Het referendum zit erop. Een ruime meerderheid van Ikki’s eiland wijst de huidige invulling van de band met Nederland af. Den Haag wacht nu af en denkt het hare. Het eiland moet aan de slag en met voorstellen komen.
Een enkele keer loop je tegen iets aan waar je niet uitkomt. Er gebeurt iets waarvan iedereen zegt dat het eigenlijk niet mag voorkomen, maar ondertussen doet niemand er iets aan.
Tegen zo’n fenomeen ben ik nu aangelopen. Van politicus tot de Commissie Spies, van bestuurder tot ambtenaar – iedereen meldt dat de armoede op Ikki’s eiland onacceptabel is. En dat daar snel iets aan gedaan moet worden.
Je zou zeggen.
Maar nee. Op Ikki’s eiland waren in 2014 ongeveer 300 mensen afhankelijk van een onderstanduitkering (bijstand) en bijna 2000 mensen kregen een AOV-uitkering (AOW). De laagte van die uitkeringen is een van de oorzaken van de armoede van een grote groep mensen op het eiland.
Als je in de onderstand zit, krijg je US $ 90,- (bijna 82 euro) per twee weken met ingang van 1 januari 2016. De AOV levert op dit moment $ 586 {euro 536) per maand op.
Daarvan moet je eten en drinken, en nog wat rekeningen betalen ook. Dat de kosten van levensonderhoud op het eiland 19% hoger zijn dan in Europees Nederland maakt het er voor de uitkeringsgerechtigde niet vrolijker op.
Reken maar uit.
Je zou zeggen dat als iedereen vindt dat deze gang van zaken niet te pruimen is, de oplossing nabij is. Jammer. Er worden over die uitkeringen processen gevoerd, moties ingediend, alles en iedereen buigt zich erover, maar er verandert niets.
Op Ikki’s eiland wijst iedereen naar Den Haag en wordt vergeten dat dit probleem al lang bestaat en dat de lokale bestuurders in al die jaren voor 10.10.10., toen zij medeverantwoordelijk waren, er niets aan gedaan hebben. Den Haag vindt het maar sneu dat mensen arm zijn. En zegt dat daar iets aan gedaan moet worden. Dat is het. Daar blijft het bij.
Waar hebben we het over?
Laten we voor het gemak de aantallen afronden op mooie ronde cijfers. Vijfentwintighonderd mensen op het eiland zijn afhankelijk van een uitkering.
Als je ervan uitgaat dat een probleem niet op te lossen is, kun je het best maar aan de slag gaan.
We beginnen om per 1 maart 2016 al die uitkeringen met US $ 50,- per maand te verhogen. Dat kost anderhalf miljoen US dollar per jaar. En nog wat aan premies. Dat is niet niks. Maar schokkend kun je het ook niet noemen. Dit soort bedragen is amper terug te vinden op de begroting van de Nederlandse staat.
Terwijl die US $ 50,- het ergste leed van een paar duizend mensen al wat verzacht.
Ondertussen nemen we tijd om een paar keer te vergaderen om de uiteindelijk hoogte van de uitkeringen vast te stellen. Daar doen we nog es drie, vier maanden over.
Klaar is Kees per 1 juli 2016.
Dat dit soort bedragen niet veel voorstelt in de grotemensenwereld kan met eenvoudig voorbeelden duidelijk worden gemaakt.
Caribisch Netwerk heeft bij alle Nederlandse ministeries de kosten van onderzoeken in het Caribische deel van het Koninkrijk opgevraagd over 2012 en de eerste helft van 2013. Zij kwam tot de volgende optelsom: de overheid heeft in anderhalf jaar tijd ruim 5 miljoen euro uitgegeven aan allerlei onderzoeken op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES).
Om het demagogische gehalte van dit verhaal wat verder op te schroeven: het inzetten van Nederlandse ambtenaren in het Caribisch gebied voor korte of langere tijd heeft in 2012 en in de eerste helft van 2013 ook nog eens ruim 6 miljoen euro gekost. Uitgezonden ambtenaren die meer dan een half jaar in de Cariben verblijven, kosten per persoon gemiddeld 50.000 euro extra aan reis- en verblijfkosten.
Om daarnaast naar de miljarden te wijzen die in één dag opgehoest worden als duidelijk is dat een paar te enthousiaste bankiers weer eens een bank laten omvallen, is inderdaad een goedkope truc. En doet dit verhaal tekort.
Graag ontvang ik binnen een paar weken een helder antwoord van de leden van de Tweede Kamer en de Eilandsraad op de volgende vraag:
Waarom is een deel van de inwoners van Ikki’s eiland maar zo weinig waard?