Meerdere malen, tot grote ergenis, heb ik in verschillende publikaties volstrekte leugens en misleidende informaties gelezen omtrent de wereldberoemde zanger en mensenrechtenactivist Harry Belafonte en zijn zogenaamde betrokkenheid met ons eiland Bonaire.
Deze desinformatie komt voor in lokale media maar ook zijdens de overheid zelf.
Ik verwijs o.a. naar het recentelijk uitgegeven magazine Bon Bini BONAIRE, een uitgave van het Kabinet van de Gezaghebber, dat halfjaarlijks verschijnt en bedoeld is voor iedereen die geïnteresseerd is in Bonaire en zijn inwoners.”
Al vanaf de eerste editie bij de introductie onder “Aangenaam” staan er ongelooflijk veel onjuistheden en simpelweg leugens vermeld omtrent Harry Belafonte en zijn zogenaamde liefde voor Bonaire.
Ik haal aan: (Quote)” De beroemde Amerikaanse zanger, acteur en mensenrechtenactivist Harry Belafonte was (op Bonaire) decennialang kind aan huis. Samen met een zakenpartner ontwikkelde hij een wijk waarvan de naam naar hem verwijst: Belnem. De King of Calypso was zelfs een tijdje mede-eigenaar van Klein Bonaire dat hem in 1957 inspireerde tot de wereldhit Oh, Island in the Sun. …Dit magazine is eveneens gewijd aan dat door Belafonte bezongen paradijselijke eiland in de zon.” (Unquote)
Trouwens, ook de website “Beautiful Bonaire” ( https://www.beautiful-bonaire.nl/natuur/klein_bonaire.html ) schrijft ongelooflijk veel onjuistheden (of gewoonweg leugens) ontrent deze zanger en zijn zogenaamde liefde voor (Klein) Bonaire.
Zogenaamde feiten als “Harry Belafonte (New York, 1 maart 1923 [moet zijn 1927) is … bovendien dol op Bonaire en bezoekt het duikeiland al tientallen jaren….Harry Belafonte werd totaal verliefd op Klein Bonaire en schreef ooit het lied ‘Oh, Island in the Sun’ als ode aan het mooi koraaleilandje. Belafonte is zelfs een tijdje eigenaar geweest van Klein Bonaire” kloppen in het geheel niet!
Welnu, hier volgen de feiten en waarheden:
Feit 1. Harry Belafonte heeft in 1957 in de film Island in the Sun dat gelijknamige liedje gezongen. Dat had absoluut niets te maken met Bonaire noch Klein Bonaire. Ergo: Belafonte kende toen (in 1957) Bonaire nog niet eens.
Feit 2. Pas in 1965, toen ik nog 16 jaar oud was, bezocht Harry Belafonte op uitnodiging van mijn broer Toon éénmalig Bonaire. Hij is nooit eerder geweest en daarna ook nooit meer naar Bonaire teruggekeerd. Van “kind in huis” en “tientallen jaren” is er dus absoluut geen sprake.
Op uitnodiging van Harry Belafonte zelf heeft Toon hem later wel in zijn huis in New York bezocht.
Feit 3. Het liedje “Island in the Sun” dateert uit de film van 1957, acht jaar vóórdat Belafonte eenmalig een bezoek bracht aan Bonaire. Van dit eiland en Klein Bonaire heeft hij nooit eerder gehoord.
Feit 4. De zakenman Maurice Neme uit Aruba die Harry Belafonte ook kende, heeft voor zijn woningbouw plannen in het zuiden van het eiland zijn en Belafonte’s achternaam gecombineerd en dat project “Belnem” genoemd. Deze zelfde Neme was met enkele andere mede aandeelhouders ook eigenaar van Klein Bonaire, maar Belafonte zelf hoorde daar niet bij. Kortom, Belafonte is nooit en te nimmer eigenaar geweest van Klein Bonaire.
Feit 5. Na zijn eerste en enig bezoek aan Bonaire in het jaar 1965 is Harry Belafonte nimmer meer naar Bonaire teruggekeerd. Het was voor mij als teenager geweldig om samen met mijn moeder en zusje Harry Belafonte bij ons thuis in Playa (naast Restaurant Zeezicht, waar wij woonden en zijn opgegroeid) te mogen ontvangen, alwaar hij mij ook zijn dubbel Platenalbum “Belafonte at Carnegie Hall” gaf en voor mij signeerde met de woorden “To my dear friend Jopie. It was a pleasure meeting you”. Vermeldenswaardig is dat tijdens zijn verblijf op Bonaire ook Roger Moore die in Caracas was ivm de presentatie van zijn serie “The Saint” werd uitgenodigd en Harry Belafonte en Toon hebben hem op het vliegveld afgehaald. Hij bleef enige dagen – zoals Harry Belafonte – in Hotel Bonaire (nergens anders), dat onder beheer was van een bekende van Belafonte, de New Yorkse zakenman Bill Miller. Harry vertelde nog dat zijn eerste publieke optreden in de States plaats vond in een nachtclub van Bill Miller in New York.
Naar mijn oordeel kan het onjuist en onrechtmatig gebruik (zeker voor reclame en promotie doeleinden) van andermans naam en faam voor ons eiland meer kwaad dan goeds betekenen. Het zou zeer schadelijk zijn voor Bonaire als de inmiddels 91-jarige Harry Belafonte of zijn zaakwaarnemers van bovenstaande desinformatie kennis zou nemen en dat dan wereldwijd zou ontkennen.
De foto’s tonen het bezoek van Harry Belafonte bij ons thuis hier op Bonaire , met mijn moeder, broer Toon, zus Evy, neef Toontje Berkemeyer, ‘zwager’ Juancho Obersi (RIP) en ik.
Het is, op z’n zachts gezegd, nogal spijtig dat zelfs de overheid volstrekt onjuiste en misleidende informatie verstrekt en de beroemdheid van iemand misbruikt om (Klein) Bonaire te promoten.