Mijn moeder was een lieve vrouw, en verstandig bovendien.
De juf van de tweede klas vroeg of er iets was wat je heel graag wilde hebben. Ik stak mijn vinger op.
Ik had net gehoord dat er iets bestond waarop je alles en iedereen kon zien. En dus antwoordde ik: ‘Een televisie.’
Een paar dagen later gaf ze mij een klein doosje.
‘Hier, voor jou’, zei ze met een glimlach, ‘je mag het thuis pas openmaken.’
Van mijn stuk gebracht keek ik naar een puntenslijper vermomd als een piepkleine televisie.
Mijn moeder zag mijn deceptie. Ze liet me even bijkomen.
‘Wat had je dan verwacht?’, vroeg ze.
‘Een echte.’
Even gleed een glimlach over haar gezicht.
Daarna zei ze: ‘Maar het is heel aardig van de juf dat ze een passend cadeautje voor je heeft gekocht.’
’s Avonds legde ze uit dat een televisie heel duur was en niet zomaar een cadeautje dat je aan een zesjarige gaf.
‘Je moet haar morgen wel bedanken, want het is lief dat ze aan je dacht. Dat ze de moeite heeft genomen om een tv voor je zoeken.’
Achteraf is het vermoedelijk de eerste kras op mijn tere ziel: mensen maken je soms blij met een dooie mus wist ik vanaf die dag.
Gisteravond moest ik aan dit voorval denken toen ik het ‘spontane en ongevraagde advies’ las dat de vicepresident van de Raad van State, de heer Thom de Graaf, overhandigde aan premier Schoof.
De heer De Graaf schrijft in het voorwoord:
‘Het is dit jaar precies 70 jaar geleden dat het Statuut voor het Koninkrijk werd ondertekend. Daarmee ontstond een nieuwe rechtsorde en werd officieel afscheid genomen van het koloniale bestel.
Op 15 december 1954 werd het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden ondertekend. Dat was een bijzonder gedenkwaardige gebeurtenis omdat toen een nieuwe rechtsorde ontstond en officieel afscheid werd genomen van het koloniale bestel. Anno 2024 is het Statuut nog steeds relevant: het biedt ruime mogelijkheden om de samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk te verbreden en te verdiepen.
De afgelopen jaren werden vaak (vruchteloze) discussies gevoerd over onderdelen van de Koninkrijksverhoudingen, die samenhangen met bepalingen uit het Statuut. Een nieuwe blik op de betekenis van die bepalingen en de achterliggende waarden daarvan tegen de achtergrond van een veranderende wereld kan helpen. Dit spontane advies bevat enkele concrete aanbevelingen om de samenwerking te verbeteren op basis van wederzijds begrip.’
Op het eerste gezicht is het benadrukken van het woord ‘spontaan’ curieus. De site van de Raad van State heeft zelfs als kop: Spontaan advies over 70 jaar Statuut voor het Koninkrijk.
‘Spontaan’ zeg je als je iets meteen, zonder lang nadenken zegt of doet.
Zit je maandenlang te typen, schaven en knutselen aan een advies ter gelegenheid van een jubileum…
Maar de Haagse wereld heeft haar eigen jargon:
‘De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk adviseert specifiek over wetsvoorstellen en adviesaanvragen die over het hele Koninkrijk gaan. Deze voorstellen worden aan haar voorgelegd, maar zij kan ook advies geven zonder dat een concreet wetsvoorstel voorligt. Dat heet dan een spontaan advies. Dit advies over 70 jaar Statuut voor het Koninkrijk is daar een voorbeeld van.’
Morgen verder.
Het advies:
https://www.raadvanstate.nl/actueel/nieuws/oktober/spontaan-advies-over-70-jaar-statuut/