Op 23 maart 1636 stapte de heer Johan van Walbeeck aan wal op Ikki’s eiland met de mededeling dat het eiland nu van ons was. Zo gaan de dingen soms.
Van Walbeeck bedoelde met ons de West Indische Compagnie, die op haar beurt het gezicht was van de Zeven Provinciën, wat weer de basis is van het huidige Koninkrijk der Nederlanden.
380 jaar later.
Precies een jaar geleden ging ik voor het eerst op bezoek op het eiland. Om te kijken hoe het er zoveel jaar later voor staat.
In die 380 jaar is er veel gebeurd. En in dat ene jaar dat ik me over Ikki’s eiland heb gebogen ook. Al is dat van een andere orde.
De eerste tussenstand die ik schreef in november 2015, begon met de vaststelling dat me iets overkomen was, waar ik geen rekening mee had gehouden.
Ik schreef: ‘Het verhaal over Ikki’s eiland is met me aan de haal gegaan.
De gesprekken die ik in maart op het eiland mocht voeren, de correspondentie daarna met verschillende mensen, de praatjes op ministeries en nog wat van die dingen hebben in de afgelopen maanden mijn dagen grotendeels bepaald.
Al die verhalen dwongen me om na te denken. Dat kan op zich geen kwaad natuurlijk. Bijna dertig jaar heb ik me verstopt in en achter boeken. Ideeën en theorieën kwamen voorbij. Ik las en dacht het mijne.’
De conclusie die ik begin november trok was simpel. Ik wilde graag nog een keer naar Ikki’s eiland. Een paar weken later scheen de zon op mijn bolletje en waren de dagen weer gevuld met gesprekken en stille uren.
Een jaar geleden was het plan eenvoudig van opzet. In negen maanden zou ik een boek schrijven over de verhouding tussen het eiland en Europees Nederland. De bedoeling was een multatuliaans pamflet te schrijven waarin de wijzende vinger Den Haag hard zou treffen.
Dat pakte anders uit.
Al die mooie verhalen in al die boeken en artikelen verdwenen als sneeuw voor de zon toen ik één keer op het eiland rondliep.
Het bleek om mensen te gaan.
Zij vertelden het verhaal.
Het verhaal van een verdeelde samenleving. Een gemeenschap onder druk door te veel veranderingen in te korte tijd.
Het verhaal van een bijzondere Nederlandse gemeente waarvoor in Europees Nederland niet veel belangstelling is.
Vrij snel na mijn eerste bezoek werd duidelijk dat de bewoners van Ikki’s eiland opnieuw naar de stembus konden om zich nog een keer uit te spreken over de band met Europees Nederland.
Het plan voor een boek werd opzij gelegd en ik besloot de verhalen hier het levenslicht te laten zien. Op 23 juni 2015 stond Ikki’s eiland online.
En nu zijn we een jaar verder.
Als alles meezit, hoop ik nog minstens een jaar, maar liever nog twee jaar over het eiland te schrijven. Er is veel te vertellen.
Het goede voornemen is uiteraard dat ik daarbij de wijsvinger achterwege zal laten.
Ik weet nu al dat er dagen zullen zijn dat ik op mijn handen zal moeten zitten.
Als dat een keer misgaat, is daar een reden voor.