Kent nietsdoen gradaties?
Het lijkt erop alsof het lokale bestuur op Ikki’s eiland deze vraag serieus onderzocht heeft en na studie tot de conclusie is gekomen dat er inderdaad verschillende niveaus van passiviteit bestaan die het proberen waard zijn.
Waren er al lange tijd klachten over de lamlendigheid van dat bestuur, de laatste maanden is er sprake van complete verlamming lijkt het.
Is het onkunde of onwil van die bestuurders, is een vraag die ik deze week voorbij zag komen. Zoals zo vaak met heldere vragen is het antwoord niet zo simpel.
‘De werkelijkheid kan je niet opschrijven. Die is zo verbijsterend dat niemand het zou geloven’, schreef Simon Carmiggelt.
Nou valt dat ook wel weer mee. In de komende tijd hoop ik een aantal stukjes over de gang van zaken te schrijven. Over de gang van zaken op het eiland, maar ook over de Haagse gang. Over onwil en onkunde gesproken.
Als eerste ga ik de hulp van de wetenschap inroepen. Want dat is een uitvinding waarmee de mens zich onderscheidt van de gemiddelde diersoort.
Tijdens de BZK-Lezing 2018 ((28 juni ll.) van prof. dr. G. Oostindie en universitair docent Wouter Veenendaal ging laatstgenoemde in op de redenen waarom het besturen van een kleine gemeenschap een klus is die vaak vraagtekens oproept bij buitenstaanders.
De heer Veenendaal presenteerde de volgende redenen als mogelijke oorzaak voor de Bestuurlijke uitdagingen in gebieden van geringe omvang:
– Iedereen kent iedereen: persoonlijke relaties en direct contact tussen kiezers en gekozenen leiden tot vermenging van professionele en privérelaties
– Focus op personen leidt tot afwezigheid van inhoudelijke politiek; de persoon van de politicus is belangrijker dan het programma.
Maar: de afwezigheid van ideologische tegenstellingen leidt niet tot meer consensus of harmonie; politiek is erg gepolariseerd
Consequentie: aanhoudende politieke instabiliteit (vooral op Bonaire en St. Eustatius).
Andere bestuurlijke uitdagingen als gevolg van kleinschaligheid:
– Combinatie van functies door politici leidt tot belangenconflicten
– Vermenging van professionele en persoonlijke relaties zorgen voor cliëntelistische relaties tussen politici en kiezers
– Kiezers leggen sterke druk op politici om hun van gunsten en diensten te voorzien.
Tegenhanger van cliëntelisme: victimization (intimideren van de oppositie).
Bestuurlijke uitdagingen: Caribische politieke cultuur
– Hiërarchische relaties tussen kiezers en politieke leiders; geen cultuur van inspraak
– Cliëntelisme versterkt afhankelijke relatie van burgers ten opzichte van politici en
zorgt ook voor sterke machtsconcentratie bij één of enkele personen die toegang hebben tot middelen.
Grote nadruk op politiek theater, retoriek, persoonlijke aanvallen op tegenstanders.
Waarom het Nederlandse model niet goed werkt
– Proportioneel kiesstelsel leidt in combinatie met personalistische politiek tot fragmentatie en instabiliteit
– Dit wordt versterkt door het kleine aantal raadszetels; ‘overlopen’ van één raadslid kan coalitie ten val brengen
– Door het dualisme wordt de kans op instabiliteit versterkt; gedeputeerden zijn afhankelijk van de leden van de eilandsraad
– Door machtsconcentratie, personalistische politiek en polarisatie komt de controlerende functie van de eilandsraad niet van de grond
– Ook andere instituties (zoals de media) kunnen hun controlerende functie niet goed uitoefenen.
Over Ikki’s eiland meldt het onderzoek een paar extra’s:
– Grotere rol van geld in de politiek; grotere neiging tot corruptie
– Traditie van ‘machinepolitiek’ en ook het kopen van stemmen
– Scherpe polarisatie tussen individuele partijleiders.
Die grotere rol van geld in de politiek op het eiland doet me denken aan Ryszard Kapuscinski, die in The Emperor (1978 – De geschiedenis van de laatste dagen van Haile Selassie – Ethiopië) deze mooie alinea schreef:
‘In a poor country, money is a wonderful, thick hedge, dazzling and always blooming, which separates you from everything else. Through that hedge you do not see creeping poverty, you do not smell the stench of misery and you do not hear the voices of the human dregs. But at the same time you know that all of that exists, and you feel proud because of your hedge. You have money, that means you have wings. You are the bird of paradise that everyone admires.’
De paradijsvogels op Ikki’s eiland weten maar al te goed dat een deel van de bevolking in armoede leeft, weten maar al te goed dat zij door hun gebrek aan handelen de problemen in stand houden of zelfs vergroten, weten maar al te goed dat het zo niet langer kan.
Je hebt geen wetenschap nodig om dat onder ogen te zien.
Pingback: Over behoorlijk bestuur II – Auke van der Berg ~ Ikki's eiland. De horzel van het koninkrijk
Pingback: Op weg naar 15 maart – Zo zijn onze manieren – Auke van der Berg ~ Ikki's eiland. De horzel van het koninkrijk