Nadat het Nederland niet was gelukt om de Antilliaanse eilanden tot onafhankelijkheid te bewegen, zoals Suriname in 1975, veranderde in 1990 het beleid in het tegenovergestelde. Sinds deze beleidsommezwaai heeft Nederland in toenemende mate grip op de eilanden gekregen. Los van de traditionele moederlandse taken als de uitgifte van het Nederlandse paspoort, buitenlandse betrekkingen en defensie, geldt de toegenomen betrokkenheid – waaronder ‘toezicht’ – zeker in financieel, justitieel en politioneel opzicht.
REKOLONISATIE / Het was een weerzinwekkende ontwikkeling in de ogen van Frank Martinus Arion, de Curaçaose auteur van de veel geprezen roman Dubbelspel (1973). De versierselen die behoren bij de benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau behoefden na het overlijden van Martinus (1936-2015) niet meer te worden teruggestuurd naar de Kanselarij der Nederlandse Orden in Den Haag. Martinus ontving de benoeming en de versierselen in 1992. Op 29 december 2008 organiseerde hij een ‘wederaanbieding’ aan koningin Beatrix en meldde zich bij het gouverneurspaleis in het Fort, hartje Punda, Willemstad.
Audiëntie bij de gouverneur, mr. F.M. Goedgedrag, werd afgehouden en een ambtenaar van het Kabinet van de gouverneur nam de versierselen en de motivering voor de teruggave in ontvangst. Nederland, zo hield Martinus koningin Beatrix voor, was feitelijk bezig ‘om te zijner tijd weer tot rekolonisatie, d.w.z. tot grotere beheersing in plaats van grotere verzelfstandiging van de oorspronkelijke kolonies over te gaan.’
Het valt te betwijfelen of het moederland met een dergelijke vooruitziende blik de afgelopen decennia heeft gehandeld. Anderzijds valt moeilijk te ontkennen, dat sinds de beleidsommezwaai Nederland weer flink grip tracht te krijgen en ook heeft verkregen op de eilanden. Het was een gruwel in Martinus’ ogen.
AANMODDEREN / Betekent dit, zoals Martinus Arion meende, dat het Koninkrijk met een zekere vaart het beleid dat in 1990 werd ingezet, praktisch tracht te realiseren? Wel nee; we doen maar wat! Het huidige aanmodderen is voor geen van de partijen – vooral niet voor de eilandelijke bevolking – een gezegend staatsverband. Aanhoudend wordt de schijn opgehouden van een zekere mate van zelfstandigheid, terwijl het bovenal een afwachten is wat Nederland wel of juist niet zal gaan doen.
Lees verder: http://www.comitekoninkrijksrelaties.org/waartoe-zijn-wij-in-het-koninkrijk