Achterstallig onderhoud

juli 4, 2020

Zonsondergang

‘Het is wel Nederlands belastinggeld’, zei de staatssecretaris, de heer Knops, in het NOS-journaal gisteravond. Alsof hij ook kan beschikken over het belastinggeld van de zuiderburen.
Met die opmerking verklaarde de staatssecretaris de afwijzende houding van Den Haag tegenover de hulp die de drie autonome landen binnen het Koninkrijk graag willen ontvangen. Die drie landen, Curaçao, Aruba en St. Maarten, bungelen boven de afgrond.
Hun toch al kwetsbare economieën staan schaakmat nu het virus de voornaamste bron van inkomsten, het toerisme, tot nul gereduceerd heeft.

Ook de premier, de heer Rutte, deed een duit in het zakje. Hij wist te melden dat de drie eilanden autonome landen zijn. Net als bijvoorbeeld Italië en Spanje, en ook met die landen hebben we historische banden, aldus de premier. Waarbij aangetekend dat, voor zover ik weet, wij die twee landen nooit bezet hebben. Wat toch een wat ander licht werpt op de banden.

‘Wij zijn onverplicht te helpen’, zei de heer Rutte. Het is maar goed dat de premier ook wel begrijpt dat dit een wat wonderlijke uitspraak is. En dus heeft Den Haag naast de al verstrekte medische zorg en voedselvoorziening ook geld klaar staan om de drie landen te helpen deze crisis te overleven.
Voor Den Haag die miljoenen over gaat maken, moeten de eilanden aan een aantal strikte voorwaarden voldoen. Voorwaarden waar niet iedereen gelukkig van wordt.
Maar er is op de eilanden sprake van ‘achterstallig onderhoud’ volgens de premier. Achter dit eufemisme staan woorden als wanbeleid, corruptie en winstbejag naar de lezer te zwaaien.

Dat Den Haag voorwaarden stelt aan de eilanden is niet zo raar. De bestuurders op de eilanden hebben in de afgelopen jaren bewezen dat ze goed voor zichzelf en verschillende familieleden kunnen zorgen. Dat kun je een goed begin noemen, maar omdat het tempo waarin de rest van de bevolking het ook steeds beter krijgt, aan de lage kant is, kun je moeilijk spreken van behoorlijk bestuur.

De premier legt dan ook uit dat de voorwaarden voor liquiditeitssteun bedoeld zijn om ‘de landen te helpen hun concurrentiepositie te versterken.’ Terzijde: ook na een nacht piekeren, weet ik niet wat dit betekent.
Mocht de premier bedoeld hebben dat hij graag fatsoenlijk beheer van de geldstromen wil, had ie dat gewoon kunnen zeggen.

Het spreekt voor zich dat er een orgaan moet komen dat toezicht gaat houden op de besteding van de hulpgelden. De poging van het lid van de Tweede Kamer, mevrouw Diertens van D66, om direct een dergelijke club in het leven te roepen, strandde gisteren in de Kamer. Terwijl de motie een mogelijke richting aangaf: “Verzoekt de regering om samen met Aruba, Curaçao en Sint Maarten te bezien of een gemeenschappelijk Koninkrijksorgaan en/of bijzondere vertegenwoordigers kunnen worden ingesteld om invulling te geven aan de ambitie om de CAS-eilanden sociaal-economisch sterker en weerbaarder te maken en daaraan te werken in nauwe samenwerking tussen de vier landen van het Koninkrijk.”
Er zal wel iets aan het voorstel van mevrouw Diertens geschort hebben, maar je had ook pragmatisch kunnen besluiten met dit voorstel in zee te gaan om in later stadium de voorwaarden en omschrijvingen bij te stellen.
En hebben we niet een College Financieel Toezicht ? Kan dat College deze klus er niet tijdelijk bij nemen tot er een nieuwe club is?

De bewoners van de eilanden hebben grote zorgen en kunnen niet wachten tot Den Haag klaar is met vergaderen.
Ook hebben ze vandaag geen tijd om zich te buigen over de toekomst. Dat ook die dag zal komen, staat vast. De verhoudingen binnen het Koninkrijk staan op scherp.
De crisis heeft ervoor gezorgd dat we van een verdeeld Koninkrijk naar een verscheurd Koninkrijk opgeschoven zijn.
Een sombere conclusie op deze druilerige zaterdagmiddag.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *