helpen om verder te komen
Heb je het gevoel dat er wat schot in zit?
We hebben al vorderingen gemaakt hoor, absoluut. Bij een heleboel ambtenaren merk ik echt al verschil. Soms zijn ze geschokt. Dat hoort erbij.
Sommige mensen kunnen sneller schakelen dan anderen. Maar ik merk nu al een verandering bij bepaalde mensen. In hun advisering, in hun aanpak, in hun trots zijn, in hun rol pakken.
Vinden ze jou ook vernederlands, om het maar zo te noemen, door je directheid, door je nogal duidelijk uit te spreken?
Vast wel. Maar ja, ik heb 25 jaar in Nederland gewoond. Ik heb nooit moeite gehad met de Nederlandse cultuur.
Ik heb me ook vaak afgevraagd hoe dat kwam. Kijk, wat ik je vertelde, ik ben opgevoed in een omgeving met een moeder die zegt, Anjelica, als je dat wilt bereiken, dan moet je dat gewoon gaan doen.
De mensen die mij kennen, mijn hele leven, die weten dat ik altijd zo ben geweest. Maar de mensen die mij niet kennen, zullen heel snel zeggen, nou die mevrouw is heel erg vernederlands. En dat is prima. Dat is niet erg.
Maar ik ben wel duidelijk in wat ik wil en waar ik heen wil. En ik ben ook bereid om te helpen.
Ik ben niet iemand die van bovenaf je gaat vertellen wat je moet doen.
Uiteraard ga ik je wel duidelijk vertellen wat ik wil. Ik ga jou allerlei kansen geven om mij te helpen om daar te komen. Ik ga je allerlei middelen geven om mij te helpen om daar te komen.
Maar als je het verneukt of als je elke dag opstaat met het gevoel dat wil ik niet … Op een gegeven moment is het ook klaar. En dat is wel de persoon die ik ben.
Die indruk wekt je overigens ook, hoor.
Dan weet je gewoon waar je mee te dealen hebt.
We moeten beseffen dat het echt serieuze shit is waar we mee dealen. Het is niet zomaar iets. Het is de toekomst van ons eiland. En dat is ook de verantwoordelijkheid van elk ambtenaar, van ons allemaal, om daar een bijdrage aan te willen leveren.
Ben je tevreden, of hoe je het ook moet noemen, met je terugkomst naar het eiland?
Ja, Ik bedoel, ik ben niet naar het eiland gekomen voor het geld. Je weet hoeveel ik verdien. En ik kan je vertellen, het is niet veel. In Nederland had ik mijn leven echt aardig goed op orde.
Maar ik ben hier gekomen omdat ik echt, echt van dit eiland hou. Ik was er ook klaar voor om die stap te maken. En ik heb deze kans gekregen.
‘Maar ik ben hier gekomen omdat ik echt, echt van dit eiland hou.’
Al is ie misschien wat zoet, toch lijkt het me een betere kop dan dat gedoe over de overgang.
Die opvliegers houden vanzelf op. Dat weet ik toevallig.