Verdeeld Koninkrijk ~ De aanbevelingen II & IV

april 29, 2020

Verdeeld

De ondertitel van Verdeeld Koninkrijk van Paul Comenencia, Pleidooi voor een nieuw elan in Koninkrijksrelaties, verdient extra aandacht nu we door de coronacrisis meer dan ooit met de neus op de feiten worden gedrukt. Nu zich geen toeristen meer melden, is de economie op de eilanden grotendeels tot stilstand gekomen. En net als op Vlieland, in Amsterdam en Appingedam, kijkt men met vragende ogen naar Den Haag voor hulp.
En Den Haag biedt hulp. Mensen en medische hulpmiddelen worden de oceaan overgevlogen. Euro’s en dollars worden overgemaakt.

Dat geld uitdelen zorgt voor opwinding. Den Haag wil dat er voorwaarden worden verbonden aan de miljoenen die de drie autonome (ei)landen krijgen. Om de eenvoudige reden dat die drie landen nogal een potje van de boekhouding hebben gemaakt in de afgelopen jaren. Dat er ook op de drie bijzondere gemeentes her en der wel wat mankeert aan het huishoudboekje is een gegeven. Maar daar bemoeit Den Haag zich meer mee, want het zijn nu eenmaal Nederlandse gemeentes.

De tweede aanbeveling van Paul Comenencia in Verdeeld Koninkrijk luidt:
Meer thema’s op Koninkrijksniveau aanpakken en oplossen.
‘Mogelijke thema’s hiervoor: onderwijs, cultuur, veiligheid, werkgelegenheid, zorg en duurzaamheid, thema’s die de inwoners van de landen van het Koninkrijk direct raken en met goed resultaat samen kunnen worden aangepakt, als de politieke wil aan alle kanten er maar is.’

Tegen deze aanbeveling kun je weinig inbrengen. Al voelt Comenencia ook wel aan dat aan de eerste voorwaarde, dat ‘die politieke wil’ er moet zijn, voldaan moet worden om de genoemde thema’s op Koninkrijksniveau aan te pakken. Pas als die wil er is, kun je je buigen over die onderwerpen. Het heeft geen zin om met een boodschappenbriefje naar een gesloten winkel te gaan.

Om ervoor te zorgen dat de winkel open gaat, sla ik nu de derde aanbeveling van Comenencia over en ga ik naar de vierde: Meer uitwisseling van expertise.
Comenencia schrijft:
‘De voorlichting van de Raad van State, van 5 september 2011, over een te ontwikkelen visie op het Koninkrijk, stelt vast dat, wat samenwerking betreft, binnen het huidige kader nu al meer mogelijk is dan in de praktijk plaatsvindt, een bevestiging van wat, vanaf het begin, in de algemene toelichting op het Statuut heeft gestaan: “Ook waar de rechtsband van het Koninkrijk geen werking heeft, is er plaats voor onderlinge samenwerking.”
De Raad attendeert de Koninkrijkspartners erop dat er mogelijkheden zijn om ingrijpen van rijkswege te voorkomen: “de landen kunnen op voet van gelijkwaardigheid samenwerken om de kwaliteit van het bestuur in de landen te verbeteren. Zo kunnen er periodiek visitaties worden gehouden, waarin de kwaliteit van het bestuur op belangrijke thema’s kan worden onderzocht. De landen kunnen daarbij profiteren van elkaars ervaringen. Deze nieuwe benadering is mogelijk als de vier landen bereid zijn hier aan mee te werken en om de uitkomsten van de visitaties serieus te nemen.”
Met andere woorden: geen vanzelfsprekend Haags primaat maar kruisbestuiving, vanuit de gedachte dat alle vier de landen van elkaar kunnen leren, elkáár volgen in plaats dat steeds dezelfde partij de andere moet volgen. ‘
Tot zover Comenencia.

Natuurlijk kun je nu weer wijzen naar die voorwaarde die aan de tweede aanbeveling werd verbonden, ‘die politieke wil’ die er bij alle betrokkenen moet zijn, je schouders ophalen en roepen dat het allemaal niks wordt.
Je kunt ook een willekeurig voorbeeld nemen, dat toevallig ook nog actueel is ook, om na te denken over mogelijke routes die kunnen leiden naar meer onderlinge samenwerking tussen de eilanden.
Als op Ikki’s eiland een botsing ontstaat over de controle op overheidnv’s kun je routineus het conflict te lijf gaan en erop los timmeren. Maar je kunt ook een elegantere uitweg bedenken.
Dan vraag je een paar mensen van andere eilanden, los van de politiek, je vraagt een paar jonge, goed opgeleide eilandskinderen, je bedenkt een mooie naam voor dit toezichthoudende clubje en je bent een hele stap verder.
Als het moet, mag er ook wel iemand namens Den Haag bij zitten. Nodig is het niet.
De eilanden kunnen het zelf. Als ze willen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *